Om te controleren of de spanning correct is,
mogen de sleepschakels niet uit hun geleider
komen wanneer de ketting halverwege
het blad vastgenomen wordt (Afb. 11).
5. BEDIENINGSELEMENTEN
5.1 START/STOPSCHAKELAAR MOTOR
Staat toe de motor te starten en
te stoppen (Afb. 13.D).
De motor kan opgestart en
in dienst gezet worden.
De motor stopt
Na het stopcommando
ingedrukt te hebben, keert de
schakelaar automatisch terug
naar de startstand "I".
5.2 HENDEL CHOKE (STARTER)
Dit wordt gebruikt om de motor koud op te
starten. De choke heeft twee posities (Afb. 12.A):
Positie A - De choke is
uitgeschakeld (normale
werking en warm starten).
Positie B - De choke is
ingeschakeld (voor koud starten).
5.3 TOETS VOORINSPUITING (PRIMER)
Druk op de rubberen toets van de
voorinspuiting om brandstof in de
zuigcollector van de carburator te
spuiten, en zo het opstarten van de
motor te vereenvoudigen (Afb. 13.F).
5.4 HENDEL VERSNELLING
Staat toe de snelheid van de ketting te regelen.
De inschakeling van de versnellingshendel
(Afb. 12.B) kan enkel ingeschakeld worden
indien tegelijkertijd de blokkeringshendel van
de versnelling ingedrukt wordt (Afb. 12.C).
De juiste werksnelheid wordt verkregen met
de bedieningshendel van de versnelling
(Afb. 12.B) aan het einde van de loop.
5.5 BLOKKERINGSHENDEL VERSNELLING
De blokkeringshendel van de versnelling
(Afb. 12.C) staat toe de versnellingshendel
in te schakelen (Afb. 12.B).
5.6 HANDVAT VOOR HANDMATIGE START
Dit staat de handmatige start van
de motor toe (Afb. 13.E).
5.7 KETTINGREM
Dit is een veiligheidsrem die de beweging
van de ketting onderbreekt in geval van
terugslag (kickback) tijdens het werk.
Terugslagen vinden plaats na een
abnormaal contact van de punt van de
staaf, met een krachtige verplaatsing
naar boven, die de hand tegen de voorste
bescherming doet stoten (Afb. 1.D).
Om de kettingrem uit te schakelen, moet
men deze handmatig ontgrendelen.
Kettingrem uitgeschakeld. Dit
gebeurt wanneer de voorste
handbeveiliging (Afb. 1.D) van de
hand volledig achteruit getrokken
is, naar de voorste handgreep
toe, tot u een klik hoort.
Kettingrem ingeschakeld. Dit
gebeurt wanneer de voorste
handbeveiliging (Afb. 1.D)
volledig vooruit geduwd is.
De machine niet gebruiken
indien de kettingrem niet correct
werkt. Neem voor de nodige controles
contact op met uw Verkoper.
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen zijn beschreven in
NL - 8