BEËINDIGEN VAN DE BYPASS
1.
Alvorens de bypass te beëindigen moet de flow in het afnamesysteem op nul
worden gebracht.
2.
Sluit de bypass af volgens de normale bedrijfsprocedures.
3.
Controleer of de lijn die is aangesloten op de arteriële toegang op juiste wijze is
afgesloten met een klem.
4.
Maak het veneuze reservoir niet helemaal leeg voordat u zeker weet dat de
bypass niet hoeft te worden hervat.
5.
Desgewenst is het mogelijk de maximale terugkeer van bloed naar de patiënt te
bewerkstelligen, door fysiologische vulvloeistof toe te voegen aan het veneuze
reservoir wanneer het bloed het minimumvolume in het reservoir heeft bereikt.
Pomp langzaam via de oxygenator, terwijl u controleert of het reservoir niet
leeg raakt.
PROCEDURE VOOR VERVANGING VAN DE OXYGENATOR TIJDENS DE
CARDIOPULMONALE BYPASS
De hieronder geïllustreerde procedure stelt de bediener in staat om tijdens de
cardiopulmonale bypass alleen de oxygenatormodule van het hele oxygenator-
/reservoirsysteem te vervangen.
Benodigd materiaal voor de vervangingsprocedure:
Eén
(1)
steriel slangmes
Acht
(8)
slangklemmen
Eén
(1)
Steriele APEX
Eén
(1)
steriele set accessoires voor het
bloedgasmonsternamesysteem
Eén
(1)
Oxygenatorhouder
1.
Monteer een tweede oxygenatorhouder op de pompconsole. Plaats de houder
zo dicht mogelijk bij de eerste houder en zodanig dat de nieuwe oxygenator in
dezelfde richting staat als de oude oxygenator.
2.
Verwijder de nieuwe oxygenator uit de verpakkingsdoos en inspecteer de
steriele zak om eventuele beschadiging vast te stellen. Gebruik het product
niet als de zak of het product zelf onklaar gemaakt of beschadigd zijn.
Registreer het serienummer dat op de oxygenator vermeld wordt.
Zet de nieuwe oxygenator in de tweede houder.
uitgangsconnectors van de nieuwe oxygenator dienen in dezelfde richting te
zitten als die van de oude oxygenator. Stop de flow in het afnamesysteem van
het oude apparaat, en controleer vervolgens of de aftap-/recirculatieklep
gesloten is en de arteriële toegangslijn afgesloten is met een klem.
3.
Verbind de waterlijnen met de nieuwe oxygenator.
warmtewisselaar circuleren en controleer of er geen lekkages zijn in de slangen
die verbonden zijn met de ingangsconnector van het bloed of uit de opening op
de onderkant van de oxygenator.
4.
Beëindig de bypass volgens uw normale procedures. Hierbij moeten de
veneuze lijn en de arteriële lijn worden afgesloten met een klem.
5.
Schakel het ventilatiegas uit. Verwijder de gaslijn van de oude oxygenator en
sluit hem aan op de nieuwe oxygenator.
6.
Verbind de nieuwe arteriële afnamelijn met de corresponderende connector van
de nieuwe oxygenator. Verwijder de oude veneuze afnamelijn van de veneuze
afnameconnector op het veneuze reservoir; bevestig de veneuze afnamelijn
van het nieuwe afnamesysteem. Vergewis u ervan dat de kranen van het
afnameverloopstuk zodanig geplaatst zijn dat de flow in de afnamelijnen en in
het verloopstuk zelf mogelijk gemaakt wordt, zonder dat er lekkages ontstaan
bij de connectors van de afnameplaatsen.
7.
Sluit de aftap-/recirculatielijn van de nieuwe oxygenator aan op het veneuze
reservoir.
8.
Plaats twee klemmen op de ingangslijn van 3/8" (9,5 mm) van de oxygenator.
Deze lijn verbindt de kop van de pomp met de ingang van de oude oxygenator.
Plaats deze klemmen in de buurt van de ingangsconnector van de oxygenator
en op een afstand van ongeveer 1,5 inch (3,8 cm) van elkaar. Snijd de slang in
het gebied tussen de twee klemmen aseptisch door. Doe dit in de buurt van de
klem die zich het dichtst bij de oxygenator bevindt.
9.
Verbind, zonder de klem te verwijderen, de ingangslijn van 3/8" (9,5 mm) van
de oude oxygenator (afkomstig van de kop van de pomp), met de
ingangsconnector van de nieuwe oxygenator.
10. Plaats twee slangklemmen op de uitgangslijn van 3/8" (9,5 mm) van de
oxygenator. Plaats deze klemmen dichtbij de uitgangsconnector van de
oxygenator en op een afstand van ongeveer 1,5 inch (3,8 cm) van elkaar. Snijd
de slang in het gebied tussen de twee klemmen aseptisch door. Doe dit in de
buurt van de klem die zich het dichtst bij de oxygenator bevindt.
11. Verbind, zonder de klem te verwijderen, de uitgangslijn van de oxygenator met
binnendiameter 3/8" (9,5 mm) met de uitgangsconnector van de nieuwe
oxygenator.
12. Maak de toegangslijn van het arteriële bloed los van de oude oxygenator, en
verbind hem weer met de toegangsconnector van het arteriële bloed van de
nieuwe oxygenator.
13. Verwijder de klemmen van de ingangslijn van de nieuwe oxygenator.
14. Open de aftap-/recirculatieklep en zet hem in de stand voor aftappen.
46
HP M Ph.I.S.I.O. oxygenator
®
De ingangs- en
Laat water in de
15. Controleer de veiligheid van de aansluitingen. Vergewis u ervan dat er nog een
klem aanwezig is op de arteriële lijn die naar de patiënt leidt.
16. Vul de nieuwe oxygenator en voer de eventuele luchtbellen af die zich tijdens
de vul- en recirculatieprocedure hebben gevormd.
17. Schakel het afnamesysteem uit. Schakel de arteriële pomp uit en sluit de aftap-
/recirculatieklep.
18. Verwijder de klemmen van de veneuze en de arteriële lijn en start de bypass
opnieuw volgens de normale procedure.
19. Verwijder de arteriële temperatuursonde van de oude oxygenator en sluit hem
aan op de desbetreffende connector van de nieuwe oxygenator.
20. Verwijder de gasafvoerlijn van de oude oxygenator en verbind hem met de
nieuwe oxygenator.
PROCEDURE VOOR VERVANGING VAN HET HELE SYSTEEM TIJDENS
CARDIOPULMONALE BYPASS
De hieronder geïllustreerde procedure stelt de bediener in staat het hele
oxygenator/reservoirsysteem te vervangen tijdens een cardiopulmonale bypass.
Benodigd materiaal voor de vervangingsprocedure:
Eén
(1)
Acht
(8)
Eén
(1)
Eén
(1)
Eén
(1)
Eén
(1)
1.
Monteer een tweede oxygenatorhouder op de pompconsole. Plaats de houder
zo dicht mogelijk bij de eerste houder en zodanig dat de nieuwe oxygenator in
dezelfde richting staat als de oude oxygenator.
2.
Haal de nieuwe oxygenator, met het veneuze reservoir al verbonden, uit de
verpakkingsdoos en inspecteer de steriele zak om eventuele beschadigingen
vast te stellen. Gebruik het product niet als de zak of het product zelf onklaar
gemaakt of beschadigd zijn. Registreer het serienummer dat op de oxygenator
vermeld wordt.
Plaats het nieuwe oxygenator/reservoirsysteem in de tweede houder. De
ingangs- en uitgangsconnectors van de nieuwe oxygenator dienen in dezelfde
richting te zitten als die van de oude oxygenator.
afnamesysteem van het oude apparaat, en controleer vervolgens of de aftap-
/recirculatieklep gesloten is en de arteriële toegangslijn afgesloten is met een
klem.
3.
Verbind de waterlijnen met de nieuwe oxygenator.
warmtewisselaar circuleren, en controleer of er geen lekkages zijn.
4.
stop het vacuüm dat bij de ontluchtings-/recirculatieklep arriveert (indien van
toepassing).
5.
Verbind het segment van 3 inch (7,5 cm) steriele slang van 3/8" (9,5 mm)
aseptisch aan op de uitgang van het nieuwe veneuze reservoir en sluit het af
met een klem. Verbind met deze lijn de steriele slangconnector van 3/8" x 3/8"
(9,5 mm x 9,5 mm).
6.
Breng vulvloeistof in het nieuwe veneuze reservoir om het aanbevolen
minimumniveau van 200 ml te bereiken.
7.
Eindig de bypass volgens uw gebruikelijke procedures. Hierbij moeten de
veneuze lijn en de arteriële lijn worden afgesloten met een klem.
8.
Schakel het ventilatiegas uit. Verwijder de gaslijn van de oude oxygenator en
sluit hem aan op de nieuwe oxygenator.
9.
Plaats twee klemmen op de ingangslijn van 3/8" (9,5 mm) van de oxygenator.
Deze lijn verbindt de kop van de pomp met de ingang van de oude oxygenator.
Plaats deze klemmen in de buurt van de ingangsconnector van de oxygenator
en op een afstand van ongeveer 1,5 inch (3,8 cm) van elkaar. Snijd de slang in
het gebied tussen de twee klemmen aseptisch door. Doe dit in de buurt van de
klem die zich het dichtst bij de oxygenator bevindt.
10. Verbind, zonder de klem te verwijderen, de ingangslijn van de oxygenator van
3/8" (9,5 mm) (afkomstig van de kop van de pomp) met de ingangsconnector
van de nieuwe oxygenator.
11. Plaats twee slangklemmen op de uitgangslijn van 3/8" (9,5 mm) van de
oxygenator. Plaats deze klemmen dichtbij de uitgangsconnector van de
oxygenator en op een afstand van ongeveer 1,5 inch (3,8 cm) van elkaar. Snijd
de slang in het gebied tussen de twee klemmen aseptisch door. Doe dit in de
buurt van de klem die zich het dichtst bij de oxygenator bevindt.
12. Verbind, zonder de klem te verwijderen, de uitgangslijn van de oxygenator met
binnendiameter 3/8" (9,5 mm) met de uitgangsconnector van de nieuwe
oxygenator.
13. Maak de toegangslijn van het arteriële bloed los van de oude oxygenator, en
verbind hem weer met de toegangsconnector van het arteriële bloed van de
nieuwe oxygenator.
14. Verwijder de klemmen van de ingangslijn van de nieuwe oxygenator.
NL – NEDERLANDS
steriel slangmes
slangklemmen
steriele APEX HP of Apex HP Ph.I.S.I.O.
Smarxt oxygenator-/reservoirsysteem
segment van 3 inch (7,5 cm) steriele slang
met ID 3/8" (9.5mm)
connector voor steriele slang van 3/8" x 3/8"
(9.5mm x 9.5mm)
Oxygenatorhouder
Stop de flow in het
Laat water in de