Fss430, Fss450; Montage Van De Detector - ABB VortexMaster FSV430 Manual Del Usuario

5.3.2

FSS430, FSS450

PS [bar]
160
PN 160
140
120
100
PN 100
80
60
PN 63
40
PN 40
PN 25
20
PN 16
PN 10
0
20 50 100 150
68 122 212 302
Afb. 22: Procesaansluiting DIN-flens
PS [bar]
160
140 CL 900
120
100
CL 600
80
60
CL 300
40
20
CL 150
0
20 50 100 150
68 122 212 302
Afb. 23: Procesaansluiting ASME-flens
200 250 280 300 350
392 482 536 572 662
TS [°C /°F]
200 250 280 300 350
392 482 536 572 662
TS [°C / °F]
VortexMaster FSV430, FSV450 SwirlMaster FSS430, FSS450 | CI/FSV/FSS/430/450-X1 Rev. G NL - 25
5.4

Montage van de detector

Neem bij de montage de volgende punten in acht:
PS [psi]
— Bij apparaten in gescheiden constructie moet op de juiste
2320
toewijzing van detector en meetomvormer worden gelet.
— De doorstroomrichting moet met de aanduiding, indien
2030
aanwezig, overeenkomen.
— Bij alle flensaansluitingen moet het maximale koppel in
1740
acht worden genomen.
— Bouw apparaten zonder mechanische spanning (torsie,
1450
buiging) in.
— Bouw tussenflensapparaten met vlakparallelle
1160
contraflenzen alleen met de juiste pakkingen in.
— Gebruik pakkingen van een materiaal dat bestand is tegen
870
het meetmedium en de meetmediumtemperatuur.
— De buizen mogen geen ontoelaatbare krachten en
580 momenten op het apparaat uitoefenen.
— Verwijder de sluitdop in de kabelwartels pas bij montage
van de elektrische leidingen.
290
— Let erop dat de pakkingen van de behuizingsdeksels
correct zitten. Sluit het deksel zorgvuldig af. Draai de
0
400 [°C]
dekselschroeven goed vast.
752 [°F]
— Stel de meetomvormer niet bloot aan direct invallend
G11789
zonlicht, voorzie zo nodig in bescherming tegen de zon.
— Let er bij de keuze van de montageplaats op dat er geen
PS [psi]
vocht kan binnendringen in de aansluitkast- of
2320
meetomvormerbehuizing.
2030
Het apparaat kan rekening houdend met de
inbouwvoorwaarden op een willekeurige plaats in een
1740
buisleiding worden ingebouwd.
1. Zet de meetbuis vlakparallel en gecentreerd tussen de
1450
buisleidingen.
2. Plaats pakkingen tussen de vlakken.
1160
AANWIJZING
870
Om optimale meetresultaten te bereiken dient men te letten
op een gecentreerde plaatsing van de pakkingen en de
580
meetbuis.
De pakkingen mogen niet in de buisleiding uitsteken om een
290
ongestoord stromingsprofiel te waarborgen.
0
400 [°C]
752 [°F]
G11790