Probleem
Het dialoogvenster [Access Points/
Toegangspunten] wordt weergegeven
tijdens de configuratie
(vervolg)
Tijdens de configuratie wordt het
bericht "An access point could not be
detected/Kan geen toegangspunt
vinden" weergegeven
Tijdens de configuratie wordt het
bericht "Printer could not be connected
to the specified access point/Printer
kan geen verbinding maken met
opgegeven toegangspunt"
weergegeven
68
Problemen oplossen
Mogelijke oorzaak en oplossingen
[Configuration/Configuratie]
Klik hierop om het dialoogvenster met gedetailleerde instellingen weer te geven.
U kunt het netwerkwachtwoord (WEP) of de netwerksleutel (WPA of WPA2) die
u bij [Encryption Method/Coderingsmethode] hebt geselecteerd, controleren
en wijzigen.
[Connect/Verbinding maken]
Klik hierop om verbinding te maken met het opgegeven toegangspunt.
[Network/Netwerk] (SSID)
Voer het Netwerk (SSID) in dat voor het toegangspunt is ingesteld. Het Netwerk
(SSID) is hoofdlettergevoelig. Wanneer u AirPort gebruikt, voert u het Netwerk
(SSID) in met alfanumerieke tekens.
SSID wordt ook wel ESS-ID genoemd. Raadpleeg de handleiding bij het
toegangspunt of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie.
[Encryption Method/Coderingsmethode]
[Do Not Use/Niet gebruiken]
Selecteer deze optie om codering uit te schakelen.
[Use Password (WEP)/Wachtwoord gebruiken (WEP)]
Selecteer deze optie om de overdracht te coderen met het wachtwoord
(WEP-sleutel) dat u hebt opgegeven.
[Use WPA/WPA gebruiken]
Selecteer deze optie om de overdracht te coderen met het wachtwoord
(WPA-sleutel) dat u hebt opgegeven.
De feitelijke coderingssleutel wordt met een zekere regelmaat automatisch
vernieuwd, wat het moeilijker maakt de overdracht te kraken.
[Use WPA2/WPA2 gebruiken]
Selecteer deze optie om de overdracht te coderen met het wachtwoord
(WPA2-sleutel) dat u hebt opgegeven.
De feitelijke coderingssleutel wordt met een zekere regelmaat automatisch
vernieuwd, wat het moeilijker maakt de overdracht te kraken.
Opmerking
Als er geen WEP-sleutel/wachtwoord (WPA- of WPA2-sleutel) is ingesteld,
wordt een dialoogvenster met gedetailleerde instellingen weergegeven. Als u de
instellingen wilt wijzigen, klikt u op [Configuration/Configuratie] in het
dialoogvenster [Manual Setup/Handmatige installatie]. Raadpleeg "Informatie
over [Network Key/Netwerksleutel] (Windows) / [Network Password/
Netwerkwachtwoord] (Macintosh)" op pagina 64 voor meer informatie.
[Configuration/Configuratie]
Klik hierop om het dialoogvenster met gedetailleerde instellingen weer te geven.
U kunt het wachtwoord (WEP-, WPA- of WPA2-sleutel) dat u bij [Encryption
Method/Coderingsmethode] hebt geselecteerd, controleren en wijzigen.
[Connect/Verbinding maken]
Klik hierop om verbinding te maken met het opgegeven toegangspunt.
Dit bericht wordt weergegeven als er geen toegangspunt wordt gedetecteerd.
Als u op [OK] klikt, wordt het dialoogvenster [Access Points/
Toegangspunten] weergegeven. Raadpleeg "Het gewenste toegangspunt
wordt niet gedetecteerd" op pagina 63 voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven als het apparaat geen verbinding kan maken met
het gewenste toegangspunt. Als u op [OK] klikt, wordt het dialoogvenster
[Access Points/Toegangspunten] weergegeven. Raadpleeg "Het gewenste
toegangspunt wordt niet gedetecteerd" op pagina 63 voor meer informatie.