WAARSCHUWING: gebruik de MedStream pomp uitsluitend voor het
toedienen van de bovenstaande geneesmiddelen en oplosmiddel.
Indien niet-compatibele of besmette (niet in de specificatie vermelde)
geneesmiddeloplossingen worden gebruikt, kan de stroomrestrictiechip
van de pomp worden beschadigd of belemmerd en kan de infusiesnelheid
te hoog of te laag worden. Dit kan ernstige complicaties tot gevolg hebben,
zoals overdosering, onderdosering of overlijden.
WAARSCHUWING: Codman heeft onderzoeken uitgevoerd waarin neerslag
van morfinesulfaat voor intrathecale injectie bij verschillende pH-waarden is
geëvalueerd. Op basis van deze onderzoeken wordt gebruik van conserveer-
middelvrije morfinesulfaatoplossingen met een pH hoger dan 6,5 niet aanbevolen voor
deze pompen. In het bijzonder is geconstateerd dat morfinesulfaatoplossingen
met een hoge concentratie (>10 mg/ml) gevoeliger voor neerslag kunnen zijn
wanneer de pH van het geneesmiddel op of nabij de bovengrens voor pH ligt die
gespecificeerd is in de USP-vereisten voor dit geneesmiddel (d.w.z. een pH van
6,5 of bijna 6,5). Controleer de pH van het conserveermiddelvrije oplosmiddel
voor injectie natriumchloride 0,9 % om er zeker van te zijn dat het oplosmiddel
de pH van de uiteindelijke, in de pompen te plaatsen geneesmiddeloplossing
niet in ongunstige zin verhoogt. Observeer de mengsels op aanwijzingen van
neerslagvorming voordat ze in de pompen worden geplaatst. Bovenstaande is in
het bijzonder van belang wanneer morfinesulfaat met een hoge concentratie in de
pomp wordt gebruikt.
Neerslag van morfine kan resulteren in ophoping van de precipitaten in het
stroombed, met als mogelijk gevolg vertraging of blokkering van de stroom door
de stroomrestrictiechip. Dit kan leiden tot ontoereikende pijnverlichting en/of de
noodzaak tot verwijdering en vervanging van de pomp.
Contra-indicaties
•
De pomp is gecontra-indiceerd wanneer er sprake is van actieve of
gedeeltelijk behandelde infectie.
•
Implanteer en fixeer de pomp op een diepte van maximaal 2,5 cm (dit is de
afstand tussen de bovenkant van de pomp en het huidoppervlak). Gebruik
de pomp niet als de implantatiediepte groter wordt dan 2,5 cm.
•
De pomp is gecontra-indiceerd wanneer de lichaamsgrootte van de patiënt
niet voldoende is om het volume en het gewicht van de pomp te bevatten.
•
De pomp is gecontra-indiceerd wanneer met een conservatieve behandeling
kan worden volstaan.
•
De pomp is gecontra-indiceerd wanneer er sprake is van
wervelkolomafwijkingen die de implantatie en fixatie van een intraspinale
katheter kunnen compliceren.
Neem ook alle contra-indicaties in acht die betrekking hebben op het gebruik van
het voorgeschreven geneesmiddel.
74
WAARSCHUWINGEN
Algemene waarschuwingen
•
De pomp mag niet worden aangepast of veranderd. Verandering of
aanpassing van de pomp door onbevoegden kan een storing in de apparatuur
veroorzaken, die letsel of overlijden van de patiënt tot gevolg kan hebben. Ook
kan verandering of aanpassing ertoe leiden dat de gebruiker de bevoegdheid
tot het bedienen van de apparatuur wordt ontnomen.
•
Controleer de temperatuurindicator alvorens de pomp voor implantatie
te prepareren. De indicator is een plastic rechthoek met een geel etiket. De
indicator bevindt zich onder in de doos van de pomp, onder het harde plastic
waarin de pomp zich bevindt.
dag maand jaar
alarmtijd
datum
uur GMT
°C min. temp. bereikt
u/min onder
alarmgrens
alarmtoestand: 10 min onder 0 °C
OK display
alarm
" " = OK
Opmerking: de temperatuurindicator bevat elektronische onderdelen
en een batterij. Voer de indicator af overeenkomstig de ter plaatse
geldende voorschriften.
•
Het gebruik van andere hulpmiddelen en therapieën in combinatie
met de geneesmiddelpomp verdient zorgvuldige overweging,
in verband met mogelijke interacties. Zie bijlage B: Invloeden van
elektromagnetische interferentie.
•
Verwijder de pomp voorafgaand aan een begrafenis of crematie. In sommige
landen is het uit milieu-overwegingen verplicht implanteerbare hulpmiddelen
met batterijvoeding vóór een begrafenis te verwijderen. Als gevolg van het
crematieproces kan de pomp exploderen. Steriliseer of implanteer een
geëxplanteerde pomp niet opnieuw.
•
Als gevolg van blootstelling aan MRI kan de MedStream
programmeerbare infuuspomp worden gereset, waardoor de infusie stopt
en de pomp een geluidsalarm of piepsignaal afgeeft. Door het resetten gaan
er GEEN gegevens verloren. Lees na voltooiing van de MRI-procedure de
MedStream programmeerbare infuuspomp met de MedStream control unit
uit om de huidige status van de pomp te vernemen. Herstart het programma
dag maand jaar
alarmtijd
datum
uur GMT
°C min. temp. bereikt
u/min onder
alarmgrens
alarmtoestand: 10 min onder 0 °C
OK display
alarm
"X" = NIET IMPLANTEREN