zijn geselecteerd op basis van deze minimale werkkanaalmaat, compatibel zijn met
de aScope Gastro.
•
De compatibiliteit van geselecteerde endotherapeutische accessoires moet
voorafgaand aan de ingreep worden getest.
Inspectie van het beeld
•
Controleer of er rechtstreeks beeld in de juiste oriëntatie op de monitor wordt
weergegeven door het distale uiteinde van de aScope Gastro naar een object te
richten, bijvoorbeeld uw handpalm.
•
Pas de beeldvoorkeuren op de aBox 2 zo nodig aan. Zie de gebruiksaanwijzing van
de aBox 2 voor meer informatie.
•
Als het beeld wordt belemmerd en/of onduidelijk is, veegt u de lens aan het distale
uiteinde af met een steriele doek.
•
De beelden mogen niet worden gebruikt als onafhankelijke bron voor de diagnose
van een pathologie. Artsen moeten alle resultaten interpreteren en onderbouwen
door andere middelen en op basis van de klinische eigenschappen van de patiënt.
Bedieningsschakelaars/programmeerbare knoppen controleren
•
Alle bedieningsschakelaars/programmeerbare knoppen moeten worden
gecontroleerd op normale werking, zelfs als niet wordt verwacht dat ze zullen
worden gebruikt.
•
Druk elke bedieningsschakelaar/programmeerbare knop in en controleer of de
gespecificeerde functies naar verwachting werken.
•
Elke bedieningsschakelaar/programmeerbare knop kan worden geprogrammeerd
om gevoelig te zijn bij zowel kort als lang indrukken. Zie de gebruiksaanwijzing van
de aBox 2 voor meer informatie.
Controle van de afzuig-, spoel- en insufflatiefunctie
•
Controleer of de afzuig- en insufflatie-/spoelventielen werken zoals verwacht door
het afzuig- en het spoel-/insufflatieventiel in te drukken.
•
Dek de opening van het insufflatie-/spoelventiel af en controleer of de
insufflatiefunctie goed werkt.
•
Druk het insufflatie-/spoelventiel helemaal in en controleer of de spoelfunctie naar
behoren werkt.
Controle van de werking van de hulpwaterstraalfunctie
•
Controleer of het hulpwaterstraalsysteem werkt door de hulpirrigatiepomp te
activeren en te controleren of de irrigatiefunctie correct werkt.
4.5. De aView gebruiken
De aScope Gastro inbrengen
•
Plaats een geschikt mondstuk tussen de tanden of het tandvlees van de patiënt.
•
Breng indien nodig een smeermiddel van medische kwaliteit aan, zoals aangegeven
in hoofdstuk 2.2, op het distale gedeelte van de endoscoop.
•
Steek het distale uiteinde van de aScope Gastro door de opening van het mondstuk
en ga vervolgens van de mond naar de farynx terwijl u het endoscopische beeld
bekijkt. Breng de aScope Gastro niet verder in dan de markering voor de
maximumlengte van het proximale uiteinde.
De aScope Gastro vasthouden en manoeuvreren
•
Het bedieningsgedeelte van de aScope Gastro is ontworpen om in de linkerhand
van de gebruiker te worden gehouden.
•
De afzuig- en insufflatie-/spoelventielen kunnen met de linkerwijs- en middelvinger
worden bediend.
7
8
295