VERKORTE HANDLEIDING
1.
Steek de voedingskabel erin
Gebruik de (gelijk-/wisselstroom)voeding tijdens de eerste installatie ten minste één uur om de batterij volledig op te laden. Steek de voedingskabel in het wisselstroomcontact en sluit de
bijbehorende aansluiting aan op de achterkant van het systeem. (afb. 2.1)
2.
Plaats AA-batterijen in het activeringspedaal
Plaats de (2) meegeleverde AA-batterijen in het draadloze activeringspedaal. Als u de AA-batterijen vervangt, adviseren wij een ALKALINE-batterij te gebruiken. (afb. 2.2)
3.
Schakel lasereenheid in
De universele AAN/UIT-knop is een membraanschakelaar die onder druk wordt geactiveerd. (afb. 2.3)
4.
Voer elektronisch wachtwoord in
Voer het elektronisch wachtwoord in op het toetsenblok m.b.v. de OMHOOG en OMLAAG pijltoetsen. Het wachtwoord is OMHOOG, OMLAAG, OMHOOG, OMLAAG. Een vinkteken verschijnt
wanneer het juiste wachtwoord is ingevoerd. (afb. 2.4)
5.
Selecteer de gewenste golflengte.
Selecteer de gewenste lasergolflengte op het toetsenblok: 810 nm, 980 nm of Dual Wavelength (dubbele golflengte). (afb. 2.5)
6.
Selecteer uw gewenste vermogensinstelling
Selecteer uw gewenste vermogensinstelling en activeer dan de laser. (afb. 2.6)
BEDIENINGSELEMENTEN - BEDIENING & GEBRUIK
01 - ELEKTRONISCH WACHTWOORD
De Gemini 810 + 980 diodelaser voor weke delen is beveiligd met een elektronisch wachtwoord. Wanneer u de lasereenheid inschakelt, verschijnt het wachtwoordscherm onderaan het scherm.
Het wachtwoord moet in de juiste volgorde worden ingevoerd op het toetsenblok: OMHOOG, OMLAAG, OMHOOG, OMLAAG. (afb: 1.2, opties: 6, 13, 6, 13)
02 - KIEZEN VAN EEN GOLFLENGTE
Wanneer het systeem is ingeschakeld, en het juiste elektronische wachtwoord is ingevoerd, wordt u gevraagd om de gewenste golflengte te kiezen. Een spraakbevestiging zegt "Kies golflengte",
en twee golflengteringen knipperen. De Gemini 810 + 980 diodelaser kan in drie golflengtemodi worden gebruikt: alleen 810 nm, alleen 980 nm of dubbele golflengte (Dual Wavelength). Een
golflengtemodus moeten worden geselecteerd voordat u doorgaat, maar kan later altijd worden gewijzigd. (afb: 1.2, opties: 3, 4, 8)
03 - AANSLUITEN VAN HET ACTIVERINGSPEDAAL
De allereerste aansluiting van het activeringspedaal op uw lasereenheid via Bluetooth is eenvoudig. (zie afbeeldingen: 2.2 - 2.9)
Plaats de 2 meegeleverde AA-batterijen in het activeringspedaal. (afb. 2.2)
Schakel de lasereenheid in. (afb. 2.3)
Voer het wachtwoord in. (afb. 2.4)
Selecteer de gewenste golflengte. (afb. 2.5)
Druk het activeringspedaal in. Het activeringspedaal en de lasereenheid maken automatisch verbinding met elkaar. (afb: 2.7)
Een Bluetooth-indicator verschijnt op de display en op het activeringspedaal als beide goede zijn aangesloten en de laser in de Actief modus staat. (afb: 2.8)
Het activeringspedaal wordt geleverd met een beschermhuls om het per ongeluk activering van de laser te voorkomen. Stap niet op de beschermhuls omdat het activeringspedaal dan per
ongeluk zou kunnen worden beschadigd. (afb: 2.9)
04 - HANDMATIGE VERMOGENSINSTELLING
De Gemini 810 + 980 diodelaser kan maximaal 2,0 wat gemiddeld vermogen afgeven. Om de vermogensinstelling handmatig te wijzigen, drukt u op pijlen OMHOOG en OMLAAG of op de pijlen LINKS
en RECHTS op het toetsenblok. Telkens als u op een pijl drukt, wordt het vermogen met 0,1 watt verhoogd of verlaagd. Als u een pijl ingedrukt houdt, neemt de snelheid toe waarmee het vermogen
wordt verhoogd of verlaagd. Druk op de ACTIEF-knop om de laser in de Actief modus te zetten. Druk het activeringspedaal in om de laser te activeren. (afb: 1.2)
KLINISCHE TIP:
Maximale resultaten worden verkregen door het regelen van het uitgangsvermogen van de laser en de snelheid waarmee de gebruiker de glasvezeltip beweegt. Weefselverschroeiing is een ongewenst
gevolg van het gebruik van een te hoog vermogen of van een te langzaam bewegende glasvezeltip. Gebruik altijd zo weinig mogelijk vermogen dat vereist is om uw procedure uit te voeren. De ideale
behandeling leidt tot weinig of geen verkleuring na de behandeling en tot minder bijkomende schade en snellere genezing.
Voorkom penetratie of beschadiging van het periosteum en vermijd het gebruik van de laser op alveolair bot. Omdat de laserenergie wordt aangetrokken door melanine en hemoglobine, moet het
vermogen worden verlaagd bij de behandeling van patiënten met donker gepigmenteerde weke delen.
05 - LASER STAND-BY en ACTIEF MODUS
De keuze ACTIEF/STAND-BY op het toetsenblok heeft een dubbele functie. Het activeert (ACTIEF) en deactiveert de laser (STAND-BY). Het systeem start standaard in de stand-by modus. De laser kan
pas worden geactiveerd nadat een golflengte is geselecteerd. Telkens wanneer de ACTIEF/STAND-BY toets wordt ingedrukt, schakelt het systeem tussen de Actief en Stand-by modus. Er is een hoorbare
bevestiging (tenzij de spraakbevestiging is onderdrukt), en een pictogram voor "ACTIEF" of "STAND-BY" verschijnt naast elke golflengte-indicator. De rode richtstraal en tipverlichting zijn alleen zichtbaar
wanneer de laser in de Actief modus staat.
Wanneer het systeem in de Actief modus staat, kan het door indrukken van elke toets behalve OMHOOG en OMLAAG of LINKS en RECHTS weer in de stand-by modus worden gezet. Wanneer het
activeringspedaal in de Actief modus wordt ingedrukt, knippert de buitenste ring rond elk golflengtepictogram op de display als een visuele indicatie dat de laser wordt gebruikt. Er is ook een pieptoon
hoorbaar, wanneer de laser wordt gebruikt. Om veiligheidsredenen werd een activeringsvertraging van 0,25 sec. geïmplementeerd om onbedoelde activering te voorkomen. (Afb: 1.2, afbeeldingen: 3.1 - 3.4)
Systeem in stand-by modus. (Afb. 3.1)
Systeem in actief modus. (Afb. 3.2)
Golflengte - stand-by modus. (Afb. 3.3)
Golflengte - actief modus. (Afb. 3.4)
NB: Buitenste ringen knipperen wanneer de laser wordt gebruikt.
06 - VOORINSTELLINGEN VAN PROCEDURES
Na indrukken van de PROCEDURES (afb. 1.2) toets verschijnen alle vooraf ingestelde procedures op de display. Met de pijltoetsen LINKS en RECHTS (afb. 1.2. Options: 5, 7) kan tussen de categorieën
ALGEMENE TANDHEELKUNDE, ORTHODONTIE of HYGIËNE worden geschakeld. Met de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG kan tussen procedures binnen elke categorie worden geschakeld. De bij elke
procedure behorende vermogensinstelling verschijnt op de vermogensindicator, wanneer de procedure is gemarkeerd.
"Selecteer golflengte"
47