Aesculap
Hoogfrequentie-chirurgieapparaat GN300
Voorselectie van het type neutraalelektrode
De selectie van het type neutraalelektrode kan gedurende ong. 5 s na het
indrukken van de toets „apparaat-aan/uit" 7 worden uitgevoerd.
Wanneer „NE" in de dosis-indicatie 16 wordt weergegeven, kan met de
„-"-toets 28 resp. de „+"-toets 29 een selectie worden gemaakt uit drie
in de dosis-indicatie 26 met de cijfers 1 tot 3 aangeduide typen neutraal-
elektroden.
■
Neutraalelektrode type 1: siliconen neutraalelektrode met één opper-
vlak en een wegwerp-neutraalelektrode met één oppervlak (niet
gedeelde neutraalelektrode)
■
Neutraalelektrode type 2: klevende neutraalelektrode met twee opper-
vlakken (gedeelde wegwerp-neutraalelektrode)
■
Neutraalelektrode type 3: Aesculap-siliconen-neutraalelektrode met
twee oppervlakken (herbruikbare gedeelde neutraalelektrode)
De leds 45, 46 en 47 boven het betreffende pictogram van de neutraal-
elektrode geeft het actueel geselecteerde type aan.
De voorselectie van het type neutraalelektrode blijft ook bewaard als het
apparaat van de netspanning wordt losgekoppeld. Wanneer geen wijziging
van het type neutraalelektrode nodig is, kan de selectie via de „+"-toetsen
en „–"-toetsen plaatsvinden.
Voorselectie van de geluidssterkte van de zoemer
Als de omschakeltoets 39 op het moment van inschakelen („apparaat-
aan/uit" toets 7) wordt ingedrukt, kan de geluidssterkte van de active-
ringstoon die de HF-afgifte aangeeft, worden geselecteerd.
In de dosis-indicatie 16 verschijnt „SU" en in dosis-indicatie 26 verschijnt
de actuele geluidssterkte. Nu kan de geluidssterkte met de „-"-toets 28
en de „+"-toets 29 tussen 40 en 100 worden ingesteld. De zoemer is nu
met de ingestelde geluidssterkte geactiveerd. De instelling van de geluids-
sterkte wordt automatisch verlaten, wanneer de geluidssterktewaarde
korte tijd niet meer wordt gewijzigd.
Om ervoor te zorgen dat de HF-activeringstoon goed hoorbaar blijft, kan
de geluidssterkte niet onder 40 worden ingesteld. Waarschuwingstonen
worden onafhankelijk van de voor de HF-activeringstoon ingestelde
geluidssterkte, altijd op volle sterkte weergegeven.
172
®
De monopolaire uitgang activeren
Na correct inschakelen van de voorgeselecteerde neutraalelektrode en een
passende handgreep kan de monopolairgenerator vanuit de handgreep
worden geactiveerd. Daarna moet het bij CUT en COAG afzonderlijke
akoestische bedrijfssignaal klinken en de betreffende led 17 resp. 27 gaan
branden.
Een eventuele dubbele toetsbediening op de handgreep wordt als fout
herkend en als zodanig aangegeven (foutcode: „Er 21").
Bij gebruik van een handgreep zonder vingertoetsen moet het apparaat via
de voetschakelaar worden geactiveerd.
Het bipolaire deel activeren
Het bipolaire deel kan uitsluitend via een voetschakelaar worden geacti-
veerd. Daarbij kunnen echter, afhankelijk van de aanvraag, drie verschil-
lende voetschakelaars worden geselecteerd:
■
Voetschakelaar met een pedaal (GN161 en GK226): uitsluitend COAG
■
Voetschakelaar met dubbele pedaal (GN324): CUT/COAG
■
Vario voetschakelaar met dubbele pedaal (GN325): CUT/COAG, propor-
tioneel 0–100 %
Activering met de Vario voetschakelaar met dubbele pedaal (GN325)
De Vario voetschakelaar met dubbele pedaal GN325 biedt naast het acti-
veren van CUT volgens de bekende wijze, extra mogelijkheden voor zowel
bipolaire als monopolaire coagulatie. Daarbij is het HF-vermogen, afhan-
kelijk van de pedaalstand, regelbaar van 0 tot 100 % van het ingestelde
vermogen in het COAG-dosisvenster 12 resp. 26. De indicatiebalk 38
boven het pedaalsymbool geeft daarbij de actuele stand van het pedaal
aan.6
Voorbeeld:
Wanneer een gebruiker via de „„+"-toets resp. de„-"-toets een coagula-
tiedosis van 60 voorselecteert, levert een volledig ingedrukt pedaal een
dosis van 60 en brandt de indicatiebalk 38 helemaal. Als het pedaal echter
gedeeltelijk wordt ingedrukt, is de dosis afhankelijk van de pedaalstand in
kleine stappen kleiner dan 60 en brandt een korter deel van de indicatie-
balk.