Mri-procedure bij gebruik van een hoofdspoel met verzend/ontvangst-radiofrequentie
Opmerking: De vereisten vermeld in
dit document zijn gebaseerd op in-vitro
tests en moeten resulteren in een veilig
MRI-onderzoek van een patiënt met het
Precision ruggenmergstimulatorsysteem
bij inachtneming van alle instructies in dit
document. Vanwege de vele variabelen
die van invloed zijn op de veiligheid,
kan de veiligheid van patiënten of de
continue werking van het Precision™
ruggenmergstimulatorsysteem bij blootstelling
aan MRI niet absoluut worden gegarandeerd.
Voorbereiding van het MRI-
onderzoek
De volgende procedures moeten in acht
genomen worden alvorens een MRI-
onderzoek uit te voeren bij een patiënt met
het Precision ruggenmergstimulatorsysteem:
1. Controleer of de patiënt beschikt over
een implantaat dat of een aandoening
heeft die een reden vormt om het MRI-
onderzoek niet toe te staan of waardoor
dit wordt gecontra-indiceerd. Voer GEEN
MRI-onderzoek uit indien er sprake is van
een implantaat dat of een aandoening die
een reden vormt om het MRI-onderzoek
niet toe te staan of waardoor dit wordt
gecontra-indiceerd.
2. Zorg ervoor dat er ten minste zes weken
tijd zit tussen de datum waarop het
Precision ruggenmergstimulatorsysteem
is geïmplanteerd en het tijdstip van het
MRI-onderzoek.
3. Informeer de patiënt over de risico's van
een MRI-onderzoek zoals vermeld in
dit document, waaronder verplaatsing
van het geïmplanteerde onderdeel en/
of overmatige verhitting, en geef aan
dat de metalen onderdelen van de
neurostimulatiesystemen het MRI-beeld
kunnen beïnvloeden, waardoor het
diagnostische nut van deze methode
mogelijk negatief wordt beïnvloed.
4. De patiënt moet zich in een zodanige
psychologische en mentale toestand
bevinden, dat hij of zij in staat is om
onmiddellijk feedback te verschaffen met
betrekking tot eventuele problemen die
zich voordoen tijdens het onderzoek.
5. Instrueer de patiënt om de bediener
van het MRI-systeem onmiddellijk te
waarschuwen zodra zich ongemak,
stimulatie, schokken of verhitting
voordoen tijdens het onderzoek.
6. Bewaak de patiënt zorgvuldig met behulp
van audiovisuele technieken gedurende
het gehele MRI-onderzoek.
7. De radioloog of een MRI-fysicus moet
controleren of alle voorgestelde MRI-
onderzoeksparameters voldoen aan
bovengenoemde 'vereisten ten aanzien
van MRI-blootstelling'. Als dit niet het
geval is, moeten de parameters worden
aangepast zodat wel aan de vereisten
wordt voldaan. Indien parameters niet
kunnen worden aangepast, mag het MRI-
onderzoek NIET worden uitgevoerd.
Precision™ ruggenmergstimulatorsysteem richtlijnen 1,5 tesla-MRI
90719336-04 Rev B 45 van 155