• EndoAnchors kunnen op elk gewenst moment na implantatie van de endoprothese worden
geplaatst. Aptus raadt echter aan de implantatie van de endoprothese te voltooien alvorens
EndoAnchors te plaatsen. Als de arts besluit EndoAnchors en een gebifurqueerde AAA-
endoprothese te plaatsen alvorens een iliacale Extension te plaatsen, kan de contralaterale
gate van de endoprothese met een standaardtechniek worden gecanuleerd. Er moet worden
gecontroleerd of de endoprothese zich in de juiste positie bevindt voordat EndoAnchors
worden gebruikt.
• Selecteer het juiste model van de Heli-FX Guide op basis van het deel van de aorta waarin
de endoprothese wordt verankerd en de diameter van de aorta die wordt behandeld.
Zie bovenstaande tabel 3.
• Spoel de Heli-FX Guide door met gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing via de spoelpoort
en de Obturator via de proximale luer.
• Breng de Obturator in de Guide in.
• Voer de Heli-FX Guide en Obturator onder doorlichting op over de voerdraad van 0,035 inch
(0,89 mm) en positioneer ze in de gewenste aorta-afdichtingszone. Gebruik de radiopake
markering op het distale uiteinde van de Obturatortip en de C-vormige radiopake markering op
de distale tip van de Heli-FX Guide als hulp bij het in beeld brengen tijdens doorlichting. Als extra
hulp bij het in beeld brengen tijdens doorlichting is een lineaire markering aangebracht langs
de lengte van de deflecteerbare tip, op de wand die tegengesteld ligt aan de deflectierichting.
OPMERKING: Vóór plaatsing van de Heli-FX Guide moeten eventuele controlemechanismen voor
het losmaken van de proximale of distale stent van de endoprothese worden opgeheven om te
zorgen voor goede appositie van de endoprothese tegen de afdichtingszone van de aortahals en om
interferentie tussen het Heli-FX-systeem en het plaatsingssysteem van de endoprothese te voorkomen.
• Verwijder de voerdraad en vervolgens de Obturator om bloedverlies via de hemostaseafdichting
op de Heli-FX Guide tot een minimum te beperken.
LET OP: Nadat de Obturator is teruggetrokken, kan de Heli-FX Guide worden gebruikt om met de
hand contrastmiddel te injecteren om de juiste positie van de endoprothese te bevestigen voordat
er EndoAnchors worden geplaatst. Voordat u met de hand contrastmiddel injecteert, aspireert
u de Guide met een spuit die op de eenwegkraan op de achterkant van de bedieningshandgreep
van de Guide is aangebracht, om eventuele binnendringing van lucht te voorkomen. Gebruik geen
automatisch injectiesysteem om angiografie via de Heli-FX Guide uit te voeren.
• Deflecteer de distale tip van de Heli-FX Guide onder doorlichting in de richting van de
locatie waar de eerste EndoAnchor zal worden geïmplanteerd, door de deflectieknop op
de bedieningshandgreep rechtsom te draaien.
OPMERKING: De C-vormige en rechte radiopake markeringen op het distale uiteinde van de Heli-FX
Guide helpen om de oriëntering onder doorlichting in beeld te brengen. In een anterieur/posterieur
beeld ziet de 'C'-markering eruit als een rechte lijn die dwars op de as van de katheter staat wanneer
de katheter lateraal is georiënteerd, als een 'C' wanneer deze anterieur is georiënteerd en als een
omgekeerde 'Ɔ' wanneer deze posterieur is georiënteerd. Positioneer in het laterale beeld de rechte
radiopake markering op de tegenoverliggende zijde van het beoogde aanbrengoppervlak. De tip van
de Guide deflecteert in de tegenovergestelde richting ten opzichte van de rechte markering, wanneer
de bedieningsknop wordt gedraaid.
Heli-FX® EndoAnchor®-systeem
NL
60