Tabel 2. Standaardinstelling voor Power (vermogen), Temp (temperatuur), Impedance
Type katheter
Standaard, hoog
vermogen, gesloten
irrigatie
Open irrigatie
• De gemeten impedantie en temperatuurwaarden verschijnen in de alfanumerieke display.
• Het aantal ablatieprocedures en de totale tijd (ook in de alfanumerieke display) worden weer op nul
gezet.
Selectie van instellingen voor RF-afgifte
Gebruik een van de onderstaande methodes om de instellingen voor RF-afgifte ten behoeve van een procedure
te selecteren.
• Roep met de geheugenknoppen de opgeslagen instellingen voor de RF-afgifte op.
• Stel handmatig de instellingen voor de RF-afgifte in zoals hieronder wordt beschreven.
Selectie van de bedieningsmodus
• WAARSCHUWING: begin bij katheters zonder irrigatie in de temperatuurbedieningsmodus op een laag
ingestelde temperatuur en breng dan langzaam de temperatuurinstelling omhoog om het gewenste effect
te bereiken. Selecteer bij katheters met irrigatie de vermogenregelingsmodus met een temperatuur die
zodanig is ingesteld dat er voldoende vloeistof naar de tip van de katheter irrigeert.
Door op de bedieningsmodusknop te drukken terwijl het apparaat in de STAND-BY-modus staat, kan tussen de
vermogenregelingsmodus en de temperatuurregelingsmodus geschakeld worden (de bedieningsmodusknop
is inactief tijdens de afgifte van RF-energie).
De gekozen bedieningsmodus is bepalend voor het effect van de vermogens- en temperatuurinstellingen.
• In de vermogenregelingsmodus:
• De hoeveelheid afgegeven RF-vermogen is gelijk aan de vermogensinstelling, tenzij de gemeten
temperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt.
• De temperatuurinstelling vormt een grenswaarde voor de temperatuur van de kathetertip. Als
de grens wordt overschreden, wordt het vermogen verlaagd of onderbroken om de gemeten
temperatuur onder deze grens te brengen.
Opmerking: wanneer het vermogen wordt verlaagd of onderbroken, verschijnt er een bedieningsbericht
of diagnostische code in de display van het voorpaneel. Zie het gedeelte BEDIENINGSBERICHTEN of
DIAGNOSTISCHE BERICHTEN voor nadere informatie.
• In de temperatuurregelingsmodus:
• De vermogensinstelling vormt een grenswaarde. De RF-generator heeft permissie om de afgifte
van RF-energie tot aan deze grens bij te stellen om de streeftemperatuur te bereiken.
• De temperatuurinstelling is de streeftemperatuur.
Opmerking: de streeftemperatuur wordt mogelijk niet bereikt als de vermogensinstelling (grens) is
bereikt.
De standaard bedieningsmodi voor BSC-katheters staan vermeld in tabel 3. Wanneer eerst een katheter
is aangesloten, schakelt de RF-generator automatisch over naar de standaard bedieningsmodus voor die
katheter. De gebruiker kan van bedieningsmodus wisselen door op de bedieningsmodusknop te drukken.
Maestro 4000™ Cardiac Ablation System Operator's Manual, Global
(impedantie) en Time (tijd)
Aan/uit
Temperatuur
0 watt
30 °C
0 watt
50 °C
Impedantie
Tijd
300 Ω
0 sec
250 Ω
0 sec
207
Black (K) ∆E ≤5.0