6.2.6
Natte reiniging beëindigen
Apparaat stopzetten.
Schakel de schakelaar voor de reinigingsfunctie uit
(middelste stand).
Tip
De borstels worden opgetild.
Schakel het hydraulisch systeem uit.
De borstels staan stil.
6.2.7
Vuilwatertank leegmaken
Na het reinigen
Tank met vuil water ledigen.
Veeggoedcontainer legen.
(zie hoofdstuk "Vegen | Vuilreservoir leegmaken").
Apparaat, vuilwaterreservoir, verswaterreservoir, zuig-
balk en sproeiers reinigen.
(zie hoofdstuk "Reiniging").
WAARSCHUWING
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Bij een opgeheven kantelinrichting altijd de veiligheids-
steun gebruiken en borgen.
VOORZICHTIG
Lokale voorschriften inzake de behandeling van afvalwa-
ter in acht nemen.
Vuilwaterreservoir
LET OP
Bij een vol vuilwaterreservoir schakelt de zuigturbine uit en
brandt het controlelampje "Vuilwaterreservoir vol".
1 Zekeringssteun
2 Vuilwaterreservoir
3 Aftapslang vuil water
4 Reinigingsklep
Afhankelijk van de vervuilingsgraad moet de reinigings-
klep regelmatig worden geopend en het reservoir wor-
den geleegd.
Veeggoedcontainer legen.
(zie hoofdstuk "Vegen | Vuilreservoir leegmaken").
Vuilreservoir daarna met de borgsteunen borgen.
De aftapslang van het vuilwaterreservoir bevindt zich aan
de rechterzijde van het apparaat.
1 Afsluitdeksel
2 Houder
3 Doseerapparaat
4 Aftapslang vuil water
5 Opname aftapslang
Aftapslang uit de houder nemen.
Sluiting van de aftapslang schroeven.
De waterstroom kan door samendrukken van de do-
seerinrichting verminderd worden.
Sluiting na het legen in de houder hangen en vervol-
gens in de opname drukken.
19
-
NL
171