Voorzorgsmaatregelen - smith&nephew RENASYS GO 66801244 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 130
5. Het foam of gaas mag niet te dicht op elkaar
worden gestapeld en er mag geen kracht worden
uitgeoefend bij het aanbrengen van foam/gaas in
de wond. Als u de wond met te veel gaas vult, dan
kan dit de gelijkmatige verspreiding van NDT over
de wond belemmeren. Dit kan ertoe leiden dat de
wond zich minder goed kan samentrekken en dat
er exsudaat in de wond achterblijft.
6. Indien de noodzaak tot defibrillatie zich voordoet,
moet het apparaat voorafgaand aan defibrillatie
van het wondverband worden losgemaakt.
Verwijder het wondverband alleen als dit zodanig
is geplaatst dat het de defibrillatie belemmert.
7. Het apparaat is niet compatibel met MRI-scans.
Breng het apparaat niet in de MRI-ruimte. Maak het
apparaat van het wondverband los voordat u een
MRI-ruimte binnengaat. Het verband mag intact
op de patiënt blijven zitten.
8. Het apparaat is ongeschikt voor gebruik in
gebieden waar er gevaar is voor explosies
(bijvoorbeeld drukkamer voor hyperbare
zuurstoftherapie).
9. Bij bediening, vervoer of verwijdering van het
apparaat en de accessoires bestaat het risico
van aspiratie van infectieuze vloeistoffen of
besmetting van het apparaat door onjuist
gebruik. Bij het werken met potentieel besmette
onderdelen of apparatuur moeten algemene
voorzorgsmaatregelen worden genomen.
10. Het apparaat en de canistersets worden niet-steriel
geleverd en mogen niet in een steriel veld
worden gebruikt.

Voorzorgsmaatregelen

1.
Het apparaat en wondverband moeten vaker
worden gecontroleerd bij patiënten die (mogelijk):
• Lijden aan geïnfecteerde bloedvaten
• Antistollingstherapie of bloedstollingremmers
krijgen, naast patiënten met intrinsieke
stollingsproblemen zoals lage aantallen
bloedplaatjes
• Lijden aan actieve bloedingen of verzwakte
bloedvaten of organen hebben
• Lijden aan moeilijke wondhemostase
• Niet behandeld zijn voor ondervoeding
• Niet meewerken aan therapie of weerstand
bieden
• Lijden aan wonden in dichte nabijheid van
bloedvaten of delicaat bindweefsel
Wanneer u de toediening van de therapie
bij patiënten controleert, dient u ervoor te
zorgen dat het wondverband lekvrij is,
volledig is samengedrukt en stevig aanvoelt.
2. Volgens de gebruiksvoorwaarde mag het apparaat
uitsluitend door daartoe bevoegd en geautoriseerd
personeel worden gebruikt. De gebruiker dient de
noodzakelijke kennis te hebben van de specifieke
medische toepassing waarvoor NDT wordt gebruikt.
3. Voor patiënten met een verhoogde kans op
bloedingen gebruikt u een canister van 300 ml.
Zorg ervoor dat het kijkvenster van de canister
van 300 ml regelmatig wordt gecontroleerd
op tekenen van bloeding.
4. In het geval dat er een grote hoeveelheid
wondvocht of viskeuze vloeistof wordt afgezogen,
het wondvocht sediment bevat of wanneer er
bloed aanwezig is, zijn er mogelijk regelmatige
controles en meer verbandverwisselingen nodig
om de kans op onderbreking van de therapie,
weefselverweking en infectie te verminderen
en ervoor te zorgen dat het exsudaat op de
juiste manier wordt verwijderd.
5. Onderliggende structuren als bot, pezen,
ligamenten en zenuwen moeten worden afgedekt
met natuurlijk weefsel of een niet-klevende
verbandlaag voordat het NDT-verband wordt
aangebracht om de bescherming te garanderen
en de kans op beschadiging door direct contact
met het wondverband te minimaliseren.
6. Plaats de NDT niet in de nabijheid van de nervus
vagus om het risico op bradycardie te beperken.
7. In het geval u een patiënt met ruggenmergletsel
behandelt die autonome dysreflexie ervaart, stopt
u het gebruik van negatieve druktherapie en zoekt
u onmiddellijk medische hulp.
8. Zorg er bij het behandelen van enterische fistels
voor dat het NDT-verband niet rechtstreeks
in contact komt met de blootliggende darmen.
Dek het wondbed, inclusief de fistelopening,
af met niet-verklevend gaas of met één laag
met fysiologische zoutoplossing bevochtigd gaas.
Tijdens de duur van de behandeling moeten
de vloeistofniveaus van de patiënt voortdurend
nauwlettend worden gecontroleerd.
9. Vermijd circulair verbinden, behalve in het geval
van oedeem of sterk exsuderende ledematen,
waarbij deze techniek mogelijk is vereist voor
een goede afdichting. Het gebruik van meerdere
stukken folie moet worden overwogen om het risico
op verminderde distale circulatie te beperken.
Beoordeel de distale pols regelmatig en staak de
therapie als er wijzigingen in de circulatie worden
gedetecteerd.
269
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Renasys go 66801496

Tabla de contenido