Boston Scientific Precision Novi Manual Del Usuario página 148

Informatie voor patiënten
ELEKTRISCHE STIMULATIE. De energie die door een pulsgenerator wordt opgewekt.
ELEKTROMAGNETISCHE INTERFERENTIE (EMI). Elektromagnetische signalen die verschillende elektrische
signalen verstoren waaronder ruggenmergstimulatie.
FREqUENTIE. Het aantal keren per seconde (snelheid) dat stimulatiepulsen naar het ruggenmerg worden
gestuurd. Een optie-instelling die beschikbaar is via de afstandsbediening.
GEBIED. Een plaats op het lichaam zoals het rechter- of linkerbeen waar stimulatie plaatsvindt.
IMPLANTAAT. Kleine elektrische pulsgenerator waarmee de stimulatie wordt geregeld.
INCISIE. Kleine chirurgische snede of opening in de huid.
IPG. Implanteerbare pulsgenerator.
LEAD. Een chirurgisch geïmplanteerde geïsoleerde draad waarmee elektrische stimulatiepulsen uit een
pulsgenerator naar het ruggenmerg worden gestuurd.
MRI. Magnetic Resonance Imaging; het gebruik van een NMR-spectrometer voor het genereren van
elektronische beelden van weefsel en organen.
NIVEAU. Term waarmee vaak de amplitude of sterkte van de stimulatiepulsen wordt aangegeven.
OPSLAAN. De knopopdracht van de afstandsbediening waarmee een nieuw gemaakt of gewijzigd
stimulatieprogramma wordt opgeslagen.
PACEMAKER. Een klein implanteerbaar hulpmiddel dat het hartritme regelt.
Precision Novi™-systeem Informatie voor patiënten
90971728-03 VERSIE A 146 van 491