5.2.1 Beschrijving van de beschikbare bewegingspatronen
De bewegingspatronen kunnen in het menu 'Expert'
geselecteerd.
PNF
Het bewegingspatroon PNF richt zich op het natuurlijke bewegingspatroon van
het schoudergewricht volgens PNF (proprioceptieve neuromusculaire facilitatie).
Dit houdt in dat de bewegingsslede tegelijkertijd naar de maximale waarden
voor abductie, exorotatie en extensie gaat. Als deze zijn bereikt, gaat de slede
aansluitend naar de combinatie van maximale adductiewaarde, maximale en-
dorotatiewaarde en maximale extensiewaarde. Na het bereiken van deze positie
begint de bewegingscyclus opnieuw doordat de slede naar de combinatie van
maximale abductiewaarde, maximale exorotatie en maximale extensiewaarde
gaat.
De programmering van de bewegingsuitslag wordt uitgevoerd zoals beschreven
staat in paragraaf 5.1.
Golf
Bij het bewegingspatroon Golf kunnen maximaal drie motors worden gebruikt
waarbij de beweging in de richting van flexie/extensie altijd door motor A moet
worden uitgevoerd. Hierbij worden alle motors gesynchroniseerd op een dusda-
nige manier dat een bewegingspatroon in ongeveer de vorm van een liggende
acht ontstaat.
Dit houdt in dat niet alle maximaalwaarden tegelijkertijd worden bereikt, maar
dat iedere motor na het bereiken van zijn ingestelde maximaalwaarde individu-
eel de betreffende bewegingsrichting omdraait.
De programmering van de bewegingsuitslag wordt uitgevoerd zoals beschreven
staat in paragraaf 5.1. Bovendien kan de looprichting van de golf
tegen de richting van de klok in
worden geselecteerd.
onder punt 'Therapie'
of met de richting van de klok mee
311
worden