hebben . De symptomen kunnen betrekking
hebben op de handen, de polsen en de
vingers, met verlies van gevoeligheid,
loomheid, jeuk, pijn, verkleuring of structurele
wijzigingen van de huid. Deze effecten
kunnen versterkt worden door een lage
omgevingstemperatuur en/of een overdreven
druk op de handgreep. Wanneer deze
symptomen optreden, moet de machine
minder lang gebruikt worden en is het
noodzakelijk een arts te raadplegen.
Beperkingen voor het gebruik
• De machine mag niet gebruikt worden
door personen die niet in staat zijn om het
gereedschap stevig met beide handen vast
het houden en/of om stevig in evenwicht
te blijven staan op beide benen.
• Gebruik de machine nooit indien de
beschermingen beschadigd zijn,
ontbreken of niet correct geplaatst zijn.
• Gebruik de machine niet indien de
toebehoren/werktuigen niet op de
voorziene plaatsen geïnstalleerd zijn.
• De aanwezige veiligheidsinrichtingen/
microschakelaars niet uitschakelen,
afschakelen, verwijderen of schenden.
• Wijzig de afstellingen van de motor niet,
en overbelast hem niet. Indien de motor
aan een te hoog toerental werkt, verhoogt
het risico op persoonlijke letsels.
• Overbelast de machine niet en gebruik geen
kleine machine om zware werken te verrichten;
het gebruik van een machine met aangepaste
afmetingen zal de risico's beperken en
de kwaliteit van het werk verbeteren.
2.4 ONDERHOUD, STALLING
Regelmatig onderhoud en een correcte
stalling garanderen de veiligheid van de
machine en het niveau van de performance.
Onderhoud
• Om het risico op brand te verminderen,
moet men regelmatig controleren of er
geen lekken van olie en/of brandstof zijn.
•
Het niveau van het geluid en van
de trillingen dat aangegeven is in deze
handleiding, zijn de maximale waarden voor
het gebruik van de machine. Het gebruik
van een niet gebalanceerd maai-element,
een overdreven snelheid van de beweging
en gebrekkig onderhoud hebben een
negatieve invloed op het geluidsniveau en
op de trillingen. Bijgevolg is het noodzakelijk
preventieve maatregelen te treffen om
mogelijke schade ten gevolge van een
hoog geluidsniveau en stress van trillingen
te vermijden; zorg voor het onderhoud van
de machine, draag gehoorbescherming,
maak pauzes tijdens het werk.
Stalling
• Zet de machine niet met brandstof in de tank
in een ruimte waar de brandstofdampen
met vlammen, vonken of een warmtebron
in aanraking zouden kunnen komen.
• Laat geen houders met restmateriaal
in een gesloten ruimte, om het
risico op brand te voorkomen.
2.5 BESCHERMING VAN DE OMGEVING
De milieubescherming moet een belangrijk
en prioritair aspect vormen voor het gebruik
van de machine, ten gunste van de civiele
samenleving en de omgeving waarin we leven.
• Wees geen storend element voor uw
buren. Gebruik de machine enkel op
redelijke uren (niet 's ochtends vroeg
of 's avonds laat wanneer dit andere
personen zou kunnen storen).
• Tijdens het werken wordt er een zekere
hoeveelheid olie in de omgeving verspreid,
noodzakelijk voor de smering van de
ketting; gebruik om die reden alleen
biologisch afbreekbare oliën, specifiek
bedoeld voor dit gebruik. Het gebruik
van een minerale olie of motorolie brengt
ernstige schade toe aan het milieu.
• Volg nauwgezet de plaatselijke normen
voor het verwerken van de verpakking, olie,
brandstof, filters, versleten delen of eender
welk element met een sterke invloed op de
omgeving; dit afval mag niet met de huisafval
weggeworpen worden, maar moet gescheiden
worden en aan speciale verzamelcentra
toevertrouwd worden, die de recyclage
van de materialen zullen verzorgen.
• Volg nauwkeurig de lokale normen op
voor de afdanking van het afval.
• Bij het buiten bedrijf stellen van de
machine, mag deze nooit in het milieu
achtergelaten worden maar moet ze naar
een opvangcentrum gebracht worden,
volgens de geldende plaatselijke normen.
3. LEER DE MACHINE KENNEN
3.1 BESCHRIJVING MACHINE
EN BEOOGD GEBRUIK
Deze machine is een bosbouwwerktuig,
en met name een kettingzaag
ontworpen voor boswerken.
NL - 4