Let op: Zorg dat het weefsel plat en in de juiste positie in de bek ligt. Als het weefsel bij de vulling niet goed plat ligt, vooral
diep in de bek, kan dat een onvolledige staplelijn tot gevolg hebben.
De distale zwarte lijnen op het aambeeld en op het kanaal van de vulling geven de uiteinden van de staplelijn aan. De lijn op
het kanaal van de vulling waar "cut" (snijden) staat, geeft de snijlijn op het instrument aan (illustratie 1).
Let op: Let er bij het positioneren van de stapler op de hechtingsplaats op dat zich geen obstructies in de bek van het
instrument bevinden, zoals clips, stents, voerdraden e.d. Het afvuren van staples over een obstructie heen kan leiden tot
onvolledige snijding, vervormde staples en/of blokkering van het openen van de bek van het instrument.
15
Nadat u de bek van het instrument hebt gepositioneerd, sluit u de bek door de sluitingshendel (1) naar de handgreep toe te
knijpen totdat het instrument vergrendeld is. Een hoorbare/voelbare klik geeft aan dat de sluitingshendel en de bek vergrendeld
zijn (illustratie ).
Let op: Controleer of er geen weefsel proximaal van de proximale zwarte lijn uit het instrument is gekomen (geperst). Weefsel
dat in het instrument proximaal van de zwarte lijn is geperst, kan zonder staples worden doorgesneden.
Let op: Als de sluitingshendel (1) moeilijk te vergrendelen is: repositioneer het instrument en gebruik een kleinere
hoeveelheid weefsel. Overtuig u ervan dat het juiste type hervulling is gekozen. (Raadpleeg de productcodetabel van
ECHELON-vullingen.)
Let op: Vuur het instrument niet af als het klemmechanisme niet meer werkt en de bek het weefsel niet meer vasthoudt. Maak
het instrument dan los en gebruik het niet meer.
Opmerking: Bij het afvuren van clips door dikke weefselstructuren kan vaak een betere compressie en stapleplaatsing worden
bereikt als de bek na het sluiten en vóór het afvuren 1 seconden statisch wordt gehouden.
16
Vuur het instrument af. Voor een volledige afvuring moet de vulling met complete cycli over de gehele lengte worden
doorgesneden. Vervolgens wordt het mes in de uitgangspositie teruggebracht. Bij elke cyclus moet de afvuurhendel () met
continue soepele slagen geheel worden ingeknepen en weer ontspannen, totdat de afvuurhendel geheel tegen de sluitingshendel
(1) rust (illustratie 11). De cijfers op de cyclusteller worden bij elke cyclus met één eenheid verhoogd. Na de derde cyclus
verschijnt op de snijrichtingsindicator een pijl die naar het proximale uiteinde van het instrument is gericht, als teken dat het
mes in de retourmodus staat. Bij beëindiging van de vierde cyclus verschijnt op de cyclusteller "0", als teken dat het mes tot
de uitgangspositie is teruggekeerd. De status van de transsectie kan ook worden bepaald door aflezing van de lemmetindicator
tijdens de gehele afvuurhandeling.
Opmerking: Als een afvuurcyclus eenmaal is gestart, moet de cyclus worden voltooid door uitvoering van alle vier
afvuurcyclusfasen, zodat het mes weer naar de uitgangspositie kan terugkeren. Als het onvermijdelijk is de afvuurcyclus te
onderbreken, moet u de beweging van het mes omkeren door de rode knop voor terugbeweging van het mes in te drukken; op
de snijrichtingsindicator verschijnt dan een pijl die naar het proximale uiteinde van het instrument wijst, als teken dat het mes
in de retourmodus staat. Voltooi de cyclus door de afvuurhendel () geheel in te knijpen, totdat deze op de sluitingshendel (1)
rust. Daarna staat de cyclusteller op nul, als teken dat het mes naar de uitgangspositie is teruggekeerd.
Let op: Indien met geforceerd gebruik van de hendel wordt geprobeerd de afvuurcyclus te voltooien terwijl er te veel weefsel
of compact/dik weefsel in de bek zit, kan er voor het afvuren te veel kracht benodigd zijn of kan het instrument defect raken.
Let op: Als het instrument zichzelf blokkeert, verschijnt op de cyclusteller een hangslotsymbool. Staak dan de
behandeling en keer de beweging van het mes om door de rode knop voor terugbeweging van het mes in te drukken; op de
snijrichtingsindicator verschijnt een pijl die naar het proximale uiteinde van het instrument wijst, als teken dat het mes in de
retourmodus staat. Knijp de afvuurhendel () geheel in, totdat deze op de sluitingshendel (1) rust. Op de cyclusteller verschijnt
"0", als teken dat het mes tot de uitgangspositie is teruggekeerd. Druk dan de aambeeld-ontgrendelknop in om de bek van het
weefsel los te maken. Sluit de bek van het instrument door de sluitingshendel (1) in te drukken, verwijder het instrument en
vervang de vulling. Het instrument raakt defect als het ondanks de blokkering toch wordt afgevuurd.
Let op: Het is mogelijk dat bij gebruik van staplelijnversterkingsmateriaal meer kracht moet worden uitgeoefend om het
instrument af te vuren. Ook kan daardoor mogelijk een kleiner aantal afvuringen worden verricht. Bij gebruikmaking van
staplelijnversterkingsmateriaal moeten de aanwijzingen van de fabrikant van het materiaal worden nageleefd.
17
Druk op de aambeeld-ontgrendelknop om de bek van het instrument te openen, zodat beide hendels weer hun oorspronkelijke
positie innemen (illustratie 8).
Let op: Als de bek niet automatisch wordt geopend nadat u op de aambeeld-ontgrendelknop hebt gedrukt, zorg er
dan eerst voor dat het mes in de teruggetrokken positie staat door te controleren of de cyclusteller op "0" staat en de
snijrichtingsindicator naar de proximale zijde van het instrument gericht is, dan wel of de lemmetindicator in de startpositie
staat. Als de cyclusteller of de lemmetindicator niet in de uitgangspositie staat, moet u de rode knop voor terugbeweging
van het mes indrukken om de bewegingsrichting van het mes te keren en vervolgens de afvuurhendel () geheel inknijpen
totdat deze op de sluitingshendel (1) rust. Druk op de aambeeld-ontgrendelknop. Als de bek dan niet opengaat, trekt
u de sluitingshendel (1) voorzichtig omhoog (weg van de handgreep) totdat de afvuur- en de sluithendel beide naar hun
oorspronkelijke positie terugkeren.
Let op: Als het afvuurmechanisme niet meer werkt, kan er niet meer met het instrument worden gewerkt.
18
Trek het instrument voorzichtig terug van het met transsectie behandelde weefsel en verzeker u ervan dat het weefsel door
de bek is losgelaten. Controleer de staplelijnen op pneumostase/hemostase en kijk of de staples goed gesloten zijn. Minimale
bloeding kan worden beheerst door middel van elektrocauterisatie, handmatige hechting of andere geschikte technieken.
19
Voordat articuleerbare instrumenten worden verwijderd, moet de bek op veilige afstand van eventuele obstructies in de
lichaamsholte worden gebracht. Daarbij moet de bek geopend en binnen het gezichtsveld worden gehouden. Trek vervolgens
aan de vinnen van de draaiknop. De bek keert automatisch terug naar de rechte positie.
20
Knijp in de sluitingshendel (1) om het instrument uit de holte te verwijderen, totdat de sluitingshendel is vergrendeld en de bek
gesloten (illustratie 9). Trek het instrument in gesloten stand volledig terug (illustratie 1).
Het instrument herladen:
21
Neem de vulling met steriele hulpmiddelen uit de verpakking. Om beschadiging te voorkomen mag de vulling niet in
de steriele zone terechtkomen.
22
Vergewis u er vóór het herladen van dat het instrument open staat (illustratie ).
23
Duw het instrument omhoog (naar het aambeeld toe) om de hervulling uit de bek van de behuizing los te klikken. Werp de
gebruikte vulling weg (illustratie 1).
WAARSCHUWING: Voordat het instrument wordt herladen, moeten het aambeeld en de bek van de behuizing in een steriele
vloeistof worden gespoeld en vervolgens met een doekje schoongeveegd, om gevormde maar ongebruikte staples uit het
instrument te verwijderen. Gebruik het instrument niet voordat visueel gecontroleerd is of er zich geen staples op het aambeeld
en de bek van de behuizing bevinden.
24
Controleer of de nieuwe hervulling voorzien is van een staplebeschermkap. Werp de vulling weg als er geen
staplebeschermkap op de vulling zit.
7
7