4� Voer geen procedures met hoogfrequente endotherapeutische accessoires uit als er
ontvlambare of explosieve gassen in het maagdarmkanaal van de patiënt aanwezig
zijn, aangezien hierdoor ernstig letsel bij de patiënt kan ontstaan�
5� Let altijd op het rechtstreekse endoscopische beeld wanneer u de endoscoop inbrengt,
terughaalt of bedient� Het niet opvolgen van deze instructie kan resulteren in letsel,
bloeding en/of perforatie bij de patiënt�
6� Zorg ervoor dat de insufflator niet is aangesloten op de hulpwaterinlaat, omdat dit
overmatige insufflatie kan veroorzaken, wat pijn, bloedingen, perforatie en/of gasembolie
bij de patiënt kan veroorzaken�
7� De distale tip van de endoscoop kan door opwarming van de leds warm worden�
Vermijd langdurig contact tussen het distale uiteinde van de endoscoop en het slijmvlies,
aangezien langdurig contact weefselschade kan veroorzaken�
8� De endoscoop mag niet worden ingebracht of teruggetrokken als er endotherapeutische
accessoires uit het distale uiteinde van het werkkanaal steken, omdat dit letsel bij de
patiënt kan veroorzaken�
9� Als het biopsieventiel niet wordt gebruikt en/of als de biopsieklep beschadigd is,
kan dit de werkzaamheid van de afzuigfunctionaliteit van de endoscoop verminderen
en kunnen er resten of vloeistoffen van de patiënt uit het systeem lekken of spuiten,
wat een risico op infectie inhoudt� Wanneer de klep niet is afgedicht, plaatst u er een
stuk steriel gaas overheen om lekkage te voorkomen�
10� Gebruik altijd gaas om het endotherapeutische accessoire door de biopsieklep te
trekken, aangezien er resten of vloeistoffen van de patiënt uit het systeem kunnen
lekken of spuiten, wat een risico op infectie inhoudt�
11� Draag tijdens de procedure altijd persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) om u
te beschermen tegen contact met mogelijk besmettelijk materiaal� Als u dit niet doet,
kan dit leiden tot besmetting, wat mogelijk kan leiden tot infecties�
12� Het gebruik van HF-endotherapeutische accessoires met de endoscoop kan het
beeld op het weergaveapparaat verstoren, wat letsel bij de patiënt kan veroorzaken�
Probeer alternatieve instellingen op de HF-generator met een lagere piekspanning
om verstoring te verminderen�
13� Draagbare RF (radiofrequentie)-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur
zoals antennekabels en externe antennes) dient niet dichter dan 30 cm (12 inch) bij
enig deel van de endoscoop en het weergaveapparaat te worden gebruikt� Dit geldt
ook voor door de fabrikant gespecificeerde kabels� Het niet in acht nemen hiervan kan
de prestaties van deze apparatuur aantasten, wat kan leiden tot letsel bij de patiënt�
VOORZORGSMAATREGELEN
1� Gebruik de endoscoop alleen met medische elektrische apparatuur die voldoet aan
IEC60601-1 en alle van toepassing zijnde secundaire en/of specifieke normen� Als u dit
niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken�
2� Voordat u een HF-endotherapeutisch accessoire gebruikt, moet u controleren of het
compatibel is met de endoscoop� Volg altijd de gebruiksaanwijzing van het apparaat
van derden� Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken�
3� Activeer geactiveerde endotherapeutische accessoires pas als het distale uiteinde
van het endotherapeutische accessoire zich in het gezichtsveld bevindt en op een
geschikte afstand van het distale uiteinde van de endoscoop is uitgeschoven, omdat
dit anders kan leiden tot beschadiging van de endoscoop�
4� Breng geen smeermiddel op oliebasis aan in het werkkanaal, omdat dit de wrijving bij
het inbrengen van endotherapeutische accessoires kan vergroten�
5� Rol de inbrengbuis of de aansluitslang niet op tot een diameter van minder dan 20 cm
(8 inch), omdat de endoscoop hierdoor beschadigd kan raken�
6� Laat de endoscoop niet vallen en stoot, buig, verdraai of trek niet met overmatige
kracht aan enig deel ervan, omdat de endoscoop hierdoor beschadigd kan raken,
wat de functionaliteit kan verstoren�
7� Gebruik geen overmatige kracht om een endotherapeutisch accessoire via het werkkanaal
door te voeren� Als u dit wel doet, kan het werkkanaal van de endoscoop beschadigd raken�
194