PIjnProfIEL. Documentatie waarin pijngebieden, pijnmomenten en de intensiteit ervan zijn vastgelegd.
Een pijndiagram ter bepaling van de geschikte therapie.
ProGrAmmA. Combinatie van een of meer stimulatiepatronen voor een of meer gebieden.
PULSBrEEdTE. De tijdsduur van elke stimulatiepuls. Een optie-instelling die beschikbaar is via de
afstandsbediening.
QuickCharge-TEChnoLoGIE. Uitbreidingen van de IPG-oplaadbedrading leveren 1,4 maal de
oplaadsnelheid in vergelijking met het Precision™-oplaadsysteem als de oplader 1 cm of dichter bij de IPG
wordt geplaatst.
rUGGEnmErGSTImULATIE (SPInAL Cord STImULATIon [SCS]). Een methode om
elektrische pulsen naar het ruggenmerg te sturen voor het blokkeren/afschermen van pijnsignalen naar
de hersenen.
SLAAPmodUS. Een onderbreking waarin de afstandsbediening niet wordt gebruikt. Ook bekend als
inactieve modus.
STImULATIE. Als therapie voor pijnbestrijding is dit een kunstmatig toegediend, pulserend elektrisch
signaal op laag niveau dat door een hulpmiddel naar een zenuw wordt verzonden.
Precision montage™ mri-systeem informatie voor patiënten
91053248-04 Versie a
Woordenlijst
201 van 679