7.7 Ontsappen
In de snelkookpan kunnen kleine hoeveelheden
fruit verwerkt worden tot sap.
1.
1/4 l water in de pan gieten.
2.
Vruchten in het geperforeerd inzetstuk plaatsen,
op een niet-geperforeerd inzetstuk plaatsen en
indien nodig suiker toevoegen.
3.
Op garingsstand 1 - afhankelijk van het soort
fruit tussen 10-20 minuten garen.
4.
Pan onder stromend water drukloos maken
(afstoom-methode 4) en voor het openen
schudden.
8. Snelkookpan reinigen, wachten en
bewaren
8.1 Reinigen
Voor de reiniging heet water en algemeen
verkrijgbaar spoelmiddel gebruiken.
▶
Geen zandhoudende, schurende
reinigingsmiddelen, staalwol of de harde zijden
van sponzen gebruiken.
1.
Dekselgreep
volgens Hoofdstuk 5.1 afnemen
B
en alleen onder stromend water reinigen (zie
afbeeldingsserie G).
2.
Afdichtingsring
uit het deksel
L
met de hand spoelen.
3.
Licht aangekoekte voedselresten inweken, sterk
aangekoekte voedselresten in de snelkookpan
met wat water uitkoken.
4.
Ventiel bij vervuiling resp. verstopping met een
vochtig wattenstaafje reinigen.
▶
Geen scherpe of puntige voorwerpen
gebruiken.
5.
De pan, de inzetstukken en de tussenstukken
kunnen in de afwasmachine worden gereinigd.
▶
Dit kan echter leiden tot kleurwijzigingen van
de oppervlakken. De functie wordt daardoor
niet beïnvloed.
▶
Wij raden echter reiniging met de hand aan.
6.
Bij kalkafzettingen de snelkookpan met
azijnwater uitkoken.
7.
Kookgerei na de reiniging goed afdrogen.
64.1168.0790 I 002
Gebruikershandleiding
8.2 Bewaren
De gereinigde, droge snelkookpan in een schone,
droge en beschermde omgeving bewaren.
1.
Deksel
2.
Afdichtingsring
apart bewaren om slijtage van de ring tegen te gaan.
3.
Dekselgreep
en in de pan
4.
Deksel
8.3 Onderhoud / Slijtagedelen vervangen
/ Zij- en steelgreep alleen door de WMF-vakhandel/
service laten vervangen.
/ Veiligheidsventiel alleen door de WMF-vakhandel/
service laten vervangen, uiterlijk na 10 jaar.
/ Slijtagedelen regelmatig controleren en evt. door
originele reserveonderdelen vervangen.
/ Afdichtingsring en dubbele afdichting bij
beschadigingen, verharding, verkleuring
of incorrecte positie direct door originele
reserveonderdeel vervangen.
8.3.1 Afdichtingsring vervangen
1.
2.
nemen en
6
3.
4.
8.3.2 Dubbele afdichting vervangen
1.
2.
3.
volgens Hoofdstuk 5.1 verwijderen.
6
uit de rand van de pan trekken en
L
volgens Hoofdstuk 5.1 verwijderen
B
resp. deksel
1
omgekeerd op de pan
6
volgens Hoofdstuk 5.1 verwijderen.
Deksel
6
Deksel
omdraaien.
6
Defecte afdichtingsring
pan trekken en verwijderen.
Nieuwe originele afdichtingsring
van de pan plaatsen en voorzichtig onder de
rand drukken.
▶
De afdichtingsring
L
gebogen rand van de pan liggen.
Evt. deksel
volgens Hoofdstuk 5.1 van de pan
6
verwijderen.
Deksel uit elkaar halen (zie afbeeldingsserie G),
daartoe deksel
omdraaien.
6
Deksel
vasthouden en de greepontgrendeling
6
in de richting van het uiteinde van de greep
E
drukken.
NL
leggen.
6
leggen.
1
uit de rand van de
L
in de rand
L
moet volledig onder de
195