Wilo EMU FA Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 173

OPSTELLING
heid en belastbaarheid is de exploitant resp. de
betreffende toeleverancier verantwoordelijk!
• Als tijdens de werking de motorbehuizing uit het
medium komt en dus niet meer is ondergedom-
peld, moet de modus voor droog gebruik in acht
worden genomen!
Wanneer droge motoren uit het medium ge-
haald zijn, moeten ze voor de herinschakeling
volledig gevuld worden, zodat de benodigde
koeling wordt bereikt!
• Drooglopen van de pomp is ten strengste verbo-
den. Het waterpeil mag nooit onder het minimale
waterpeil liggen. We raden u daarom bij grotere
peilschommelingen aan een niveauregeling of een
droogloopbeveiliging in te bouwen.
• Gebruik voor de toevoer van het transportme-
dium lei- en stootplaten. Als de waterstraal het
wateroppervlak of het product raakt komt er lucht
in het transportmedium, die zich in het leidings-
systeem kan verzamelen. Dit kan tot ontoelaat-
bare bedrijfsomstandigheden en het uitschakelen
van de volledige installatie leiden.
• Controleer de beschikbare planningsdocumenten
(montageschema's, uitvoering van de bedrijfs-
ruimte, toevoerverhoudingen) op volledigheid en
juistheid.
• Neem eveneens alle voorschriften, regels en
wetten voor het werken met zware lasten en
onder hangende lasten in acht. Draag geschikte
veiligheidskleding.
• Neem verder ook de nationaal geldende voor-
schriften voor ongevallenpreventie en veiligheid
van de bedrijfsverenigingen in acht.
5.3.1. Afleveren van horizontaal geleverde pompen
Om ervoor te zorgen dat er geen te hoge trek- of
buigkrachten op het materiaal inwerken worden
pompen horizontaal op speciale transportframes
geleverd.
Afb. 3.: Afleveren van aggregaten
1 Ondergrond
2 Hydraulisch systeem
3 Bevestigingspunt aan motor
Voor het afleveren en transporteren van deze
pompen moeten aan de volgende punten worden
voldaan:
1. Voorbereidende werkzaamheden
• Zet de pomp incl. transportframe op een stevi-
ge en horizontale ondergrond neer.
• Bevestig de 1e draagkabel aan het hydraulisch
systeem en aan de 1e hijsinstallatie.
• Bevestig de 2e draagkabel aan de bevestigings-
punten aan de motor en aan de 2e hijsinstal-
latie.
Gebruik alleen draagkabels als bevestigings-
middel. Kettingen kunnen de behuizingsdelen
beschadigen en beschermen niet tegen doorg-
lijden!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
2. Pomp opheffen
• Hef de pomp met de beide hijsinstallaties
langzaam op.
• Let erop dat de pomp horizontaal blijft.
• Verwijder het transportframe.
3. Pomp verticaal uitlijnen
• De pomp boven de beide hijsinstallaties lang-
zaam verticaal zetten.
• Erop letten dat de behuizingsdelen de bodem
niet aanraken. De het kleine draagvlak ontstaan
sterke puntbelastingen, die de behuizingsdelen
kunnen beschadigen.
4. Pomp neerzetten
• Wanneer de pomp verticaal uitgelijnd is, die
langzaam op de bodem laten zakken.
• Nu kan de pomp worden voorbereid op de
betreffende opstellingswijze.
Bewaar het transportframe goed op voor latere
transporten.
5.3.2. Stationaire natte opstelling
Bij de natte opstelling moet een bevestigings-
systeem geïnstalleerd worden. Dit moet apart
worden besteld. Hieraan wordt het drukzijdige
buisleidingsysteem aangesloten.
Het aangesloten buisleidingsysteem moet
zelfdragend zijn, d.w.z. dat het niet door het be-
vestigingssysteem mag worden ondersteund.
De bedrijfsruimte moet zodanig ingericht zijn,
dat het bevestigingssysteem zonder problemen
geïnstalleerd en gebruikt kan worden.
Als de motor tijdens het bedrijf boven water moet
komen, moeten de volgende temperatuurvoor-
waarden strikt worden nageleefd:
• De max. omgevingstemperatuur
• De max. mediumtemperatuur
De omgevingstemperatuur is dezelfde als de
mediumtemperatuur. De max. mediumtempera-
tuur vindt u op het typeplaatje of het afzonder-
lijke gegevensblad.
Afb. 4.: Stationaire natte opstelling
1 Bevestigingssysteem
2 Terugstroomklep
3 Schuifafsluiter
4 Bochtstuk
Geleidebuis
5 (ter plaatse aan te
brengen!)
A Minimale afstanden bij parallel gebruik
B Minimale afstanden bij afwisselend gebruik
* De bedrijfssituatie voor het bedrijf boven water
is afhankelijk van de motor. Neem het typeplaatje
en het bijgevoegde gegevensblad in acht.
Nederlands
6 Aanslagmiddel
Min. waterpeil voor on-
7a
dergedompeld gebruik
Min. waterpeil voor
7b niet ondergedompeld
gebruik
8 Stootplaat
9 Toevoer
173