Leidraad Voor Het Bepalen Van De Diameter Van Het Hulpmiddel; Tabel 10.5.1 Leidraad Voor Het Bepalen Van De Diameter Van De; Verlengprothese Voor De Main Body; Tabel 10.5.2 Leidraad Voor Het Bepalen Van De Diameter Van De - COOK Medical Zenith Instrucciones De Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 52

10.5 Leidraad voor het bepalen van de diameter van het hulpmiddel

De diameter dient te worden gekozen op basis van de diameter gemeten van
buitenwand tot buitenwand van het bloedvat en niet op basis van de diameter
van het lumen . Gebruik van een hulpmiddel van een te kleine of te grote maat
kan resulteren in onvolledige afdichting rond het hulpmiddel of een verstoorde
bloedstroom .

Tabel 10.5.1 Leidraad voor het bepalen van de diameter van de

verlengprothese voor de main body*

Diameter
Diameter
beoogd
verlengstuk voor
aortavat
1,2
main body
(mm)
(mm)
18-19
22
20-21
24
22-23
26
24-25
28
26-27
30
28
32
29-32
36
1
Maximale diameter langs de proximale fixatieplaats .
2
Rond de gemeten diameter van de aorta tot de dichtstbijzijnde mm af .
3
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
*Alle afmetingen zijn nominaal .

Tabel 10.5.2 Leidraad voor het bepalen van de diameter van de

Flex iliacale pootprothese*

Diameter
Diameter
beoogd
iliacale
iliacaal vat
1,2
poot
3
(mm)
(mm)
<8
8
8-9
10
10-11
12
12-13
14
14-15
16
16-17
18
18
20
19
22
20
24
1
Maximale diameter langs de distale fixatieplaats .
2
Rond de gemeten iliacale diameter tot de dichtstbijzijnde mm af .
3
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
4
Totale pootlengte = werklengte + 22 mm koppelstent .
*Alle afmetingen zijn nominaal .

Tabel 10.5.3 Leidraad voor het bepalen van de maat van de

Spiral-Z AAA iliacale pootprothese*

Diameter
Diameter
beoogd
beoogd
iliacaal vat
iliacaal vat
1,2
3
(mm)
(mm)
≤8
9
9
11
10-12
13
13-15
16
16-18
20
19-20
24
1
Maximale diameter langs de proximale fixatieplaats .
2
Rond de gemeten diameter van de iliacale tot de dichtstbijzijnde mm af .
3
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
4
Totale pootlengte = werklengte + 22 mm koppelstent .
*Alle afmetingen zijn nominaal .

Tabel 10.5.4 Leidraad voor het bepalen van de diameter van de

verlengprothese voor de iliacale poot*

Diameter
Diameter
beoogd
verlengstuk
iliacaal vat
1,2
iliacale poot
(mm)
(mm)
<8
8
8-9
10
10-11
12
12-13
14
14-15
16
16-17
18
18
20
19
22
20
24
1
Maximale diameter langs de distale fixatieplaats .
2
Rond de gemeten iliacale diameter tot de dichtstbijzijnde mm af .
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
3
*Alle afmetingen zijn nominaal .
Lengte
verlengstuk voor
Introducersheath
3
main body
(mm)
39, 58
39, 58
39, 58
39, 58
39, 58
39, 58
50, 73
Werklengte
Introducersheath
iliacale poot
4
(mm)
37, 54, 71, 88, 105, 122
37, 54, 71, 88, 105, 122
39, 56, 73, 90, 107, 124
39, 56, 73, 90, 107, 124
39, 56, 73, 90
39, 56, 73, 90
39, 56, 73, 90
39, 56, 73, 90
39, 56, 73, 90
Werklengte
Introducersheath
iliacale poot
4
(mm)
39, 56, 74, 90, 107,122
39, 56, 74, 90, 107,122
39, 56, 74, 90, 107,122
39, 56, 74, 90
39, 56, 74, 90
39, 56, 74, 90
Lengte
verlengstuk
Introducersheath
3
iliacale poot
(mm)
55
55
55
55
55
55
55
55
55

Tabel 10.5.5 Leidraad voor het bepalen van de diameter van de

Diameter
main body
(mm)
22
24
26
(Fr)
28
30
18
32
18
36
18
1
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
20
*Alle afmetingen zijn nominaal .
20
20

Tabel 10.5.6 Leidraad voor het bepalen van de diameter van de

20
Diameter
beoogd
iliacaal vat
1,2
(mm)
8-10
11-12
13-16
17-20
(Fr)
1
Maximale diameter langs de distale fixatieplaats .
2
Rond de iliacale diameter tot de dichtstbijzijnde mm af .
3
Bijkomende overwegingen kunnen de keuze van de diameter beïnvloeden .
14
*Alle afmetingen zijn nominaal .
14

11 GEBRUIKSAANWIJZING

16

Anatomische vereisten

16
• De grootte en morfologie (minimale trombusvorming, verkalking en/of
kronkeligheid) van het iliofemorale toegangsvat moeten geschikt zijn voor
16
vasculaire introductietechnieken en accessoires . Er kunnen arteriële
toevoerbaantechnieken nodig zijn .
16
• Voor gebruik van het mainbodyverlengstuk dienen de proximale aortahalzen
minimaal 15 mm te zijn met een diameter gemeten van buitenwand tot
16
buitenwand van 18-32 mm . De distale fixatieplaats van de
a . iliaca dient groter te zijn dan 10 mm in lengte en 7,5-20 mm in diameter
16
(gemeten van buitenwand tot buitenwand) .
16
Lees vóór gebruik van de Zenith AAA hulpcomponenten met het Z-Trak
introductiesysteem dit boekje, Aanbevolen gebruiksaanwijzing . Onderstaande
instructies zijn basisrichtlijnen voor het plaatsen van het hulpmiddel . Het kan
nodig zijn van onderstaande procedures af te wijken . Deze instructies zijn
bedoeld als hulp voor de arts en nemen niet de plaats in van het medisch
oordeel .

Algemene gebruiksinformatie

• Tijdens het gebruik van de Zenith AAA hulpcomponenten met het Z-Trak
introductiesysteem moeten standaardtechnieken voor de plaatsing van
arteriële introductiesheaths, geleidekatheters, angiografiekatheters en
voerdraden worden toegepast .
• De implantatie van een endovasculaire stentprothese is een chirurgische
procedure waarbij bloedverlies door diverse oorzaken kan optreden, wat in
zeldzame gevallen een ingreep (inclusief transfusie) vereist om een ongunstige
(Fr)
uitkomst te voorkomen . Het is belangrijk om gedurende de gehele procedure
te controleren op bloedverlies uit de hemostaseklep, maar dit is vooral relevant
tijdens en na de manipulatie van de grijze pusher . Bij overmatig bloedverlies na
14
verwijdering van de grijze pusher kunt u overwegen een niet-gevulde
modelleerballon of een introductiesysteemdilatator in de klep te plaatsen om
14
de bloedstroom te beperken .
14
Bepalende factoren vóór de implantatie
Controleer aan de hand van de pre-implantatieplanning of het juiste hulpmiddel
14
geselecteerd is . Bepalende factoren zijn:
16
1 . Selectie van de a . femoralis voor het inbrengen van het introductiesysteem .
2 . De hoek tussen aortahals, aneurysma en aa . iliacae .
16
3 . De kwaliteit van de aortahals, indien het verlengstuk voor de main body
wordt gebruikt .
4 . De diameter van de infrarenale aortahals en de distale iliacale arteriën .
5 . De afstand van de aa . renales tot de bifurcatie van een eerder geplaatste
gebifurqueerde prothese, indien het verlengstuk voor de main body gebruikt
moet worden .
6 . De lengte van de bifurcatie van een eerder geplaatste gebifurqueerde
prothese tot de aa . iliacae internae/bevestigingsplaats(en) .
7 . Bij aneurysmata die zich tot in de aa . iliacae uitstrekken, kan het kiezen van
een geschikte plaats voor de overgang van prothese naar arterie speciale
aandacht vragen .
8 . Mate van vaatverkalking .
Voorbereiding van de patiënt
(Fr)
Bij gebruik van Zenith AAA hulpcomponenten als deel van een tweede ingreep:
1 . Raadpleeg de ziekenhuisprotocollen voor anesthesie, antistolling en
bewaking van vitale functies .
14
2 . Positioneer de patiënt zodanig op de röntgentafel dat het operatiegebied
vanaf de aortaboog tot de femorale bifurcaties fluoroscopisch in beeld kan
14
worden gebracht .
14
3 . Leg met een standaardoperatietechniek de geselecteerde a . femoralis
communis bloot . Wanneer als onderdeel van de ingreep een overgang van a .
14
femoralis naar a . femoralis moet worden gemaakt, dienen beide aa . femorales
communes te worden blootgelegd .
14
4 . Breng het geselecteerde femorale bloedvat proximaal en distaal onder
adequate controle .
16
NB: De Zenith AAA hulpcomponenten zijn bestemd voor introductie via een
blootgelegde a . femoralis communis aan de gekozen kant voor introductie .
16
Angiogrammen bij de implantatieplaats kunnen worden gemaakt met gebruik
van een rechte angiografiekatheter ingebracht vanaf de contralaterale kant,
16
hetzij door operatieve blootlegging of via een percutane benadering .
16
5 . Puncteer de geselecteerde aa . femorales communes volgens
standaardtechniek met een 18UT of 19UT gauge (ultradunne) arterienaald .
Breng na entree in het vat het volgende in:
• Voerdraden – standaarddiameter van 0,035 inch (0,89 mm), 145 cm lang,
J-tip of Bentson voerdraad
• Sheaths van de juiste maat (bijv . 6 of 8 French)
• Spoelkatheters (vaak radiopake maatkatheters – bijv . een maatkatheter
in cm of een rechte spoelkatheter)
83

converteerder*

Diameter
Lengte
converteerder
1
converteerder
(mm)
(mm)
24
80
24
80
28
80
28
80
32
80
32
80
36
82

Zenith iliacale plug*

Diameter iliacale
Lengte iliacale
plug
3
plug
(mm)
(mm)
14
30
16
30
20
30
24
30
Introducersheath
(Fr)
18
18
20
20
20
20
20
Introducersheath
(Fr)
14
14
16
16

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido