7. Breng de motor naar uw officiële Suzukidea-
ler en laat deze de motor zo snel mogelijk
reviseren.
LET OP
Als de benzinetoevoer vervuild is met water,
kan er motorschade optreden.
Als de vulhals van de brandstoftank en de
ventilatie-opening onder water zijn geweest,
controleer dan de brandstoftoevoer om er
zeker van te zijn dat deze niet is vervuild met
water.
60
OPSLAG
OPSLAG VAN DE MOTOR
Laat de motor bij uw officiële Suzuki-dealer
opslagklaar maken als u gedurende een lange
periode geen gebruik maakt van de boot (bij-
voorbeeld aan het einde van het seizoen). Volgt
u de onderstaande procedure als u ervoor kiest
om zelf de motor opslagklaar te maken.
1. Ververs de staartstukolie zoals in het hoofd-
stuk "STAARTSTUKOLIE" is aangegeven.
2. Ververs de motorolie zoals aangegeven in
het hoofdstuk "MOTOROLIE".
3. Giet een benzine-stabilisatiemiddel in de
benzinetank overeenkomstig de instructies
op het blik.
4. Spoel de waterkanalen grondig schoon. Zie
hiervoor het hoofdstuk "SPOELEN VAN DE
WATERKANALEN (Bij draaiende motor)".
5. Regel de waterstroom en laat de motor
ongeveer vijf minuten met 1500 toeren in de
vrijstand draaien, om de gestabiliseerde
benzine in de motor te verdelen.
6. Zet de motor UIT en draai daarna de kraan
dicht. Verwijder de slang en de spuitmond.
7. Smeer alle andere onderdelen. Zie hiervoor
het hoofdstuk "SMERING".
8. Was de buitenkant van de motor met zoet
water. Na het wassen moet het resterende
water dat op de motor achterblijft worden
afgeveegd met een droge doek.
Een hogedrukreiniger mag alleen gebruikt
worden voor het wassen van de buitenkant.
De spuitkop van de hogedrukreiniger mag
niet dichtbij de motor komen.
9. Zet de gelakte onderdelen in de was. Werk
eventuele lakschades eerst bij met een
lakstift.
10. Sla de motor rechtopstaand op in een
droge, goed geventileerde ruimte.
V WAARSCHUWING
Wanneer de motor draait, zijn er veel bewe-
gende delen die ernstig letsel kunnen veroor-
zaken.
Wanneer de motor draait, moet u uw handen,
haren, kleding enz. uit de buurt van de motor
houden.