Bijlage; Aandraaimomenten; Gebruik Met Frequentieomvormers - Wilo EMU FA Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 103

BIJLAGE

• Glijringafdichting vervangen, contact opnemen
met de fabriek!
Verdere stappen voor het verhelpen van sto-
ringen
Wanneer de hier genoemde punten de storing
niet kunnen verhelpen, neemt u contact op met
de klantenservice van Wilo. Die kan u als volgt
verder helpen:
• telefonische en/of schriftelijke ondersteuning
door de klantenservice van Wilo
• ondersteuning ter plaatse door de klantenservice
van Wilo
• Controle resp. reparatie van de pomp in de fabriek
Houd er rekening mee dat door gebruik te maken
van bepaalde diensten van onze servicedienst
bijkomende kosten kunnen ontstaan! Nadere
informatie hierover krijgt u bij de klantenservice
van Wilo.
10. Bijlage

10.1. Aandraaimomenten

Roestvrije schroeven (A2/A4)
Schroefdraad
Nm
M5
5,5
M6
7,5
M8
18,5
M10
M12
M16
135
M20
230
M24
285
M27
415
M30
565
Schroeven met Geomet-coating (sterkte 10.9) met Nord-
Lock-ring
Schroefdraad
Nm
M5
9,2
M6
M8
36,8
M10
73,6
M12
126,5
M16
155
M20
265

10.2. Gebruik met frequentieomvormers

Onder inachtneming van IEC 60034-17 kan elke
standaard motor worden gebruikt. Bij een toege-
kende spanning van meer dan 415 V/50 Hz resp.
480 V/60 Hz dient u contact op te nemen met de
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
Aandraaimoment
kp m
0,56
0,76
1,89
37
3,77
57
5,81
13,76
23,45
29,05
42,30
57,59
Aandraaimoment
kp m
0,94
15
1,53
3,75
7,50
12,90
15,84
27,08
fabrikant. Het toegekende vermogen van de mo-
tor moet wegens de aanvullende opwarming door
boventonen ca. 10% boven de vermogensbe-
hoefte van de pomp liggen. Bij frequentieomvor-
mers met een uitgang die boventoonarm is, kan
de vermogensreserve van 10% eventueel worden
gereduceerd. Dit kunt u in de regel bereiken door
uitgangsfilters te gebruiken. Verder zijn de stan-
daard motoren niet uitgerust met beschermde
kabels. Frequentieomvormers en filters moeten
overeenkomstig op elkaar worden afgestemd.
Vraag de fabrikant om uitleg.
De dimensionering van de frequentieomvormer
wordt afhankelijk van de nominale motorstroom
bepaald. Er moet opgelet worden dat de pomp,
vooral in het onderste toerentalbereik, zonder
schokken en trillingen werkt. De glijringafdichtin-
gen kunnen anders beschadigd raken en ondicht
worden. Verder moet op de stroomsnelheid in de
buisleiding worden gelet. Als de stroomsnelheid
te laag is, neemt het gevaar voor het afzetten
van vaste stoffen in de pomp en de aangesloten
buisleiding toe. Wij adviseren hierbij een minimale
stroomsnelheid van 0,7 m/s bij een manometri-
sche transportdruk van 0,4 bar niet te overschrij-
den.
Het is belangrijk dat de pomp in het volledige
regelbereik zonder trillingen, resonanties, slinger-
momenten en overmatige geluiden werkt (even-
tueel in de fabriek navragen). Meer motorgeluid
wegens de stroomvoorziening met boventoon is
normaal.
Bij de parametrering van de frequentieomvormer
is het belangrijk dat u let op de instelling van de
kwadratische karakteristiek (U/f-karakteristiek)
voor pompen en ventilatoren! Deze zorgt ervoor
dat de uitgangsspanning bij frequenties onder de
nominale frequentie (50 Hz resp. 60 Hz) aan de
vermogensbehoefte van de pomp wordt aange-
past. Nieuwere frequentieomvormers bieden ook
een automatische energieoptimalisatie – deze
heeft hetzelfde effect. Neem voor de instelling
van de frequentieomvormer de handleiding van
de frequentieomvormer in acht.
Bij motoren die met frequentieomvormer worden
gevoed, kunnen afhankelijk van het type en
de installatieomstandigheden storingen in de
motorbewaking optreden. De volgende algemene
maatregelen kunnen helpen storingen te vermin-
deren resp. te vermijden:
• Inachtneming van de grenswaarden conform
IEC 60034-17 met betrekking tot spanningspie-
ken en stijgingssnelheid (eventueel zijn uitgangs-
filters nodig).
• Variatie van de pulsfrequentie van de frequentie-
omvormer.
• Bij storingen in de bewaking van de afdichtings-
kamer gebruikt u onze externe dubbelstaafelek-
trode.
De volgende bouwkundige maatregelen kunnen
eveneens bijdragen tot het verminderen resp.
vermijden van de storingen:
• Gescheiden stroomkabel voor hoofd- en stuurlei-
ding (afhankelijk van de motoruitvoering).
Nederlands
189

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido