Aanpassen Voor B1+Rms Of Sar Onder Normale Modus - Boston Scientific WaveWriter Alpha Manual Del Usuario

Veiligheidsinformatie

Aanpassen voor B1+rms of SAR onder normale modus

Enkele pulsfrequenties kunnen de veiligheidslimieten voor implantaten voor het Boston Scientific SCS-systeem
overschrijden. De onderstaande richtlijnen maken het behalen van lagere B1+rms- of SAR-niveaus mogelijk.
Als op willekeurig welk punt voorafgaand aan het voltooien van de volledige werkstroom een aanvaardbaar
B1+rms- of SAR-niveau is bereikt, zijn verdere parameterinstellingen niet meer nodig. Als het instellen of
controleren van B1+rms op de scanner mogelijk is, is het aannemelijk dat deze optie de voorkeur heeft boven
het instellen of controleren van SAR omdat B1+rms minder beperkend en nauwkeuriger zal zijn.
Zodra een sequentie is geoptimaliseerd voor een verlaagde B1+rms, kan het lokaal opslaan van de parameters
voor de sequentie behulpzaam zijn voor gebruik bij andere patiënten met vergelijkbare implantaten.
Opmerking: Sommige scanners verschaffen de gebruiker een bijgewerkte schatting van B1+rms of SAR
terwijl de gebruiker de sequentieparameters wijzigt. Als een scanner deze informatie niet in real-
time geeft, is een optie om een scan elke keer na het wijzigen van een parameter te initiëren. Op
het moment van een sequentie-initiatie verschaft de scanner het aangepaste niveau van B1+rms
of SAR met de gekozen parameters.
• Als de scanner een implantaatoptie geeft, kan deze optie worden gebruikt om scancondities in te
voeren.
• Als de scanner geen implantaatoptie geeft, hebben veel pulssequenties onder normale modus, vooral
in de gradiënt-Echoserie, lage niveaus van B1+rms of SAR zonder enige aanpassing.
• Als de vereiste pulssequentie de implantaatlimiet van B1+rms of SAR overschrijdt, kan het
RF-pulstype ingesteld worden op Lage SAR als deze optie op de scanner beschikbaar is. Lage SAG is
op de meeste scanners beschikbaar en helpt B1+rms of SAR te verminderen zonder de beeldkwaliteit
te beïnvloeden.
• Als de optie Lage SAR niet beschikbaar is op de niveaus van B1+rms of SAR nog altijd de limieten
van de fabrikant overschrijden na het instellen van het RF-pulstype naar Lage SAR, worden hieronder
twee extra opties beschreven die RF-blootstelling kunnen verminderen. Deze twee opties zijn
afwegingen en kunnen gezamenlijk worden uitgevoerd om een goede gemeenschappelijke afweging
te verkrijgen.
○ Toenemende TR. In sommige gevallen kan 20%, bijv. van 2500 ms naar 3000 ms ontoereikend
zijn, maar dit kan worden verhoogd met 100% indien nodig, bijv. van 550 ms naar 1100 ms.
▪ Kies deze optie als het verminderen van het aantal plakken niet acceptabel is.
▪ Vermijd deze optie in T1-SE-sequenties omdat die het contrast aantast.
▪ Vermijd deze optie ook als langere scanduur niet acceptabel is.
○ Het aantal plakken verminderen.
• Als niveaus van B1+rms of SAR de implantaatlimiet overschrijden, kan het verminderen van RF nog
altijd worden bereikt door:
○ Het verminderen van de omklaphoek (alfa), het verminderen van de omklaphoek voor opnieuw
focussen of het gebruik van minder RF-verzadigingsbanden.
○ Het verminderen van het aantal echo's (echotreinlengte/turbofactor/shotfactor).
2 Referenties
McRobbie, et al. "MRI from Picture to Proton." 2007. Cambridge university press.
Faulkner W. "New MRI Safety Labels & Devices, B1+rms as a Condition of Use." SMRT Signals, Feb 2016 V5, Nol.
https://www.ismrm.org/smrt/E-Signals/2016FEBRUARY/eSig_5_1_hot_2.htm
Franceschi A.M. et al. "Optimized, Minimal Specific Absorption Rate MRI for High-Resolution Imaging in Patients with Implanted Deep Brain
Stimulation Electrodes."
AJNR Am J Neuroradio1. 2016 Nov; 37(11): 1996-2000.
ImageReady™ MRI-richtlijnen voor het hele lichaam voor WaveWriter Alpha™ en WaveWriter Alpha™ Prime ruggenmergstimulatorsystemen
92395577-02 132 van 797
2