4.0 TESTPROCEDURE
4.1 Tegendruktest
1.
Verwijder de bestaande klep van de pomp en installeer in
plaats daarvan een VM-2-klep (N.B.: Dit is vereist vanwege
de aanwezigheid van een interne regelklep in de meeste
andere klepmodellen).
2.
Haal de pompmontage uit het reservoir en plaats hem op
een testbank op zijn kant, zodat u de onderkant van de
pomp gemakkelijk kunt zien.
3.
Sluit een 0 - 700 bar (0-10.000 psi) handpomp met een 0 -
1034 bar (0-15.000 psi) drukmeter aan op de VM-2-uitlaat.
Sluit de VM-2-klep volledig.
4.
Werk met de handpomp om druk op de pomp toe te
passen t/m 85% van zijn maximale nominale druk, en zoek
naar lekken in het systeem. Controleer of de druk stabiel
blijft.
5.
Als de veiligheidsuitlaat van de pomp opent voordat
85% van de maximale nominale druk bereikt is, moet
het uitlaatinstelpunt worden bijgesteld volgens de 4.3
Veiligheid-uitlaatkleptest.
6.
As de druk niet stabiel blijft op 85% van de maximale
nominale druk, moet de bron van de systeemlekkage
worden gevonden, geïsoleerd en gerepareerd.
7.
Laat de systeemdruk ontsnappen en verwijder de
handpomp, drukmeter en de VM-2-klep. Vervang de
oorspronkelijke klep en zet de pomp in zijn oorspronkelijke
staat terug.
4.2 Bypass-kleptest
1.
Haal de pompmontage uit het reservoir en zet hem op een
testbank; leg hem op zijn kant om de onderkant van de
pomp gemakkelijk te kunnen zien.
2.
Meet de in figuur 4 getoonde bypass-dophoogte. Deze
afmeting moet dicht bij de in de Testspecificatietabel
getoonde waarde liggen.
3.
Zet de pompmontage weer in een testbankcarter of het
pompreservoir.
4.
Bevestig een V-152-uitlaatklep aan de vooruit-poort van de
pompklep. Plaats een 0 - 1034 bar (0-15.000 psi) drukmeter
op de extra V-152-poort en een lage restrictie-retourslang
aan de onderkant (tankpoort) van de V-152. Leid de
retourslang terug naar het carter of het reservoir.
5.
Sluit de pomp op de netspanning aan.
6.
Zet de pompklep op de vooruit-stand en open de V-152-
klep volledig (draai de hendel ervan naar links).
7.
Start de pompmotor.
8.
Controleer de pompdruk en stroomsterkte terwijl u de
V-152-klep langzaam sluit door de hendel ervan naar
rechts te draaien. De bypass-klep moet zodanig ingesteld
zijn dat het maximale huidige verbruik op de bypass-druk
hetzelfde of enigszins lager is dan het huidige verbruik op
de maximale nominale druk van de pomp.
9.
Als er geen ampèremeter beschikbaar is raadpleegt u de
Testspecificatietabel op de juiste geschatte drukinstelling
voor de bypass-klep.
10. Als het maximale stroomverbruik op de bypass-druk hoger
is dan de maximumdruk of als de bypass-druk een verschil
van meer dan 14 bar (200 psi) toont, moet de bypass-
instelling worden bijgesteld. Schakel de netspanning op de
pomp uit, til de pompmontage uit het carter of reservoir en
draai de bypass-dop (figuur 4, item 12) (naar rechts om het
Uitlaten
Bypass-
klep
HP
instelpunt te verhogen, naar links om te verlagen). Herhaal
stappen 5 t/m 10 totdat de juiste bypass-instelling bereikt
is.
11. Stop de pompmotor en schakel de netspanning op de
pomp uit. Verwijder de V-152-klep en drukmeter, en zet de
pomp in zijn oorspronkelijke staat terug.
4.3 Veiligheidsuitlaatkleptest
1.
Verwijder de huidige klep van de pomp en zet er in plaats
daarvan een VM-2-klep op (N.B.: Dit is vereist vanwege
de aanwezigheid van een interne regelklep in de meeste
andere klepmodellen).
2.
Haal de pompmontage uit het reservoir en zet hem op een
test bank; zet hem op zijn kant zodat de onderkant van de
pomp gemakkelijk kan worden gezien.
3.
Sluit een 0 - 700 bar (0-10.000 psi) handpomp met een 0 -
1034 bar (0-15.000 psi) drukmeter aan op de VM-2-uitlaat.
Sluit de VM-2-klep volledig.
4.
Werk met de handpomp en controleer de drukmeter. Let op
de druk waarop de pompveiligheidsklep begint het te laten
ontsnappen.
5.
Als deze waarde buiten de voor het toepasselijke model
vermelde grenzen in de Testspecificatietabel valt, moet het
instelpunt worden bijgesteld door een 5 mm allensleutel
in het uiteinde van de uitlaatklep te gebruiken en de
afstelschroef te draaien (naar rechts om het instelpunt te
verhogen, naar links om te verlagen). Herhaal stappen 4 en
5 totdat de juiste instelling bereikt is.
6.
Laat de systeemdruk ontsnappen en verwijder de
handpomp en drukmeter.
7.
Zet de pompmontage weer in het testbankcarter of het
pompreservoir.
8.
Bevestig een V-152-uitlaatklep aan de vooruit-poort van de
pompklep. Plaats een 1034 bar (0-15.000 psi) drukmeter op
de extra V-152-poort en een lage restrictie-retourslang aan
de onderkant (tankpoort) van de V-152. Leid de retourslang
terug naar het carter of het reservoir. Bevestig een V-152-
uitlaatklep op de vooruit-poort van de pompklep. Installeer
de drukmeter op de extra V-152-poort, en lage restrictie-
retourslang aan de onderkant (tankpoort) van de V-152.
Leid de retourslang terug naar het carter of het reservoir.
9.
Sluit de VM-2-klep volledig en open de V-152-klep eveneens
volledig (door de hendel naar links te draaien).
58
Interne uitlaatklep
LP
M