Na gebruik van het instrument
De batterijen moeten vóór het wegwerpen uit het instrument worden verwijderd.
Als de batterijen vóór het wegwerpen ontsmet moeten worden, volgt u het protocol in uw ziekenhuis of de instructies voor Reinigen en
desinfecteren van de batterijen hieronder.
Als u de batterijen wilt verwijderen, knijpt u in de lipjes en trekt u de batterijen er recht uit (Illustratie 18).
Opmerking: het is niet nodig om de batterijen te demonteren.
Reinigen en desinfecteren van de batterijen
WAARSCHUWING: Gebruik geen autoclaaf, ethyleenoxide of straling om de batterijen te steriliseren of te desinfecteren.
Handmatig reinigen
1
Verwijder de batterijen vóór het reinigen uit het instrument.
Opmerking: de batterijen moeten niet worden ondergedompeld in water of reinigingsoplossingen.
Reinig de oppervlakken van de batterijen met een al of niet enzymhoudend pH-neutraal reinigingsmiddel, dat is bereid conform de
2
aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik een zachte borstel om de batterijen met het reinigingsmiddel te reinigen.
3
4
Zorg dat gedeelten met spleten grondig worden geschrobd.
5
Spoel het reinigingsmiddel grondig af met lauw kraanwater.
Kijk goed om te bepalen of alle deeltjes zijn verwijderd.
6
7
Herhaal het reinigen indien dit noodzakelijk is om de batterijen optisch schoon te krijgen.
Chemisch desinfecteren
Desinfecterende middelen moeten worden bereid en gebruikt overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant. Het wordt aanbevolen de
chemische desinfecterende middelen af te spoelen met kraanwater.
•
Simple Green D Pro 3
®
•
10% bleekmiddel (oplossing van natriumhypochloriet)
•
70% isopropylalcohol
Gebruikte standaardregels
Het gebruik van de uitdrukkingen Let op, Waarschuwing en Opmerking
Informatie betreffende de voltooiing van een taak op een veilige en grondige wijze wordt gegeven in de vorm van de uitdrukking Let op,
Waarschuwing of Opmerking. Deze uitdrukkingen kunt u in het gehele document vinden.
Deze uitdrukkingen moeten worden gelezen voordat u doorgaat naar de volgende stap in een procedure.
WAARSCHUWING: De uitdrukking Waarschuwing geeft een gebruiks- of een onderhoudsprocedure, praktijk of conditie aan die, indien niet
strikt nageleefd, kan leiden tot persoonlijk letsel of fatale afloop.
Let op: 'Let op' geeft een procedure, gebruiksregel of voorwaarde aan met betrekking tot gebruik of onderhoud, die kan leiden tot beschadiging
of vernietiging van het instrument indien deze niet strikt wordt opgevolgd.
Opmerking: 'Opmerking' geeft een probleem, gebruiksregel of voorwaarde aan met betrekking tot gebruik of onderhoud, die noodzakelijk is voor
het efficiënt realiseren van een taak.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
•
Minimaal invasieve procedures dienen uitsluitend te worden verricht door personen die beschikken over een relevante opleiding en op de
hoogte zijn van minimaal invasieve technieken. Raadpleeg medische literatuur die betrekking heeft op technieken, complicaties en risico's
alvorens een minimaal invasieve procedure te verrichten.
•
De diameter van instrumenten die bij minimaal invasieve technieken worden gebruikt, kan per fabrikant verschillen. Indien bij een
procedure minimaal invasieve instrumenten en accessoires van verschillende fabrikanten worden gebruikt, moet vóór aanvang van de
procedure worden gecontroleerd of de instrumenten compatibel zijn.
•
Bij gebruik van andere technologieën in de procedure (bv. elektrocauterisatie) moeten de door de fabrikant van de apparatuur aanbevolen
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen, zodat de met het gebruik ervan verbonden risico's worden vermeden.
•
Als u deze instructies niet precies opvolgt, kan dat tot ernstige chirurgische consequenties leiden, zoals lekkage of dehiscentie.
•
Inspecteer het pakket op verzendingsschade. Gebruik een instrument, batterijen, of vullingen met verzendingsschade niet.
•
Laad het instrument niet vaker dan 12 keer voor maximaal 12 afvuringen per instrument. Als het instrument met
staplelijnversterkingsmateriaal wordt gebruikt, kan daardoor het aantal afvuringen verminderen.
•
ECHELON FLEX 60 mm Powered Plus instrumenten kunnen uitsluitend in combinatie met ECHELON 60 mm vullingen worden
gebruikt.
•
Vóór gebruik van het instrument moet de dikte van het weefsel zorgvuldig worden beoordeeld. Zie de Tabel met productcodes van
vullingen voor de juiste keuze van vullingen.
•
De keuze van de juiste staplevulling moet gebaseerd zijn op de gecombineerde diktes van zowel het weefsel als het
staplelijnversterkingsmateriaal. Het is mogelijk dat bij gebruik van staplelijnversterkingsmateriaal meer kracht moet worden uitgeoefend
om het instrument te sluiten. Ook kan daardoor mogelijk een kleiner aantal afvuringen worden verricht. Bij gebruikmaking van
staplelijnversterkingsmateriaal moeten de aanwijzingen van de fabrikant van het materiaal worden nageleefd.
•
Inspecteer het oppervlak van de nieuwe vulling nadat de staplebeschermkap is verwijderd. Als er gekleurde drivers zichtbaar zijn, moet de
vulling worden vervangen. (Als er gekleurde drivers zichtbaar zijn, kan het zijn dat de vulling geen staples bevat.)
5
•
Bij het inbrengen en verwijderen van de articuleerbare instrumenten moet de bek van het instrument recht staan, parallel aan de schacht
van het instrument. Als de bek van het instrument niet in rechte positie staat, wordt het inbrengen of terugtrekken van het instrument
bemoeilijkt, wat kan leiden tot instrumentbreuk.
•
Wanneer u het instrument via de trocar of incisie inbrengt, moet u voorkomen dat u onbedoeld aan de rode vergrendeling van de
afvuurhendel en de afvuurhendel trekt. Het instrument kan deels of geheel worden afgevuurd en moet vervolgens opnieuw worden geladen
voordat het bij weefsel kan worden gebruikt.
•
Probeer niet het instrument te laten scharnieren door de voorkant van de bek tegen het basisoppervlak te drukken, want dat kan schade aan
of trauma van het weefsel tot gevolg hebben.
•
Het instrument kan scharnieren tot een hoek van maximaal 45°. Bij gebruik van lichaamsstructuren of organen als basisoppervlak moet
in het bijzonder aandacht worden besteed aan de zichtbare signalen en de voelbare weerstand van het instrument. Bij het bereiken van de
maximale hoek neemt de drukkracht toe. Dit is dan ook een teken dat de maximale hoek is bereikt. Oefen geen overmatige druk op het
weefsel uit, want dat kan schade aan of trauma van het weefsel tot gevolg hebben.
•
Zorg dat het weefsel plat en in de juiste positie in de bek ligt. Als het weefsel bij de vulling niet goed plat ligt, vooral diep in de bek, kan
dat tot een onvolledige staplelijn leiden.
•
Let er bij het positioneren van de stapler op dat er zich bij de hechtingsplaats geen obstructies in de bek van het instrument bevinden, zoals
clips, stents en voerdraden. Het afvuren van staples over een obstructie heen kan leiden tot onvolledige snijding, vervormde staples en/of
blokkering van het openen van de bek van het instrument.
•
Controleer of er geen weefsel proximaal van de proximale zwarte lijn uit het instrument is gekomen (geperst). Weefsel dat in het
instrument proximaal van de zwarte lijn is geperst, kan zonder staples worden doorgesneden.
•
Als de sluitingshendel moeilijk te vergrendelen is, repositioneert u het instrument en gebruikt u een kleinere hoeveelheid weefsel.
Overtuig u ervan dat het juiste type hervulling is gekozen. (Raadpleeg de Tabel met productcodes van vullingen.)
•
Vuur het instrument niet af als het klemmechanisme niet meer werkt en de bek het weefsel niet meer vasthoudt. Verwijder het instrument
en gebruik het niet meer.
•
Het is mogelijk dat bij gebruik van materiaal ter ondersteuning van de staplelijn meer kracht moet worden uitgeoefend om het
instrument te sluiten. Bij gebruikmaking van staplelijnversterkingsmateriaal moeten de aanwijzingen van de fabrikant van het materiaal
worden nageleefd.
•
Indien u probeert de afvuurhendel te forceren om de afvuurscyclus te voltooien terwijl er te veel weefsel of compact/dik weefsel in de
bek zit, kan de motor afslaan en stopt het mes. Als dit gebeurt, laat u de afvuurhendel los, schuift u de knop voor terugbeweging van het
mes naar voren, verwijdert u het instrument en herlaadt u het (Illustratie 7). Positioneer het instrument vervolgens rondom een kleinere
hoeveelheid weefsel of gebruik een meer geschikte vulling (raadpleeg de Tabel met productcodes van vullingen).
•
Omdat de motor kan stoppen als hij afslaat, is het belangrijk om een visuele controle te doen om te verzekeren dat de lemmetindicator op
de onderkant van de vullingbehuizing het eind van de doorsnijding heeft bereikt.
•
Als het instrument wordt vergrendeld, stopt de motor. Laat de afvuurhendel los en schuif de knop voor terugbeweging van het mes naar
voren om het mes terug te zetten in de startpositie. In deze positie moet het instrument worden verwijderd, geopend en worden herladen
om door te kunnen gaan.
•
Nadat het systeem voor handmatig opheffen is gebruikt, wordt het instrument uitgeschakeld en kan het niet worden gebruikt voor volgende
afvuringen. Als u handmatig opheffen wilt gebruiken, verwijdert u de toegangsplaat met het etiket "Manual Override" (Handmatig
opheffen) boven op de hendel van het instrument. U ziet nu de hendel voor handmatig opheffen. Beweeg de hendel heen en weer tot
hij niet verder kan (Illustratie 10). Het mes bevindt zich nu in de startpositie. Dit kunt u controleren aan de hand van de positie van de
lemmetindicator op de onderkant van de vullingbehuizing (Illustratie 11). Gooi het instrument weg.
•
De keuze van de juiste staplevulling moet gebaseerd zijn op de gecombineerde diktes van zowel het weefsel als het
staplelijnversterkingsmateriaal. Als het instrument met staplelijnversterkingsmateriaal wordt gebruikt, kunnen mogelijk minder afvuringen
worden verricht. Bij gebruikmaking van staplelijnversterkingsmateriaal moeten de aanwijzingen van de fabrikant van het materiaal
worden nageleefd.
•
Onvolledig afvuren kan leiden tot misvormde staples, een onvolledige snijlijn, bloedingen en/of moeilijkheden met het verwijderen van
het instrument.
•
Als het afvuurmechanisme niet meer werkt, kan er niet meer met het instrument worden gewerkt.
•
Als de bek niet automatisch opent na het indrukken van de aambeeld-ontgrendelknop, moet u zich er eerst van verzekeren dat het
mes in de startpositie staat. U kunt de positie van het mes bepalen aan de hand van de lemmetindicator onder de vullingbehuizing.
Als de lemmetindicator niet in de startpositie staat of als de positie van het mes niet kan worden bepaald, verschuift u de knop voor
terugbeweging van het mes om de motor te activeren en het mes terug te zetten in de startpositie. Probeer opnieuw de bek te openen met
de aambeeld-ontgrendelknop. Als de bek dan niet opengaat, trekt u de sluitingshendel voorzichtig omhoog (weg van de handgreep) totdat
de afvuur- en de sluithendel beide naar hun oorspronkelijke positie terugkeren.
•
Controleer de staplelijnen op pneumostase/hemostase en kijk of de staples goed gesloten zijn. Kleine bloeding kan worden beheerst door
middel van handmatige hechting of andere geschikte technieken.
•
Houd voorafgaand aan het herladen van het instrument het instrument in een verticale positie, met de aambeeldbek en vullingbehuizing
geheel ondergedompeld in steriele oplossing. Goed door de oplossing halen en dan de binnen- en buitenzijden van de aambeeldbek
en vullingbehuizing afvegen om ongebruikte staples uit het instrument te verwijderen. Gebruik het instrument niet voordat visueel
gecontroleerd is of er zich geen staples op de aambeeldbek en vullingbehuizing bevinden.
•
Controleer, voordat u het instrument verwijdert, of er geen weefsel meer in de bek zit en sluit dan de bek.
•
Bij het kiezen van de vulling moet nauwkeurig aandacht worden besteed aan bestaande aandoeningen, evenals aan prechirurgische
behandelingen die de patiënt mogelijk heeft ondergaan, zoals radiotherapie. Bepaalde condities of preoperatieve behandelingen kunnen
veranderingen in de weefseldikte veroorzaken die het aangegeven bereik van weefseldiktes overschrijden voor de standaardkeuze van
vulling.
•
Bij het scheiden van grotere vaatstructuren moeten de chirurgische basisbeginselen ten aanzien van bloedingsbeheersing, zowel proximaal
als distaal, in acht worden genomen.
•
Gebruik geen autoclaaf, ethyleenoxide of straling om de batterijen te steriliseren of te desinfecteren.
•
Indien de batterijen verkeerd worden behandeld, kunnen deze brandgevaarlijk zijn. Het is verboden ze te demonteren, tot boven 100 °C te
verhitten, in een autoclaaf te steriliseren, ineen te drukken, te doorboren of op te laden, of de externe contactpunten kort te sluiten.
•
Gebruik van een ander type batterijen dan de bij het apparaat geleverde batterijen kan leiden tot verhoogde EMISSIES of verminderde
IMMUNITEIT van de ECHELON FLEX 60 mm Powered Plus articuleerbare endoscopische lineaire cutter.
•
Draagbare radio's en mobiele RF-communicatieapparatuur kunnen de werking van medische apparaten beïnvloeden. Volg de aanwijzingen
van de volgende tabellen bij gebruik van de ECHELON FLEX 60 mm Powered Plus articuleerbare endoscopische lineaire cutter.
6