NL
Instructies
Operationele voorzorgsmaatregelen
Druk op de aan/uit-knop aan de bovenkant van het apparaat en houd deze 1 seconde
ingedrukt om het apparaat aan te zetten en te laten draaien (het aan/uit-lampje gaat
branden). Druk nogmaals op de aan/uit-knop aan de bovenkant van het apparaat en houd
deze 1 seconde ingedrukt om het apparaat uit te schakelen (het aan/uit-lampje gaat uit).
Druk op de warmteknop bovenop het apparaat om de warmtefunctie te activeren en het
apparaat aan te zetten (het indicatielampje gaat branden). Druk nogmaals op de warmte-
knop bovenop het apparaat om het apparaat uit te schakelen (het controlelampje gaat
uit).
Apparaat
Zet het apparaat aan, druk eenmaal snel op de aan/uit-knop om het op niveau 1 in te
stellen, druk tweemaal om het op niveau 2 in te stellen, enzovoort, er zijn in totaal 6
instelbare niveaus. De niveaus 1 tot en met 6 komen overeen met de snelheidsniveaus.
Druk eenmaal op de warmteknop voor niveau 1, nogmaals voor niveau 2, en nogmaals
voor niveau 3. Wanneer de warmte wordt geactiveerd, zal de temperatuur van de drie
niveaus respectievelijk 40°, 50° en 60° zijn. De opwarmtijd tot 40° is ongeveer 2 minuten.
Laden
Voor het eerste gebruik laadt u het apparaat 4 uur op om de batterij te vullen. Als het
apparaat niet werkt, probeer het dan op te laden. Het vermogen is verdeeld in 4 niveaus.
De batterij kan op elk moment en op elk laadniveau worden opgeladen.
Het wordt afgeraden de batterij volledig leeg te laten lopen. Zorg ervoor dat het apparaat
is uitgeschakeld wanneer het niet wordt gebruikt.
De gebruiksduur van het apparaat is afhankelijk van het snelheidsniveau en de druk die
tijdens het gebruik wordt uitgeoefend.
Snelheidsweergave
Stroomindicator
Laadconnector
ON/OFF
warmteknop
59
Warmtezone