Om het remsysteem af te stellen gaat u als volgt te werk:
De remblokken
1/ Controleer of de remblokjes met de zijkant van de velg op een lijn staan.
2/ Controleer de afstand van de remblokjes in verhouding tot de velg (tussen 1 tot 3 mm om
efficiënt te kunnen remmen).
3/ Zorg dat de achterkant van de remblokjes op afstand van de velg blijven.
4/ Stel de V-Brakes-beugels of Cantilevers symmetrisch af.
Breng de veren van de 'linker en rechter' remarm goed in balans, zoals hieronder aangegeven:
V-Brake
ALUMINIUM KOKER
SYMMETRISCHE RUIMTE
Caliper
LATERALE TREKKRACHT
KABEL
Nippel
TREK AAN DE KABEL
5/ Regeling van de spanning van de kabel
Remmen van het type Calipers (Type U)
Het remmechanisme bevindt zich in de naaf: de rem kan worden bediend met een hendel
(trommelremmen) of met de pedalen (terugtraprem).
Terugtraprem: de rem wordt ingeschakeld zodra u achteruit trapt. De rem dient actief te zijn voordat de hendel een rotatie van 60 graden heeft gemaakt (1/6 slag). De ketting activeert de
rem. Let er dus op dat de spanning van de ketting correct is, en dat deze niet derailleert. Het maximaal toegestane verticale bewegingsbereik staat beschreven in de paragraaf 'Spanning
en afstelling van de ketting'.
SCHROE-
VENDRAAIER
MINDER
SPANNING
MEER SPAN-
NING
VEERSPANNING
REGELMOER
PLAATSING VEILIGHEIDSHAAK
+Easy brake
V-Brakes + EASY BRAKE RELEASE
De as op de metalen huls van de kabel dient goed ingevoerd te zijn in de daarvoor bedoelde
behuizing van de REMBEUGEL.
CONTROLEER NA MONTAGE VAN HET SYSTEEM OF DE REM GOED WERKT
DRIEHOEK
90
Cantilever
MOER VAN DE DRIEHOEK
TREK AAN DE KABEL
velg
Soorten remmen V-Brake of mechanische
schijfremmen of Cantilevers of Rollerbrakes.
KABEL
MOER VAN HET BLOK