2) Spoel het biercircuit door volgens "III. 2. BIERCIRCUIT (DAGELIJKS)".
3) Draai de regelknop van de regelaar om de druk op '0' (MPa) in te stellen.
4) Sluit de hoofdkraan van de CO2-gascilinder door deze rechtsom te draaien.
Opmerking: zorg dat de hoofdkraan van de CO2-gascilinder aan het einde van het tappen wordt gesloten om te voorkomen
dat een overmatige hoeveelheid CO2-gas in het biervat komt.
5) Veeg vocht van de uiteindes van de biertapmondstukken. Maak de mondstukkappen (accessoire) schoon en
bevestig deze.
Opmerking: bevestig de mondstukkappen aan het einde van het tappen of wanneer u het apparaat langere tijd
niet gebruikt, om te voorkomen dat insecten of vuil in de biertapmondstukken komen.
9. UITSCHAKELEN
[a] UITSCHAKELEN
1) Controleer of de tapkop is gesloten. Zie "8. EINDE VAN HET TAPPEN".
Opmerking: als de tapkop open is, kan de vloer nat zijn als er bier lekt.
2) Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De koeleenheid en de roerwerkmotor stoppen.
[b] AFTAPPEN VAN DE WATERTANK
Wanneer het apparaat langer dan een week niet wordt gebruikt, moet u de watertank laten leeglopen om verontreiniging van
het water te voorkomen.
Opmerking: het duurt een paar dagen na het uitschakelen voordat het ijs in de
watertank is gesmolten. Schakel het apparaat uit voordat u de watertank
laat leeglopen en controleer of het ijs in de watertank is gesmolten. Deze
kan anders niet naar behoren leeglopen.
1) Verwijder de lekbak (accessoire). Zie "III. 3. LEKBAK EN ROOSTER (DAGELIJKS)".
2) Plaats een emmer met een inhoud van ten minste 35 l voor het apparaat. Verwijder
de stop van de aftapuitgang om het water weg te laten lopen uit de watertank.
3) Verwijder na het aftappen van de watertank de bovenkap om de binnenkant van
de watertank te laten drogen.
III. ONDERHOUD
Ontkoppel de tap van het stroomnet voordat u het apparaat schoonmaakt of onderhoudt.
Dit apparaat mag niet worden schoongemaakt met behulp van een waterstraal.
Maak om schade te voorkomen de plastic onderdelen niet schoon in een vaatwasser of in water dat warmer is dan 40 °C.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel voor dagelijks onderhoud en een kationactief detergent (benzalkoniumchloride) voor
ontsmetting.
Gebruik geen verdunner, benzeen, alcohol, petroleum, waspoeder, schuurpoeder, alkalisch schoonmaakmiddel, zuur, afwasborstel
en met name reinigingsmiddelen voor ventilatoren en fornuizen, om schade aan geverfde of plastic oppervlakken te voorkomen.
Gebruik ook geen chloorbleekmiddel (natriumhypochloriet), dit om corrosie te voorkomen.
Volg bij het gebruik van chemische doekjes de instructies van de fabrikant.
Gebruik een schone doek met schone handen.
In sommige gevallen kan vaker schoonmaken noodzakelijk zijn.
HYGIËNE
WAARSCHUWING
LET OP
113
NEDERLANDS
Tankkap
Lekbak
Emmer
Kap mondstuk
Aftapuitgang
Stop