Hoofdstuk4 Omschrijving van de etiketteerder
Applicatiemodussen
De
Legi-Air 2050
diverse applicatiemodussen mogelijk en via DIP-schakelaars configureerbaar (zie
hoofdstuk Bediening).
Tamp-Blow
Het bedrukt etiket wordt op een vacuümstempel geschoven, bij activering naar het
product gebracht en dan op het product geblazen. De Tamp-Blow-modus wordt vaak
gebruikt, omdat het product zonder aanraking wordt geëtiketteerd en daardoor vormt hij
een werkwijze zonder veel slijtage.
Blow-On
Het beprinte etiket wordt door het vacuüm overgenomen op de applicatiestempel en op
het product geblazen zonder dat de applicatieslag verschoven wordt.
Deze applicatiemodus is niet in alle gevallen toepasbaar. Hiervoor zijn testen volgens
originele factoren nodig.
Variabele slag
Zonder het gebruik van een variabele slagsensor wordt het
NL
terugtrekkingproces op tijdafhankelijke wijze gestuurd. Het tijdstip is constant en optimale
manier wanneer de applicatiestempel volledig is uitgeschoven.
Bij variabele slag zet de sensor op de applicatiestempel van het afblaas- en
terugtrekkingproces aan, zodra de applicatiestempel een instelbare afstand tot het
product is genaderd. D.w.z. dat de applicatiestempel variabel reageert op verschillende
producthoogten.
Omgekeerde Tamp Blow
Deze etikettering is een variant van de tamp-blow-modus. Daarbij wacht de
applicatiestempel met het bedrukte etiket in de uitgeschoven stand.
vervolgens het afblaas- en terugtrekkingproces. Deze modus maakt nauwkeurigere
plaatsing van etiketten mogelijk. Het gebruik is niet mogelijk met een variabele
slagsensor.
Versie: 24.05.2016
zet de etiketten op stilstaande of bewegende producten. Voor dit doel zijn er
pagina 28 van 68
40037053 BTA Legi-Air 2050
afblazen en
Activering start
ML-NL