Philips TRANSPAC 4 Instrucciones De Uso página 13

Ocultar thumbs Ver también para TRANSPAC 4:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
LIST NO.
453564326571
COMMODITY NO.
DF-4523
DATE PREPARED
1-26-2012
ARTIST
KENT
TRANSPAC
4-wegwerpbewakingskit met
®
druktransducer en SAFESET™-
bloedconserveringssysteem
(Luer-monsterpoort)
Gebruiksaanwijzing
LET OP: houd elektrische aansluitingen op de verlengkabel droog
en zorg ervoor dat er geen vloeistof kan binnendringen in de
luchtopening van de transducer, om onregelmatigheden in de
meetwaarden te voorkomen.
I.
Installatie van de transducerkabel
Sluit de transducerkabel(s) aan op de patiëntaansluiting(en) van de monitor.
II.
Het bewakingssysteem klaarmaken voor gebruik
A. Maak het wegwerpbewakingssysteem met transducer klaar voor gebruik en pas
daarbij een aseptische techniek toe.
1.
Open de verpakking met de steriele wegwerpbewakingskit met transducer.
2.
Neem de transducerbewakingskit uit de verpakking.
3.
Controleer of alle aansluitingen stevig vastzitten.
4.
Bevestig de kabel aan de transducer door de verlengkabel aan te sluiten op de
herbruikbare kabel, zoals weergegeven in bijlage A.
5.
Prepareer een opvouwbare zak met infuusoplossing door alle lucht uit de zak
te verwijderen. In het geval van een heparine-infusie dient u de heparine toe te
voegen voordat u de lucht verwijdert.
LET OP: als er geen luchtvrije oplossingsbron wordt gebruikt (als de
lucht niet uit de zak wordt verwijderd), kan er lucht in de bewakingslijn
binnendringen wanneer de oplossingszak leeg is.
6.
Sluit de klem op de toedieningsset. Verwijder de beschermdop van de naald
van de toedieningsset en steek de naald in de zak met infuusoplossing.
LET OP: steek de naald voorzichtig met een neerwaartse draaibeweging
in de zak met infuusoplossing, om te voorkomen dat deze per ongeluk
wordt lekgeprikt.
7.
Plaats de zak met infuusoplossing in de drukinfuusmanchet.
8.
Hang de drukinfuusmanchet aan de infuusstandaard.
9.
Houd de klem gesloten en knijp zachtjes in de druppelkamer tot deze ongeveer
voor de helft gevuld is.
10. Open de klem op de toedieningslijn.
III.
Lucht uit de lijnen verwijderen
A. Instructies voor bevestiging aan de standaard
1.
Breng de transducer aan op de herbruikbare bevestiging, zoals wordt
weergegeven in bijlage A.
2.
Draai met de hendel van de stopkraan de toegang naar de patiënt toe dicht.
Verwijder de witte, ventilerende dop van de stopkraan voor nulreferentie.
3.
Activeer het snelspoelmechanisme van het apparaat voor continue spoeling
en vul de transducer langzaam (alleen priming door zwaartekracht) totdat alle
lucht eruit verwijderd is. Spoel vloeistof door de transducer en de zijpoort van
de stopkraan voor nulreferentie.
4.
Draai met de hendel van de stopkraan voor nulreferentie de zijpoort dicht. Plaats
een gele, niet-ventilerende dop uit de zak met reserveonderdelen op de zijpoort.
5.
Verwijder de witte, ventilerende dop van de patiëntaansluiting (zie bijlage A).
6.
Alleen voor de (arteriële) SAFESET™-lijn:
a. Maak het vergrendelingsmechanisme van het in de lijn opgenomen
SAFESET-reservoir los door het gekartelde deel van de zuigerclip in te
drukken. Trek de zuiger van het SAFESET-reservoir ongeveer 2 cc terug.
b. Houd het SAFESET-reservoir rechtop (stopkraan van het reservoir aan de
bovenkant) terwijl u het spoelapparaat activeert.
c. Controleer of alle luchtbellen aan het uiteinde van het reservoir zijn
verwijderd en sluit het reservoir af door op de achterkant van het gekartelde
deel te drukken totdat de zuigerclip de vergrendelde positie bereikt.
d. Ga verder met spoelen tot alle lucht uit het systeem is verwijderd, om zo het
risico op een luchtembolie te verkleinen.
e. Plaats de gele, niet-ventilerende dop op de patiëntconnector.
7.
Voor niet-SAFESET-lijnen (voor zover van toepassing op elke lijn)
a. Herhaal stap III.A 1-5.
b. Activeer het snelspoelmechanisme van het apparaat voor continue spoeling
en vul de transducer langzaam (alleen priming door zwaartekracht) via de
zijpoort van de distale stopkraan totdat alle lucht eruit verwijderd is. Draai
met de hendel van de stopkraan de zijpoort dicht. Plaats een gele, niet-
ventilerende dop op de zijpoort van de stopkraan.
c. Verwijder de witte dop van de patiëntconnector en spoel de rest van de
patiëntlijn. Plaats een gele, niet-ventilerende dop op de patiëntconnector.
8.
Breng de bron voor de infuusoplossing op een druk van 300 mmHg. Sluit de
klem op de drukmanchet.
LET OP: zorg ervoor dat de druppelkamer niet volledig gevuld wordt
tijdens het verhogen van de druk. Er moet lucht aanwezig blijven in de
druppelkamer zodat de snelheid van de continue spoeling kan worden
geverifieerd na een snelle spoeling.
OPMERKING: let er met name op dat er geen lucht in de componenten
van het vloeistofpad achterblijft. Het bewakingssysteem moet volledig
luchtvrij zijn voor een maximale prestatie (optimale dynamische respons).
LET OP: het wordt niet aangeraden de lijnen vacuüm te trekken om
luchtbellen te verwijderen. Hierdoor kan lucht in de lijnen worden
getrokken of vrijkomen uit de oplossing. Als de lijn voorwaarts wordt
geprimed onder druk, moet erop worden gelet dat de specificaties voor
de maximale druk voor de transducer niet worden overschreden.
B. Instructies voor aanbrengen op de patiënt
OPMERKING: het wordt niet aangeraden een persspoelapparaat op de patiënt
aan te brengen met de spoelclip bevestigd op het apparaat, omdat door
beweging van de patiënt onbedoeld het snelspoelmechanisme kan worden
geactiveerd. Als het wenselijk is het bewakingssysteem op de patiënt aan te
brengen, moet de spoelclip worden verwijderd.
13
PAPER AND INK SPECS: REFER TO SPECIFICATION IS-012
FINISHED TRIM: 8.5" X 11" (± 1/8")
FINISHED FOLD: 4.25" x 11" (± 1/8")
VENDOR TO CERTIFY PAPER STOCK
VENDOR: SEE SPECIFICATION IS-012
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

989803179751989803179811989803179791989803179831

Tabla de contenido