nld
Tabel 2: Aanbevolen minimumdoorstroming en minimumaantal aftappunten die
afhankelijk van de grootste nominale diameter van de buisleiding in de gespoelde
sectie voor het spoelproces moeten worden geopend (voor een minimumstro-
mingssnelheid van 0,5 m/s) (EN 806-4:2010, cursieve regel aangevuld,
begrenzing op DN 50). Voor het spoelen van grotere nominale wijdten kunnen
2 of meer REMS Multi-Push parallel worden geschakeld.
De in EN 806-4:2010 en in het informatieblad 'Spoelen, desinfecteren en in
gebruik nemen van drinkwaterinstallaties' (augustus 2014) van het Duitse
Zentralverband Sanitär Heizung Klima (ZVSHK) beschreven handmatige
bediening van de regelorganen voor de toevoer van de intermitterende perslucht
vindt bij REMS Multi-Push automatisch plaats. De perslucht wordt met een
overdruk van 0,5 bar boven de gemeten waterdruk toegevoerd. De toevoer
van de perslucht duurt 5 s, de stagnatiefase (zonder perslucht) duurt 2 s.
REMS Multi-Push geeft o.a. de bereikte stromingssnelheid en de bereikte
volumestroom op het beeldscherm aan.
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Spoelen \ enter
2. Perslucht intermitterend \ enter
3. Instelwaarde max. DN volgens tabel 2 controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
4. Watervolume van de spoelsectie VA H
fi g. 6)
5. Watertoevoer openen. Als de minimumstromingssnelheid v H
de minimumvolumestroom VS H
De spoelduur (volgens informatieblad 'Spoelen, desinfecteren en in gebruik
nemen van drinkwaterinstallaties' (augustus 2014) van het Duitse Zentral-
verband Sanitär Heizung Klima (ZVSHK)) is afhankelijk van de leidinglengte
en mag per strekkende meter niet minder dan 15 s bedragen. per aftappunt
moet de spoelduur ten minste 2 min bedragen.
(Als de instelwaarden v H
2
leren, oorzaak vaststellen, proces herhalen.)
6. Weergave op beeldscherm: waterdruk (p H
(v H
O), spoeltijd (t H
O), gebruikte waterhoeveelheid (V H
2
2
(VS H
O) \ enter
2
7. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.8.
LET OP
Om ervoor te zorgen dat perslucht kan worden toegevoerd, moet een waterdruk
van ≥ 0,2 bar beschikbaar zijn en moet een waterhoeveelheid van ≥ 2 l door
de machine gestroomd zijn.
3.1.3 Programma spoelen met water-luchtmengsel met constante perslucht
3.1.3 Programma spoelen met
Bij dit programma wordt de perslucht continu met een overdruk van 0,5 bar
boven de gemeten waterdruk toegevoerd. Hierbij vallen in vergelijking met het
programma '3.1.2 Spoelen met water-luchtmengsel met intermitterende pers-
lucht' de persluchtstoten weg. Deze zorgen weliswaar voor een aanzienlijke
verbetering van de reinigende werking, maar door de drukstoten worden de
leidingen zwaarder belast. Als er twijfels bestaan met betrekking tot de sterkte
van de te spoelen leidingen, kan met dit programma, door een stootvrije
werveling door de constant toegevoerde perslucht, tenminste een verbetering
van de reinigende werking ten opzichte van het programma '3.1.1 Spoelen met
water (zonder luchttoevoer)' worden bereikt.
REMS Multi-Push geeft o.a. de gebruikte waterhoeveelheid op het beeldscherm
aan.
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Spoelen \ enter
2. Constante luchtstroom \ enter
3. Instelwaarde max. DN volgens tabel 2 controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
4. Watervolume van de spoelsectie VA H
fi g. 6)
5. Watertoevoer openen. Om te beëindigen \ enter, (\ esc = annuleren)
6. Weergave op beeldscherm: waterdruk (p H
waterhoeveelheid (V H
O) \ enter
2
7. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.8.
LET OP
Om ervoor te zorgen dat perslucht kan worden toegevoerd, moet een waterdruk
van ≥ 0,2 bar beschikbaar zijn en moet een waterhoeveelheid van ≥ 2 l door
de machine gestroomd zijn.
3.2 Programma werkzame stoffen/desinfectie van drinkwaterinstallaties
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Tijdens de desinfectie van drinkwaterinstallaties mag geen drinkwater
voor gebruikers worden afgetapt!
De Europese norm EN 806-4:2010 schrijft voor de keuze van desinfecterende
middelen het volgende voor:
"Drinkwaterinstallaties mogen na het spoelen worden gedesinfecteerd, indien
een verantwoordelijke persoon of instantie dit vastlegt."
"Alle chemicaliën die voor de desinfectie van drinkwaterinstallaties worden
gebruikt, moeten voldoen aan de eisen betreffende chemicaliën voor water-
zuivering die in Europese normen of, indien geen Europese normen van
toepassing zijn, in nationale normen zijn vastgelegd."
"Het gebruik en de toepassing van desinfecterende middelen moet in overeen-
stemming met de betreffende EG-richtlijnen en alle lokale of nationale voor-
schriften plaatsvinden."
O invoeren (0-999 l) (11) \ enter (zie
2
2
O en de spoelduur wordt bereikt \ enter.
2
O en VS H
O niet worden bereikt: \ esc = annu-
2
O), minimumstromingssnelheid
2
O), volumestroom
2
water-luchtmengsel met constante perslucht
O invoeren (0-999 l) (11) \ enter (zie
2
O), spoeltijd (t H
O), gebruikte
2
2
"Transport, opslag, hantering en gebruik van al deze desinfecterende middelen
kunnen gevaarlijk zijn. Daarom moeten de gezondheids- en veiligheidsbepa-
lingen nauwgezet worden nageleefd."
"Het systeem moet met een desinfecterende oplossing van de beginconcentratie
worden gevuld gedurende de contacttijd die door de fabrikant van het desin-
fecterende middel is voorgeschreven. Indien aan het einde van de contacttijd
de restconcentratie van het desinfecterende middel onder de aanbeveling van
de fabrikant ligt, moet het gehele desinfectieproces indien nodig worden herhaald,
tot de restconcentratie na de betreffende contacttijd bereikt is. Na een succes-
volle desinfectie moet het systeem direct leeggemaakt en grondig met drinkwater
gespoeld worden. Het spoelen moet in overeenstemming met de instructies
en aanbevelingen van de fabrikant van het desinfecterende middel of zo lang
worden voortgezet, tot het desinfecterende middel niet meer aantoonbaar is
of onder het niveau ligt dat volgens de nationale voorschriften toegestaan is.
Personen die de desinfectie uitvoeren, moeten hiervoor gekwalifi ceerd zijn."
"Na het spoelen moet een monster (of meerdere monsters) worden genomen
en aan een bacteriologisch onderzoek worden onderworpen. Indien uit het
bacteriologische onderzoek van het monster of de monsters blijkt dat geen
voldoende desinfectie werd bereikt, moet de installatie gespoeld en opnieuw
gedesinfecteerd worden. Vervolgens dienen nieuwe monsters te worden
genomen."
"Er dient een volledig rapport van de details van het gehele proces en van de
O = 0,5 m/s,
onderzoeksresultaten opgesteld en aan de eigenaar van het gebouw overhan-
digd te worden."
Technische regel – werkblad DVGW W 557 (A) oktober 2012 van de Deut-
scher Verein des Gas- und Wasserfaches e.V. (DVGW)
Voor Duitsland dient in acht te worden genomen: "Alle chemicaliën inclusief
additieven die voor de desinfectie van drinkwaterinstallaties worden gebruikt,
moeten voldoen aan de eisen betreffende chemicaliën voor waterzuivering die
in Europese of Duitse normen zijn vastgelegd (DIN EN 806-4)." "Elke desinfectie
van een installatie belast de materialen en onderdelen van de drinkwaterinstal-
latie, zodat een beschadiging van de drinkwaterinstallatie mogelijk is."
"Indien de chemische desinfectie per sectie wordt uitgevoerd, moeten de te
behandelen leidingsecties van de rest van de drinkwaterinstallatie worden
afgesloten. Door het achtereenvolgens openen van de aftappunten van het te
desinfecteren installatiegedeelte wordt gegarandeerd dat het desinfecterende
middel in het volledige gedeelte terechtkomt." "Aan het einde van de inwerktijd
moet aan alle aftappunten een van de beginconcentratie van het desinfecterende
middel en van de inwerktijd afhankelijke, ter verzekering van de desinfectie
noodzakelijke minimumconcentratie gegarandeerd zijn. Deze dient ten minste
voor elke afzonderlijke sectie te worden gecontroleerd, telkens aan het aftap-
punt dat het verste van het doseerpunt verwijderd is."
"Na de beëindiging van de desinfectie van een drinkwaterinstallatie moet de
gebruikte desinfecterende oplossing zo worden afgevoerd, dat hierdoor geen
milieuschade kan worden veroorzaakt. De oxiderende werking van het desin-
fecterende middel kan door toevoeging van reductiemiddelen worden uitge-
schakeld. Daarnaast dient de pH-waarde in acht genomen en indien nodig
gecorrigeerd te worden."
Als gebruiksconcentratie voor de doseeroplossing wordt voor waterstofperoxide
H
O
150 mg H
2
2
Informatieblad 'Spoelen, desinfecteren en in gebruik nemen van drink-
waterinstallaties' (augustus 2014) van het Duitse Zentralverband Sanitär
Heizung Klima (ZVSHK)
Voor Duitsland dient in acht te worden genomen: "Na de beëindiging van de
desinfectie dient het gehele systeem aan alle aftappunten te worden gespoeld,
tot de aan het overdrachtspunt (meestal de watermeter) gemeten concentratie
van het desinfecterende middel weer aan alle aftappunten bereikt of onder-
schreden wordt."
Bij de afvoer dient het volgende in acht te worden genomen: "Indien het voor
de desinfectie van een installatie gebruikte water in een afwateringsleiding of
afvoerkanaal moet worden geloosd, moet de bevoegde instantie worden
geïnformeerd en mag het water pas worden geloosd, indien de bevoegde
instantie hiervoor de toestemming heeft gegeven." "Door de snelle afbraak is
de afvoer van waterstofperoxide door lozing in de riolering onproblematisch."
Voor spoelsecties wordt in de Europese norm EN 806-4:2010 en in het infor-
matieblad 'Spoelen, desinfecteren en in gebruik nemen van drinkwaterinstal-
laties' (augustus 2014) van het Duitse Zentralverband Sanitär Heizung Klima
(ZVSHK) een maximale leidinglengte van 100 m voorgeschreven. Bij deze
lengte is voor een buisleiding ½" van verzinkte staalbuis een volume van ca.
20 l en voor een buisleiding 1¼" een volume van ca. 100 l desinfecterende
oplossing benodigd (zie fi g. 6: Volume in l/m voor verschillende buizen).
Naargelang het volume van de afzonderlijke leidingsecties kunnen met één
fl es doseeroplossing REMS Peroxi Color (zie toebehoren 1.2 Artikelnummers)
ook meerdere leidingsecties worden gedesinfecteerd. Er wordt echter aanbe-
volen om een begonnen fl es niet langer dan één dag te gebruiken, omdat de
doseeroplossing aan concentratie verliest. Waterstofperoxide wordt in de loop
van de tijd afgebroken en verliest daarbij zijn werking, afhankelijk van de
opslagomgeving. Daarom moet vóór iedere desinfectie de concentratie van de
doseeroplossing op zijn werking worden getest. Giet hiervoor 100 ml water in
een schone, afsluitbare bus. Neem vervolgens met de pipet die bij iedere doos
REMS Peroxi Color is meegeleverd, 1 ml doseeroplossing uit de fl es en voeg
deze aan de bus toe (verdunning 1:100). Sluit de bus en schud deze goed.
Met het teststaafje (art.-nr. 091072) wordt de concentratie van de inhoud van
O
/l een inwerktijd van 24 h aanbevolen.
2
2
nld
83