Aansluitingen kastje
In dit gedeelte worden de aansluitingen beschreven die in afbeelding 4 zijn weergegeven.
F
Aansluitingen dispersieve elektroden
Dispersive Pad Connectors
Standaard/hoogvermogen katheterconnector
Eén negenpinsconnector met opschrift "STD/XP" is voorhanden voor de aansluiting van katheters.
Aansluitingen dispersieve elektroden
• Twee mannelijke tweepinsconnectoren zijn voorhanden voor de aansluiting van dispersieve
elektroden (ook bekend als DIP-elektroden (dispersive indifferent pads), aardingspads of
retourpads).
• Dispersieve elektroden sluiten het elektrische circuit, waardoor levering van RF-vermogen aan de
patiënt mogelijk is.
• Sluit bij het gebruik van katheters met hoog vermogen (2) dispersieve elektroden aan op het
kastje.
• Een enkele dispersieve elektrode is voldoende bij het gebruik van katheters zonder hoog
vermogen.
• De RF-generator stopt met de afgifte van RF aan de patiënt als de stroom door een dispersieve
elektrode meer dan 1,1 ampère bedraagt.
• Lees de door de fabrikant verstrekte aanwijzingen voordat u de dispersieve elektrodes aanbrengt.
Aansluiting EF-registratiesysteem
Sluit het kastje aan op de EGM-pinnen van het EF-registratiesysteem met behulp van BSC-kabel model
653S.
Verbindingskabel kastje/generator
De verbindingskabel kastje/generator wordt gebruikt om het kastje aan te sluiten op de "geïsoleerde
patiëntaansluiting" op het voorpaneel van de RF-generator.
Maestro 4000™ Cardiac Ablation System Operator's Manual, Global
Katheterkabel
Catheter Cable
F
Afbeelding 4. Aansluitingen kastje
Registratiesysteem
Recording System
Verbindingskabel kastje/
Pod to Generator Cable
generator
203
Black (K) ∆E ≤5.0