STAMOS TRON 200 RV Manual De Instrucciones página 637

• MANUAL - MAN-functie: Lasspanning, draadsnelheid wordt afzonderlijk aangepast. Druk één
keer op de knop om de lasspanning en lasstroom afzonderlijk aan te passen. Deze functie
werkt niet in de MMA- of LIFT-ARC TIG-modus.
4. PROCES - Druk op de knop om de lasmethode te kiezen.
MMA - Handmatige metaalboogmethode.
•
• LIFT - ARC TIG - Boog starten via lift - Boogstartmethode, raak de wolfraamelektrode aan op
het werkstuk op het startpunt van het lassen, schakel uitvoer en beschermgas in met
toortstrekker, voetpedaal of handbediening. Houd de elektrode 1-2 seconden op het
werkstuk en til de elektrode langzaam op. Er ontstaat een boog wanneer de elektrode wordt
opgetild.
• MIG/MAG - Metaalinert/actief gasgebruik voor gasbeschermde massieve/fluxkerndraad.
SS-FCAW - MIG-methode voor gebruik zonder gasafgeschermde fluxkerndraad.
•
5. AANPASSEN - Druk kort op de knop om de lasparameter te kiezen die moet worden aangepast
en draai eraan om die parameter te verhogen of te verlagen. De LED van elke parameter gaat
branden nadat deze is gekozen.
V: Lasspanning
•
• M/MIN: Draadsnelheid (M/MIN)
• A: Lasstroom
• : Inductie
- Draai aan de knop om elke eerder gekozen parameter te verhogen/ontvetten. De waarde wordt
respectievelijk weergegeven op het scherm van meter (6) en (7).
6. Lasspanningsmeter Toont de waarde van de lasspanningsinstelling vóór en tijdens het lassen.
7. De meter geeft de lasstroom, draadsnelheid en inductantie aan. Toont de waarde van de
lasstroom, draadsnelheid en inductantie. Van elke waarde wordt respectievelijk de led gekozen
die gaat branden.
8. V - VOLTAGE - De LED geeft de spanningsparameter aan - Wanneer deze LED gaat branden,
wordt de spanningswaarde gekozen om de waarde aan te passen.
9. UITGANG - AAN - De LED geeft de lasstatus aan.
10. OT - De LED geeft de oververhittingsstatus aan: Wanneer oververhitting optreedt, gaat de
Overstroom-LED aan en wordt de uitgangsstroom beëindigd. Het schakelt uit wanneer de
machine voldoende is afgekoeld en het lassen kan worden hervat.
11. A - STROOM - De LED geeft de lasstroom aan.
12. INDUCTANTIE - De LED geeft inductie aan.
13. M/MIN - De LED geeft de draadsnelheid aan.
Opmerking: Wanneer de LED overeenkomt met elke parameter die wordt ingeschakeld, wordt
die parameter gekozen om aan te passen, zowel de meters (6) als (7) geven tegelijkertijd de
respectieve waarde weer.
5.2. Installeer de parameter voor de MIG-methode
5.2.1. SYNERGY (SYN)-functie
Opmerking: Om de machine in te stellen, volgt u de juiste instructies in 3.2.2 of 3.2.3 in de
gebruikershandleiding. Stel de machine in voor elk type elektrodedraad.
NL