Descargar Imprimir esta página

Getinge MAQUET HEARTSTRING III Instrucciones De Uso página 14

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
HEARTSTRING III-systeem
voor proximale afsluiting
6.4
Houd de aortaknipper zoals weergegeven in afbeelding 14. Ondersteun de behuizing met één hand en
houd de andere hand klaar om het hulpmiddel net als een injectiespuit te activeren.
6.5
Houd de aortaknipper loodrecht op het aortaoppervlak en druk de activeringsknop in om de
aortaknipper te activeren.
VOORZORGSMAATREGEL: Oefen geen overmatige neerwaartse kracht uit terwijl u de
aortaknipper activeert om het risico van doorboren van de aorta te verminderen.
6.6
Na voltooiing van de aortotomie verwijdert u de aortaknipper van de aorta en stelpt u het bloeden met
uw wijsvinger.
VOORZORGSMAATREGEL: Pas op voor de scherpe naald en knipper nadat u deze hebt verwijderd.
OPMERKING: U kunt de aortaplug bekijken met behulp van een standaard operatienaald. Laat de
plug langs de schacht van de naald omlaag schuiven.
7.
Breng de HEARTSTRING III proximale afsluiting in de anastomoseplaats in:
7.1
Breng de tip van het plaatsingsinstrument in de aortotomielocatie in en activeer de zuiger om de
HEARTSTRING III proximale afsluiting te ontplooien (afbeelding 15). Activering wordt bevestigd
door een hoorbare klik.
OPMERKING: De aanwezigheid van bloed in het plaatsingsinstrument geeft aan dat het hulpmiddel
correct is ingebracht.
VOORZORGSMAATREGEL: Tijdens het inbrengen moet voorzichtig te werk worden gegaan om
het risico van doorboren van de aorta te verminderen.
HEARTSTRING III proximale afsluiting in de aortotomie inbrengen
7.2
Plaats een vinger op de afsluiting om deze op de plaats te verankeren en trek het plaatsingsinstrument
langzaam terug (afbeelding 16).
14
Afbeelding 14.
Activering van het hulpmiddel
Afbeelding 15.
NEDERLANDS

Publicidad

loading