NL
Koplamp in-/uitschakelen A
(optioneel afhankelijk van het model)
Inschakelen
De koplamp brandt, als de motor loopt resp. wan-
Î
neer de contactsleutel zich in positie
/
/
Uitschakelen
De koplamp is uitgeschakeld wanneer de contact-
Î
sleutel zich in de STOP-stand /
Parkeerrem in- resp. uitschakelen G
Om de parkeerrem in te schakelen, duwt u de
Î
hendel [A] naar rechts uit de uitsparing en schuift
hem helemaal naar achteren tot de hendel in de
stand
vastklikt.
/
Om de parkeerrem uit te schakelen, duwt u de
Î
hendel [A] naar rechts uit de uitsparing en schuift
hem helemaal naar voren tot de hendel in de
/
stand
vastklikt.
Aanwijzing
Voor het inschakelen van de parkeerrem altijd
het apparaat vooraf tot stilstand brengen en
de rijpedalen niet meer bedienen.
De rijpedalen bij ingeschakelde parkeerrem niet be-
dienen, omdat dit kan leiden tot transmissieschade.
¾ Schakel altijd de parkeerrem in, voordat u het
apparaat verlaat.
Motortoerental instellen D
Met de gashendel kunt u het motortoerental traploos
instellen.
Snel motortoerental =
Laag motortoerental =
Motor starten C D E
Aanwijzing
De choke E dient voor het starten van het apparaat
bij koude motor. Sommige modellen hebben geen
choke, de motor stelt zich automatisch op de betref-
fende start in. Let u hierbij op de specifieke aanwij-
zingen in de gebruiksaanwijzing van de motor.
Open de benzinekraan (indien aanwezig – zie
Î
motorhandboek).
Ga op de bestuurdersstoel zitten.
Î
Schakel de parkeerrem in.
Î
Schakel het snijmechanisme uit.
Î
Steek de contactsleutel in het contactslot.
Î
Draai de contactsleutel gedurende ca. een minuut op
Î
/ON om het motor- brandstofsysteem met brandstof
te vullen. Draai de contactsleutel dan weer op
Deze actiestap is alleen vereist bij apparaten met
elektronische gashendel - zie ook motorhandleiding.
Zet de gashendel op de middelste positie tussen
Î
en
.
76
[P]
bevindt
bevindt.
Let op!
Aanwijzing
Bij sommige modellen is deze positie ook
gemarkeerd met "START".
Trek bij koude motor de choke resp. zet de ga-
Î
shendel op
uitgerust met een chokesysteem).
Bedien de contactsleutel [3]:
Î
Draai de contactsleutel om
Î
Laat de contactsleutel los.
Î
3 De contactsleutel staat in normale stand
/
Aanwijzing
Een startpoging mag max. 5 seconden duren.
Wacht vóór de volgende poging 10 seconden.
Aanwijzing
De OCR-functie mag tijdens het starten niet
geactiveerd zijn (zie paragraaf "OCR-functie").
Zet de choke of de gashendel langzaam terug, tot
Î
de motor rustig loopt.
Aanwijzing
Bij apparaten met een elektronische gashen-
del en volledig elektronisch brandstofinspuit-
systeem kan bij het starten een metaalachtig
tikken hoorbaar zijn. Laat de motor dan
5 - 10 minuten lang in de startpositie lopen.
Is het geluid daarna nog steeds te horen,
moet u de motor uitschakelen en contact op-
nemen met een gespecialiseerde werkplaats.
Motor stoppen C D
Zet de gashendel omhoog
Î
Laat de motor ca. 60 seconden lopen.
Î
Zet de contactsleutel omhoog
Î
Trek de contactsleutel uit het slot.
Î
Schakel de parkeerrem in.
Î
Rijden M
Gevaar door abrupt opstarten, plotseling
stoppen en rijden met een te hoge snelheid
ÂGevaar voor ongevallen
¾ Rij langzaam weg en rem langzaam af.
¾ Rij niet met een te hoge snelheid.
¾ Wees bijzonder voorzichtig bij het
achteruitrijden.
¾ Verander nooit van rijrichting zonder de
machine eerst tot stilstand te brengen.
¾ Verminder in bochten altijd de snelheid en
pas de snelheid aan de draaicirkel (hoe
kleiner de radius des te lager de snelheid).
/OFF.
¾ Verstel tijdens het rijden nooit de stuur-
kolom of de bestuurdersstoel.
¾ Gebruik het apparaat nooit zonder
snijmechanisme.
(alleen vereist bij apparaten die zijn
tot de motor loopt.
.
.
.
WAARSCHUWING!
Gebruik