aptus Heli-FX Instrucciones De Uso página 67

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 195
OPMERKING: De geladen EndoAnchor kan worden gecontroleerd door de distale tip van de Heli-FX
Applier visueel te inspecteren.
Procedure voor het plaatsen van EndoAnchors
• Terwijl u zorgt dat de bedieningshandgreep van de Guide gestabiliseerd is, brengt u de tip van
de geladen Applier in via de hemostaseafdichting van de bedieningshandgreep.
• Positioneer de Guide op de gewenste plaats voor de plaatsing van de EndoAnchor
(zie afbeelding 6).
– De EndoAnchors moeten in de gewenste afdichtingszone worden geplaatst, doorgaans
binnen de meest proximale of meest distale endoprothesestent.
– EndoAnchors moeten zo gelijk mogelijk rondom de omtrek van de afdichtende stent worden
verdeeld.
– Het aanbevolen minimumaantal EndoAnchors is gebaseerd op het type endoprothese
(gebifurqueerd of buisvormig), bloedvatangulatie en diameter van het natieve bloedvat,
en is niet afhankelijk van de mate waarin een te grote maat endoprothese wordt gebruikt.
Aanbevolen minimumwaarden zijn conservatief, gebaseerd op theoretische zo ongunstig
mogelijke modellen, en gebruiken de resultaten van versnelde duurzaamheidstests waaruit
blijkt dat de verbinding tussen de EndoAnchor en de endoprothese de berekende cyclische
belasting kan weerstaan. Zie tabel 4 en tabel 5. Er kunnen meer of minder EndoAnchors
worden geplaatst volgens het oordeel van de arts.
Tabel 4: Aanbevolen minimumaantal EndoAnchors: gebifurqueerde endoprothesen
Diameter aortahals
(proximaal)
30 – 32 mm
Heli-FX® EndoAnchor®-systeem
Ongebruikte
EndoAnchor-poort
Afbeelding 7: EndoAnchor Cassette
≤ 29 mm
Angulatie van prothese
≤ 60˚
4
6
NL
62

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido