Wilo EMU FA Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 177

OPSTELLING
Bewaking motorruimte
• De bewaking van de motorruimte (vochtigheids-
sensor) moet via een evaluatierelais worden
aangesloten. Wij raden hiervoor het relais
„NIV 101/A" aan. De drempelwaarde bedraagt
30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een
uitschakeling plaatsvinden.
Temperatuurbewaking motor
• Bimetaalsensoren kunnen direct in het schakel-
toestel worden aangesloten.
Aansluitwaarden: max. 250 V(AC), 2,5 A, cos φ = 1
• PTC-weerstanden (conform DIN 44082) moe-
ten via een evaluatierelais worden aangesloten.
Wij raden hiervoor het relais „CM-MSS" aan. De
drempelwaarde is hierbij al vooraf ingesteld.
• Afhankelijk van de aanwezigheid van 1 of 2
temperatuurcircuits moet bij het bereiken van de
drempelwaarde de volgende activeringstoestand
optreden:
• Temperatuurbegrenzing (1-temperatuurcir-
cuit): Bij het bereiken van de drempelwaarde
moet een uitschakeling plaatsvinden.
• Temperatuurregeling en -begrenzing (2-tem-
peratuurcircuit): Bij het bereiken van de drem-
pelwaarde voor de lage temperatuur kan een
„voorwaarschuwing" en bij het bereiken van
de drempelwaarde voor de hoge temperatuur
moet een „uitschakeling" plaatsvinden.
• Bij gebruik in omgevingen met explosiebeveili-
ging geldt:
• De temperatuurbewaking moet via een eva-
luatierelais worden aangesloten. Wij raden
hiervoor het relais „CM-MSS" aan. De drempel-
waarde is hierbij al vooraf ingesteld.
• De uitschakeling door de temperatuurbewa-
king moet met een herinschakelblokkering
plaatsvinden! D.w.z. dat een herinschakeling
pas mogelijk mag zijn, wanneer de „ontgrende-
lingstoets" met de hand is ingedrukt!
Voor wikkelingsschade die wordt veroorzaakt
door ongeschikte motorbewaking vervalt om
deze reden de garantie!
Afb. 9.: Aansluitschema bimetaalsensor
Temperatuurbegrenzing
(1-temperatuurcircuit)
20 Aansluiting tempera-
tuursensor
21
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
Temperatuurregeling en
-begrenzing
(2-temperatuurcircuits)
Aansluiting hoge tempe-
21
ratuur
20 Middelaansluiting
Aansluiting lage tempe-
22
ratuur
Afb. 10.: Aansluitschema PTC-sensor
Temperatuurbegrenzing
(1-temperatuurcircuit)
10 Aansluiting PTC (vol-
gens DIN 44082)
11
Bewaking afdichtingskamer
• De afdichtingskamer wordt bewaakt door een
elektrode. Deze moet via een evaluatierelais
worden aangesloten. Wij raden hiervoor het relais
„NIV 101/A" aan. De drempelwaarde bedraagt
30 kOhm. Bij het bereiken van de drempelwaarde
moet een waarschuwing of een uitschakeling
volgen.
• Bij gebruik in omgevingen met explosiebeveili-
ging geldt:
• De elektrode moet via een evaluatierelais wor-
den aangesloten. Wij raden hiervoor het relais
„ER 143" aan. De drempelwaarde bedraagt
30 kOhm. Bij het bereiken van de drempelwaar-
de moet een waarschuwing of een uitschake-
ling volgen.
• De aansluiting moet via een beveiligde stroom-
kring plaatsvinden. Aansluitwaarden:
max. 30 Vrms (60 V piek)
max. 60 VDC
max. 0,5 mA
LET op!
Als er alleen een waarschuwing volgt, kan de
pomp volledig worden vernietigd door het
binnenstromende water. Wij raden aan de
pomp altijd uit te schakelen!
Afb. 11.: Aansluitschema elektrode voor bewaking van de afdich-
tingsruimte
DK Elektrode
Bewaking lekkagekamer
• De lekkagekamer wordt bewaakt door een vlot-
terschakelaar. Deze is voorzien van een poten-
tiaalvrij verbreekcontact. Het schakelvermogen
staat in het betreffende aansluitschema.
Bij het activeren van de vlotterschakelaar moet
een waarschuwing of een uitschakeling volgen.
Afb. 12.: Aansluitschema lekkagevlotter
K20
Vlotterschakelaar lekkagekamer
K21
Temperatuurbewaking motorlagers
• De thermische bewaking van de motorlagers
gebeurt met PT100-sensoren. Deze moeten via
een evaluatierelais worden aangesloten. Wij raden
hiervoor het relais „DGW 2.01G" aan.
De drempelwaarde bedraagt 100 °C. Bij het berei-
Nederlands
Temperatuurregeling en
-begrenzing
(2-temperatuurcircuits)
Aansluiting hoge tempe-
11
ratuur
10 Middelaansluiting
Aansluiting lage tempe-
12
ratuur
177