Probleem
Apparaat gebruiken in een omgeving
met meerdere toegangspunten
Netwerksleutel/netwerkwachtwoord instellen
Probleem
Informatie over [Network Key/
Netwerksleutel] (Windows) / [Network
Password/Netwerkwachtwoord]
(Macintosh)
64
Problemen oplossen
Mogelijke oorzaak en oplossingen
Controleer de volgende punten:
Kan het gewenste toegangspunt communiceren met het apparaat en de
computer?
Is het draadloze kanaal van het toegangspunt ver genoeg verwijderd van dat
van andere toegangspunten?
De kans bestaat dat Windows XP automatisch verbinding maakt met het
verkeerde toegangspunt. Voer de hierna aangegeven stappen uit om uw
toegangspunt de hoogste prioriteit te geven.
(1)Selecteer [Start] > [Connect To/Verbinding maken].
(2)Klik met de rechtermuisknop op [Wireless Network Connection/Draadloze
netwerkverbinding] en selecteer [Properties/Eigenschappen].
(3)Klik op het tabblad [Wireless Networks/Draadloze netwerken] en zorg
ervoor dat [Use Windows to configure my wireless network settings/
Draadloos netwerk automatisch configureren] is ingeschakeld.
(4)Controleer of het gewenste toegangspunt wordt weergegeven in de lijst
[Preferred networks/Voorkeursnetwerken].
Als het toegangspunt niet boven aan de lijst staat, selecteert u het
toegangspunt en verplaatst u het met de knop [Move up/Naar boven] naar
de bovenste positie in de lijst.
Als er meerdere netwerken beschikbaar zijn terwijl u Macintosh gebruikt,
selecteert u [System Preferences/Systeemvoorkeuren] > [Network/
Netwerk] > [Network Port Configurations/Configuratie netwerkpoorten] en
wijzigt u vervolgens de prioriteit van de te gebruiken netwerkpoort. Als de
netwerkpoort niet de hoogste prioriteit heeft, selecteert u de netwerkpoort en
verplaatst u deze naar de hoogste positie in de lijst (hoogste prioriteit).
Mogelijke oorzaak en oplossingen
In draadloze netwerken wordt een coderingssleutel gebruikt. Bij het gebruik van
wachtwoorden moeten de instellingen van het toegangspunt, het apparaat en
de computer met elkaar overeenkomen. Een WEP-sleutel wordt gebruikt bij de
WEP-verificatiemethode, terwijl een wachtwoord of gedeelde sleutel wordt
gebruikt bij de WPA- en WPA2-verificatiemethoden.
Belangrijk
De namen van netwerken variëren, afhankelijk van het toegangspunt of de
toepassingssoftware.
Opmerking
Voer de netwerksleutel in met dezelfde indeling en dezelfde lengte als op het
toegangspunt.
Afgezien van de codering, moeten ook de instellingen voor toegangsbeheer
en de SSID/netwerknaam overeenkomen tussen het apparaat en het
toegangspunt, om het apparaat zo in te kunnen stellen dat het kan
communiceren met het toegangspunt.