GARANT Instelapparaat VG1
de
3. Op de knop "Wissen" drukken om gereedschap te wissen.
4. Op de knop "Bewerken" drukken om gereedschapsgegevens te bewerken.
»
Het menu "Gereedschap tonen" wordt geopend. Hier de wijzigingen aan-
brengen en met "OK" bevestigen.
en
7.3.
ADAPTERFUNCTIES
7.3.1.
Nieuwe adapter aanmaken
Zie Nieuwe adapter [} Pagina 91].
7.3.2.
Bewerken en wissen
bg
1. Op de adapter- en gereedschapsweergave (H) drukken.
»
Het menu "Adapters tonen" wordt geopend.
2. Op de knop "Bewerken" drukken om adaptergegevens te bewerken. Hier de wij-
zigingen aanbrengen en met "OK" bevestigen.
da
3. Op de knop "Wissen" drukken om adapters te wissen.
4. Op de knop "Kalibreren" drukken om meetverschillen door kalibratie te verhel-
pen.
7.4.
MEETFUNCTIES
fi
i
Voor positie van de knoppen op de gebruikersinterface, zie
De grafieken die de metingen verklaren, tonen de weergave van het livebeeld (G).
De volgende handelingsstappen vóór het meten uitvoeren:
fr
1. Adapter/ijkdoorn in opname plaatsen.
2. Adapter selecteren of aanmaken.
3. Kalibratie uitvoeren.
7.4.1.
Livebeeld, meetbereik begrenzen
it
i
Elke meetfunctie werkt in het volledige gebied van het livebeeld, maar het meetbe-
reik kan indien nodig worden begrensd.
hr
1
3
lt
nl
2
no
1. Met vinger of muiscursor op livebeeld van het touchscreen op een hoek van het
gewenste meetbereik drukken (1).
2. Met vinger of muiscursor op de tweede hoek van het gewenste meetbereik druk-
ken of de cursor naar de tweede hoek slepen (2).
Er wordt een rode rechthoek weergegeven (3).
pl
3. Om de grootte van het meetbereik te veranderen, op de te veranderen hoek
drukken en deze verschuiven.
4. Om het meetbereik te verschuiven, de rode rechthoek ingedrukt houden en ver-
schuiven.
pt
5. Begrensd meetbereik door opnieuw selecteren van de meetfunctie beëindigen.
7.4.2.
Vast dradenkruis
ro
1
2
sv
3
sk
1. Vergrendeling van de snelverstelling ontgrendelen, toren en optische unit in po-
sitie verplaatsen.
sl
2. Gereedschap met continue fijnverstelling in gezichtsveld van de camera bren-
gen.
3. Maximale focus met dynamische focusweergave instellen. Zie Dynamische focus-
weergave [} Pagina 92].
4. Op de knop "Vast dradenkruis" (18) drukken om het centrum van het dradenkruis
es
vast in het midden van het livebeeld te positioneren.
5. Met fijnverstelling de snijkant bewegen (3) tot alle instelhulpen groen branden
(4).
Functiebeschrijving
cs
Groene instelhulp toont correcte uitlijning van de snijkant (1).
Gele instelhulp toont afwijking van snijkant ten opzichte van dradenkruis (2).
7.4.3.
Dynamisch dradenkruis
1. Op de knop "Dynamisch dradenkruis" (19) drukken om het centrum van het dra-
hu
denkruis dynamisch op het snijpunt van de maximale X- en Z-waarden van de
gereedschapscontour te leggen.
92
B
.
4
2. Subfunctie activeren door herhaaldelijk op de knop te drukken:
alleen voor adapters met ijkkogels.
voor alle andere gereedschappen.
3
1
2
Functiebeschrijving
De meetfunctie zoekt in het livebeeld maximale X- en Z-waarden en construeert
met de waarden een verticale en horizontale lijn.
Het snijpunt van de twee lijnen levert de coördinaten op van het geconstrueerde
punt (1).
Coördinaten van het snijpunt van verticale en horizontale lijnen worden bij ver-
schuiving van het gereedschap (2) in het livebeeld opnieuw berekend (3).
i
Bij het verschuiven van het gereedschap in het livebeeld veranderen de coördinaten
in het meetwaardevenster niet.
7.4.4.
Dynamische focusweergave
1
2
1. Op de knop "Snijkant focusseren" (20) om de focus op het gedeelte van het ge-
reedschap met de maximale X-waarde te leggen.
De buitenste gereedschapsgrens in X-richting wordt gemarkeerd met een groe-
ne lijn (1).
2. Gereedschap 360° draaien.
Een paarse lijn markeert de maximale waarde van de gereedschapsgrens die tij-
dens de rotatie is bereikt (2).
De groene lijn volgt de gereedschapsgrens (3).
3. Gereedschap draaien tot de groene en de paarse lijn samenvallen (4).
Gereedschap gefocust op gedeelte met maximale X-waarde.
7.4.5.
Totaal alle metingen na 1 rotatie van de spindel
i
Totaalbeeldfunctie kan worden gecombineerd met andere meetfuncties.
3
1
2
1. Op de knop "Totaalbeeld" (21) drukken om het omhullende oppervlak van de ge-
reedschapscontour weer te geven.
2. Gereedschap 360° draaien.
In aanvulling op de gereedschapsweergave (1) wordt de omhullende gereed-
schapscontour afgebeeld (2).
3. Optioneel dynamisch dradenkruis inschakelen om X- en Z-waarden van het
meetwaardevenster af te lezen (3).
Een aanvullende meetfunctie heeft betrekking op de contour van het gereed-
schap.
3
3
4
3