Afbeelding 9: Steek aandrijfkabel en voetpedaal in het
Fluent-vloeistofmanagementsysteem.
De flexibele aandrijfkabel van het
4.
weefselverwijderingshulpmiddel heeft een gevormd
onderdeel waarmee de handstukkabel op één lijn kan
worden gebracht met de connector op het Fluent-
vloeistofmanagementsysteem. Het metalen lipje op
de connector wordt ingedrukt, de flexibele kabel
wordt ingestoken en het lipje wordt losgelaten.
LET OP: Probeer de flexibele aandrijf-
kabel NIET scherp te buigen in een diame-
ter van minder dan 20 centimeter (8 inch).
Een scherp gebogen of geknikte aandrijf-
kabel kan veroorzaken dat het Fluent-vloei-
stofmanagementsysteem wordt oververhit
en stopt; Tijdens een procedure moet een
minimale afstand van 1,5 meter (5 ft) tussen
het Fluent-vloeistofmanagementsysteem
en het weefselverwijderingshulpmiddel
worden gehandhaafd, zodat de aandrijfka-
bel in een grote boog kan hangen zonder
buigingen, lussen of knikken.
De niet-steriele persoon sluit de afzuigslang van het
5.
weefselverwijderingshulpmiddel aan op de daarvoor
bestemde connector op de Out-FloPak.
Gebruiksaanwijzing MyoSure-weefselverwijderingssysteem
Bediening
Zet de stroomschakelaar in de AAN-stand ( ) om de
1.
controller van stroom te voorzien.
Met het voetpedaal wordt het
2.
weefselverwijderingshulpmiddel geactiveerd.
Het voetpedaal zet de motor AAN en UIT.
Als het voetpedaal is ingedrukt, versnelt het
weefselverwijderingshulpmiddel en draait op de
ingestelde snelheid en gaat zo door totdat het
voetpedaal wordt losgelaten.
Druk het voetpedaal in en observeer de werking
3.
van het weefselverwijderingshulpmiddel om te
controleren of de motor draait en het snijvenster
wordt gesloten, zoals weergegeven in afbeelding 10.
Afbeelding 10: Gesloten snijvenster van het
weefselverwijderingshulpmiddel links
WAARSCHUWING: Periodieke irrigatie van
de tip van het weefselverwijderingshulp-
middel wordt aanbevolen om voldoende
koeling te bieden en ophoping van uitge-
sneden materialen in het operatiegebied te
voorkomen.
Breng het weefselverwijderingshulpmiddel in via het
4.
rechte werkkanaal van een hysteroscoop.
Positioneer het naar de zijkant gerichte snijvenster
5.
van het weefselverwijderingshulpmiddel on der
directe hysteroscopische visualisatie tegen de
doelpathologie.
LET
OP:
overmatige
hefboomwerking
weefselverwijderingshulpmiddel zorgt niet
voor betere snijprestaties en kan in extreme
gevallen leiden tot slijtage, verslechtering
en vastlopen van het snijmechanisme.
Druk op het voetpedaal om het snijmes van het
6.
weefselverwijderingshulpmiddel te activeren.
Door de heen-en-weerbeweging van het
7.
weefselverwijderingshulpmiddel wordt het
snijvenster van het hulpmiddel afwisselend geopend
en gesloten naar de vacuümstroom, waardoor
weefsel in het snijvenster wordt getrokken.
Het snijden vindt plaats wanneer de snijrand van het
8.
weefselverwijderingshulpmiddel draait en door het
Nederlands
Het
toepassen
van
op
het
7