12. Controleer of de machine geen schade
vertoont. Contacteer, indien nodig, het
geautoriseerde dienstencentrum.
13. Berg de machine op:
– in een droge ruimte
– beschermd tegen slechte
weersomstandigheden
– met de bladbescherming
correct gemonteerd
– buiten bereik van kinderen.
– na zich ervan verzekerd te hebben
de sleutels of werktuigen die voor
het onderhoud gebruikt werden,
verwijderd te hebben.
Wanneer de machine weer in
werking gezet wordt:
1. Verwijder de bougie.
2. Trek enkele keren aan de
handgreep voor opstarten om de
overtollige olie te verwijderen.
3. Controleer de bougie (par. 8.5).
4. Bereid de machine voor (par 4.2, hfdstk. 6).
10. HANTERING EN TRANSPORT
Wanneer men de machine hanteert
of verplaatst, moet men:
– Stop de machine (par. 6.6).
– Wacht tot de ketting stil staat.
– Haal de kap van de bougie (Afb. 25.A).
– Monteer de bladbescherming.
– De machine alleen vast te nemen aan
de handgrepen en het blad in de richting
tegenover de loop- of rijrichting te houden;
Wanneer men de machine met een
wagen vervoert, moet men:
– de machine zo plaatsen dat ze
geen gevaar veroorzaakt
– ze stevig aan het vervoersmiddel
bevestigen met koorden of kettingen
om te vermijden dat ze kantelt en zo
eventueel beschadigd kan worden of
dat er brandstof zou kunnen lekken.
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens
die u nodig hebt om de machine te kunnen
gebruiken en om er op de juiste manier
eenvoudige onderhoudswerkzaamheden
aan te kunnen verrichten, die de gebruiker
zelf kan uitvoeren. Alle afstellingen en
onderhoudshandelingen die niet beschreven zijn
in deze handleiding moeten uitgevoerd worden
door uw Verkoper of in een gespecialiseerd
Centrum dat beschikt over de nodige kennis
en uitrustingen om de werken correct uit te
voeren, met respect voor het oorspronkelijk
niveau van veiligheid van de machine.
Handelingen die in niet geschikte structuren
of door onbekwame personen uitgevoerd
werden, doen elke vorm van garantie en
alle verplichtingen of aansprakelijkheid
van de Fabrikant vervallen.
• Enkel de geautoriseerde dienstencentra
mogen de herstellingen en
onderhoudsingrepen in garantie uitvoeren.
• De geautoriseerde dienstencentra gebruiken
enkel originele wisselstukken. De originele
wisselstukken en toebehoren werden
speciaal voor de machines ontwikkeld.
• Niet originele wisselstukken en toebehoren
zijn niet goedgekeurd, het gebruik van niet
originele wisselstukken en toebehoren
leidt tot verval van de garantie.
• Men raadt aan de machine eens per jaar
aan een geautoriseerd dienstcentrum toe te
vertrouwen voor het onderhoud, assistentie
en controle van de veiligheidsinrichtingen.
12. GARANTIEDEKKING
De garantie dekt alle defecten van het materiaal
en van de fabricatie. De gebruiker moet
aandachtig de aanwijzingen volgen die in
de bijgevoegde documentatie verschaft is.
De garantie geldt niet voor schade te wijten aan:
• Onvoldoende kennis van de
vergezellende documentatie.
• Onoplettendheid.
• Onjuist of niet toegestaan
gebruik en montage
• Gebruik van niet originele wisselstukken.
• Gebruik van toebehoren dat niet door de
fabrikant verschaft of goedgekeurd werd.
Deze garantie geldt bovendien niet voor:
• De normale slijtage van verbruiksmateriaal
zoals snij-inrichtingen, veiligheidsbouten.
• Normale slijtage
De aankoper is beschermd door de nationale
wetten van zijn eigen land. De rechten van
de koper die voorzien zijn in de nationale
wetten van zijn eigen land zijn op geen
enkele wijze beperkt door deze garantie.
NL - 19