COMPLICATIES
Gebruikers dienen ook de specifieke indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
te lezen en te begrijpen die worden verstrekt bij katheters die in combinatie met het systeem worden gebruikt.
Mogelijke complicaties die ontstaan wanneer het Maestro 4000™-hartablatiesysteem wordt gebruikt, zijn
onder meer:
• aanvullende interventie vereist
• aritmie
• brandwonden
• hartstilstand
• harttamponnade
• cerebrovasculair accident (CVA)
• volledig hartblok
• letsel langs geleidingspad
• congestief hartfalen
• overlijden
• ongemak
• oedeem
• elektrische schok
• embolie
• oesofagitis
• blootstelling aan biologisch gevaarlijk materiaal
• fistel
• hematoom
• infectie
LEVERING
De onderdelen van het Maestro 4000-hartablatiesysteem worden niet-steriel in een golfkartonnen doos
geleverd.
Niet gebruiken als de verpakking open of beschadigd is. Niet gebruiken als de etikettering onvolledig of
onleesbaar is.
Hantering en opslag
Gebruiksomgeving
Omgevingstemperatuur: 10 °C tot 40 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 30% tot 75%
Atmosferische druk: 70 kPa tot 106 kPa
Transportomgeving
Temperatuur: -29 °C tot 60 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 30% tot 85%
Atmosferische druk: niet gereguleerd
Maestro 4000™ Cardiac Ablation System Operator's Manual, Global
• letsel (niet nader gespecificeerd) -
• laceratie
• myocardinfarct
• myocardbeschadiging
• necrose
• zenuwletsel
• perforatie
• pericardeffusie
• pericarditis
• pleura-effusie
• langdurige procedure
• nierschade/-falen
• respiratoire distress/insufficiëntie
• slikstoornissen
• weefselschade
• transient ischemic attack (TIA)
• vaatspasme
• vaatocclusie
• vaatletsel
Opslagomgeving
Omgevingstemperatuur: 20 °C tot 30 °C
Relatieve luchtvochtigheid: niet gereguleerd
Atmosferische druk: niet gereguleerd
193
Black (K) ∆E ≤5.0