Verdere Diagnosefuncties; Algemeen; Detectie Van Deelvulling; Detectie Van Gasbellen - ABB ProcessMaster FEP300 Manual Del Usuario

Verdere diagnosefuncties

8 Verdere diagnosefuncties
8.1

Algemeen

BELANGRIJK (AANWIJZING)
• De uitgebreide diagnosefuncties zijn alleen bij de ProcessMaster 500 en
HygienicMaster 500 verkrijgbaar.
• De functie "Deelvullingsdetectie" is niet verkrijgbaar bij de HygienicMaster 500.
• Bij toepassing van de uitgebreide diagnosefuncties mag geen voorversterker in de externe
meetwaardeopnemer aanwezig zijn.
• Om de eerste ingebruikname te verlichten zijn de uitgebreide diagnosefuncties door de
fabriek gedeactiveerd.
• Voor het gebruik van de uitgebreide diagnosefuncties moet bij de ingebruikname van de
debietmeter een "Ingebruikname fingerprint" worden aangemaakt.
• Elke diagnosefunctie (bijv. gasbellendetectie of elektrodenaanslagdetectie) kan afzonderlijk
worden geactiveerd. Na de activering moet een afstelling op de plaatselijke
omstandigheden worden uitgevoerd of moeten de grenswaarden worden ingesteld.
8.1.1

Detectie van deelvulling

Als optie is een meetelektrode (TFE-elektrode) verkrijgbaar voor de detectie van een deelvulling
van de meetwaardeopnemer. Het alarm bij deelvulling functioneert via de programmeerbare
digitale uitgang.
Voorwaarden voor het gebruik van de functie:
• Nominale diameter vanaf DN 50 (2") bij meetwaardeopnemer in design level "B"
• Maximale signaalkabellengte bij uitvoering met externe meetomvormer: 200 m (656 ft).
• Het geleidend vermogen van de meetstof moet voor deze functie liggen tussen
20 μS/cm ... 20.000 μS/cm.
• De functie is alleen bij ProcessMaster 300/500 zonder explosiebescherming of met
explosiebescherming voor zone 2/Div. 2 verkrijgbaar.
Extra inbouwvoorwaarden:
• De meetwaardeopnemer moet horizontaal met de aansluitdoos naar boven worden
geïnstalleerd.
8.1.2

Detectie van gasbellen

Gasbellen in het medium worden door middel van een instelbare maximale grenswaarde
gedetecteerd. Een overschrijding van de grenswaarde triggert, afhankelijk van de configuratie,
een alarmering via de programmeerbare digitale uitgang.
Voorwaarden voor het gebruik van de functie:
• De functie is verkrijgbaar in het nominale diameterbereik
verkrijgbaar.
• De signaalkabellengte bij een externe meetwaardeopnemer mag maximaal 50 m (164 ft)
bedragen.
• De geleidbaarheid van het medium moet voor deze functie liggen tussen
20 μS/cm ... 20.000 μS/cm.
Extra inbouwvoorwaarden:
• De meetwaardeopnemer kan horizontaal of verticaal gemonteerd worden. De verticale
montage wordt aanbevolen.
1) Het vermelde nominale diameterbereik geldt alleen voor de ProcessMaster, voor de HygienicMaster geldt een
nominale diameterbereik van DN 10 ... 100 (3/8" ... 4 ").
66 - NL FEX300, FEX500
1)
van DN 10 ... 300 (3/8" ... 12")
CI/FEX300/FEX500-X1