Configuratie voor gebruik in een bekabeld LAN
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat configureert voor gebruik in een bekabeld
LAN.
Belangrijk
Volg deze procedure alleen wanneer het apparaat nog niet is geconfigureerd voor verbinding met
een bekabeld LAN. Als het apparaat al is verbonden met een bekabeld LAN, raadpleegt u
"Configuratie van een extra, via een LAN verbonden computer" op pagina 39.
1
Selecteer in het scherm [Setup Method/
Installatiemethode] de optie [Set up the
printer/scanner and the computer / Printer/
scanner en computer instellen] en klik op
[Next/Volgende].
Belangrijk
Deze stap dient te volgen op stap 4 in "Software
installeren" op pagina 24. Als het scherm [Setup
Method/Installatiemethode] nog niet is
weergegeven, gaat u terug naar de procedure in
"Software installeren" op pagina 24 om de installatie
van de software te voltooien.
2
Wanneer het scherm verschijnt dat rechts is
afgebeeld, sluit u het apparaat aan met een
USB-kabel.
Opmerking
Als u het apparaat wilt configureren terwijl het
apparaat nog geen verbinding met een LAN heeft,
maakt u verbinding via een USB-kabel.
Configuratie van het apparaat en de computer (Windows)
33