Installatieoverzicht
Voer de volgende stappen uit als u het apparaat wilt gaan gebruiken.
Stap 1
Er zijn verschillende manieren om het apparaat en de computer met elkaar te verbinden.
Kies het type verbinding dat overeenkomt met de netwerkomgeving.
Stap 2
Plaats het apparaat en installeer de printkop en de inkttanks.
Ook als het apparaat in een draadloos of bekabeld LAN zal worden gebruikt, moet u het apparaat
tijdelijk in de buurt van de computer plaatsen om het via een USB-kabel in te stellen.
Stap 3
De installatieprocedure kan variëren, afhankelijk van het verbindingstype.
Kies de installatieprocedure voor het desbetreffende verbindingstype.
Stap 4
(raadpleeg pagina 24 voor Windows
Installeer het printerstuurprogramma om het apparaat te kunnen gebruiken en installeer
de software om het apparaat op het netwerk te kunnen aansluiten.
Als u het apparaat in een draadloos of bekabeld LAN gebruikt, volgt u de instructies tijdens
de installatie om het op de gewenste locatie te plaatsen.
Installatie voltooid
4
Voorwoord
Verbindingstype controleren (zie pagina 5)
Apparaat voorbereiden (zie pagina 10)
Installatieomgeving controleren (zie pagina 20)
Configuratie van het apparaat en de computer
Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
®
en pagina 42 voor Macintosh
®
)