GEBRUIKSINSTRUCTIES
Eerste voorbereiding
•
Selecteer het juiste bloedvat voor toegang. Gebruik de toepasselijke plaatselijke verdoving.
Een percutane Seldinger-techniek geniet de voorkeur. Waar nodig kan een veneuze insnede
worden uitgevoerd.
•
Zodra u vasculaire toegang hebt, dient u een met klep uitgeruste introducerschede van de
juiste grootte in te brengen voor inbrenging van de WRAPSODY-inbrengkatheter.
•
Bereid een passende geleidingsdraad voor volgens de bijbehorende Gebruiksinstructies en
breng de geleidingsdraad onder fluorescopie in over de laesie.
•
Voordat u de Merit WRAPSODY-endoprothese inbrengt, dien u de laesie te pre-dilateren met
percutane transluminale angioplastie (PTA) conform de Gebruiksinstructies van de fabrikant.
Zorg voor volledige expansie van de ballon binnen de laesie.
•
Evalueer de resultaten via angiografie na legen van de angioplastieballon.
Maat en selectie van de WRAPSODY-endoprothese
•
Beoordeel het bloedvat om te bepalen welke diameter en lengte de WRAPSODY-
endoprothese moet hebben. Het wordt aanbevolen dat u de diameter van het gezonde
bloedvat direct naast de laesie gebruikt om de diameter van de endoprothese te bepalen.
Gebruik Tabel 1 om de meest passende WRAPSODY-endoprothese te selecteren. Een te
kleine WRAPSODY-endoprothese diameter kan ertoe leiden dat het instrument migreert.
•
De lengten voor de WRAPSODY-endoprothese die in Tabel 1 worden vermeld, zijn nominaal.
Wanneer u de lengte van de endoprothese bepaalt, dient u er rekening mee te houden dat
de endoprothese het gezonde bloedvat met minstens 1 cm moet overlappen aan zowel het
proximale als distale uiteinde van de laesie.
•
Indien er meerdere instrumenten moeten worden overlapt, dient u de aanbevolen tips te
volgen:
•
De diameter van overlappende instrumenten mag niet meer dan 2 mm verschillen.
Indien ongelijke instrumentdiameters worden gebruikt, moet het kleinere instrument
•
als eerste worden gebruikt, waarna het grotere instrument in het kleinere instrument
moet worden geplaatst.
•
Het wordt aanbevolen een overlappingsafstand van minimaal 1 cm te hanteren voor
alle gebruikte instrumenten, om ervoor te zorgen dat alle overlappende WRAPSODY-
endoprotheses goede appositie hebben met elkaar.
•
Er moet post-dilatatie van de eerste WRAPSODY-endoprothese worden uitgevoerd
alvorens u het tweede instrument plaatst. Vervolgens moet post-dilatatie van het tweede
instrument worden uitgevoerd.
•
Controleer de vervaldatum op de productverpakking. Gebruik het product niet als
de vervaldatum verstreken is. Zorg ervoor dat de verpakking of de steriele barrière niet
beschadigd zijn. Als er schade is of als de steriele barrière is doorbroken, mag u het
instrument niet gebruiken. Verwijder het buitenzakje en plaats het binnenzakje (dat steriel
is) op het steriele veld. Verwijder de inhoud van het binnenzakje zorgvuldig en inspecteer
deze op schade als knikken, buigingen of andere schade. Gebruik het product niet als u
schade aantreft.
•
Alvorens u de WRAPSODY-inbrengkatheter in de introducerschede met klep inbrengt, dient
u te controleren of de diameter en lengte van de endoprothese alsmede de lengte van de
inbrengkatheter correct zijn voor de te behandelen laesie.
Inbrenging en positionering van het Merit WRAPSODY endoprothese systeem
•
Wanneer de pre-plaatsings-PTA is voltooid, dient u ervoor te zorgen dat u de geleegde
ballonkatheter verwijdert terwijl u de positie van de geleidingsdraad aan de overzijde van
de doellaesie handhaaft.
•
Zorg voor een stijve geleidingsdraad van 0,889 mm.
•
Bereid de inbrengkatheter voor alvorens u de WRAPSODY-inbrengkatheter in de patiënt
inbrengt. Spoel eerst het endoprothese-omhulsel uit. U doet dit door een vinger zo te plaatsen
dat het distale uiteinde van de inbrengkatheter is afgedicht (zie Afbeelding 3), waarna u
steriele gehepariniseerde zoutoplossing door de spoelpoort injecteert (zie Afbeelding 2).
Houd in de gaten of druppels zoutoplossing uit het koppelpunt van het endoprothese-
omhulsel en de tip komen, aangezien dit aangeeft dat het endoprothese-omhulsel met
succes gespoeld is (zie Afbeelding 3). Spoel als volgende het lumen van de geleidingsdraad.
U doet dit door de vinger te verwijderen en dan steriele gehepariniseerde zoutoplossing
te injecteren door de spoelpoort (zie Afbeelding 3). Wacht tot zoutoplossing uit het
uiteinde van de inbrengkatheter komt. Bevochtig als laatste de hydrofiele deklaag van de
inbrengkatheter met steriele gehepariniseerde zoutoplossing om te zorgen voor soepele
inbrenging door de introducerschede met klep.
Koppelpunt van
stentgraftomhulsel
en tip
Afbeelding 3.
Sluit distale tip af
om stentgraftom-
hulsel te spoelen
Verwijder vinger
om lumen van
geleidingsdraad
te spoelen