Probleem
Het gewenste toegangspunt wordt niet
gedetecteerd
Er kan geen verbinding met het
gewenste toegangspunt worden
gemaakt
Mogelijke oorzaak en oplossingen
Als het apparaat of de computer niet kan communiceren met het gewenste
toegangspunt, volgt u de hierna aangegeven procedure.
(1)Zorg ervoor dat het toegangspunt is ingeschakeld en klik vervolgens op
[Update/Bijwerken] in het dialoogvenster [Access Points/
Toegangspunten].
(2)Als het toegangspunt nog steeds niet wordt gedetecteerd, plaatst u het
apparaat dichter in de buurt van het toegangspunt en verwijdert u eventuele
obstakels. Klik vervolgens op [Update/Bijwerken].
(3)Zorg ervoor dat de computer kan communiceren met het toegangspunt.
Opmerking
Raadpleeg het gedeelte "Controleren of de computer en het apparaat
(toegangspunt) met elkaar kunnen communiceren" in de on line
Netwerkhandleiding voor meer informatie.
(4)Haal de stekker van het toegangspunt uit het stopcontact en steek de
stekker er vervolgens weer in. Klik dan op [Update/Bijwerken].
Gebruik de hulpprogramma's van het toegangspunt om te controleren of het
toegangspunt is ingesteld op de verborgen modus, waardoor de SSID van
het toegangspunt niet bekend wordt gemaakt. Controleer ook of het
toegangspunt is ingesteld om clients te weigeren waarvoor de SSID is
ingesteld op [ANY/Alle]. Als dit het geval is, klikt u op [Manual Setup/
Handmatige installatie] en voert u de SSID van het toegangspunt in bij
[SSID]. Raadpleeg "Het dialoogvenster [Access Points/Toegangspunten]
wordt weergegeven tijdens de configuratie" op pagina 67 voor meer
informatie.
Voor het draadloze kanaal dat moet worden gebruikt, kunnen beperkingen
zijn ingesteld, afhankelijk van de netwerkapparatuur die op de computer is
geïnstalleerd. Controleer de draadloze kanalen die beschikbaar zijn voor het
netwerkapparaat. Raadpleeg de handleiding bij de computer of het
draadloos-netwerkapparaat voor meer informatie.
Controleer of het kanaal dat op het toegangspunt is ingesteld, geldig is voor
de communicatie met de computer, zoals u hierboven hebt gecontroleerd.
Als dit niet het geval is, wijzigt u het kanaal dat op het toegangspunt is
ingesteld.
Sommige toegangspunten kunnen automatisch schakelen tussen draadloze
kanalen. Het is mogelijk dat dit apparaat geen verbinding met een
toegangspunt kan maken als het kanaal is ingesteld op Automatisch (of een
vergelijkbare optie) of op een kanaal buiten het bereik 1 tot en met 13.
Configureer het toegangspunt voor gebruik van een kanaal tussen 1 en 13.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels tussen het toegangspunt en het
apparaat bevinden.
Controleer de netwerknaam/SSID van het gewenste toegangspunt en stel
het apparaat zodanig in dat dezelfde netwerknaam/SSID wordt gebruikt. Als
de netwerknaam/SSID op het apparaat niet overeenkomt met die op het
toegangspunt, kan het apparaat geen verbinding maken met het
toegangspunt. Raadpleeg "Het dialoogvenster [Access Points/
Toegangspunten] wordt weergegeven tijdens de configuratie" op pagina 67
voor meer informatie.
Opmerking
Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor WPA-Enterprise of WPA2-
Enterprise. Wanneer u een toegangspunt selecteert dat is ingesteld voor het
gebruik van WPA-Enterprise of WPA2-Enterprise, is dit toegangspunt niet
beschikbaar en kan het niet worden ingesteld.
Zorg ervoor dat het apparaat en het toegangspunt met elkaar kunnen
communiceren wanneer deze instelling is geactiveerd. Wanneer voor het
toegangspunt codering is ingesteld, geeft u voor het apparaat dezelfde
coderingsinstellingen op als op het toegangspunt. Als de WEP/WPA/WPA2
(coderingssleutel) op het apparaat niet overeenkomt met die op het
toegangspunt, kan het apparaat niet communiceren met het toegangspunt.
Raadpleeg "WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen" op pagina 65 voor meer
informatie.
Problemen oplossen
63