Andere situaties wanneer deze instelling mogelijk gebruikt kunnen worden, zijn:
•
Gebieden met veel pigment, zoals bijzonder door de zongebruinde gebieden, of gebieden met een tatoeage
Gebieden met dichte haargroei, zoals de achterkant van de nek
•
4.4.2.
Dosering
De energiedosis van de laser die tijdens een behandeling wordt toegediend, wordt gemeten in joules. Dit getal wordt tijdens een behandeling
op het scherm weergegeven en wordt berekend door het gemiddelde vermogen (in Watt) te vermenigvuldigen met de behandeltijd (in
seconden). De laserbehandeling moet toegepast worden op een gebied met behulp van een scantoepassing.
De softwareprotocollen in het lasersysteem zijn ontworpen om een dosis te geven die geschikt is voor het behandelingsgebied en de condities
die door de gebruiker zijn ingevoerd. Het wordt aanbevolen dat behandelingsinformatie (vooraf ingestelde protocol- en invoerinstellingen of
vermogen, geleverde energie, behandeltijd en behandelingsgebied) voor elke behandeling wordt genoteerd.
Over het algemeen worden doses toegediend op het gebied waar pijn zich manifesteert, het omliggende weefsel, en langs het
•
zenuwpad voor het specifieke gebied waar de pijn ervaren wordt.
•
Behandel spieren die aan een pijnlijk gewricht verbonden zijn, evenals aangehechte pezen.
4.4.3.
Behandelverwachtingen bepalen
Patiënten en artsen moeten de mogelijkheden en beperkingen van de toepassing van lasertherapie voor diepliggend weefsel begrijpen.
Chronische pijn kan verschillende behandelingen nodig hebben voordat een heilzaam effect wordt bereikt. Er kunnen meerdere behandelingen
nodig zijn voor diepliggend weefsel voordat er significante resultaten worden verkregen.
Een typisch behandelregime kan uit drie behandelingen bestaan met een tussenpoze van één dag tussen elke behandeling tijdens de eerste
week, twee behandelingen de volgende week en één behandeling in week drie. Als er na de 6 tot 10 behandelingen geen resultaat wordt
verkregen, moeten de opties van de patiënt opnieuw overwogen worden, rekening houdend met de aandoening en de respons. Een patiënt
kan af en toe een tintelend gevoel of pijn ervaren als gevolg van een verhoogde bloeddoorstroming. In deze gevallen wordt aanbevolen om
te wachten totdat de pijn is verdwenen voordat u verder gaat met extra behandelingen.
4.4.4.
Behandelingstechniek
Waarschuwing:
Zorg ervoor dat er GEEN reflecterende voorwerpen in het pad vallen of de laserenergie belemmeren die door dit apparaat
•
geproduceerd wordt. De operator, alle assistenten en de patiënt moeten alle reflecterende voorwerpen (zoals ringen, metalen
horlogebanden en sieraden) vóór de behandeling met dit apparaat verwijderen. Direct of indirect oogcontact met verstrooid
laserlicht via een weerkaatsend oppervlak kan ernstige, onherstelbare corneale en/of netvliesschade en mogelijk blindheid in
één of beide ogen veroorzaken.
Weefsel vóór de laserbehandeling NIET voorbehandelen (bijv. met een verwarmingskussen of een nat drukverband). Het te
•
behandelen weefsel moet droog en op normale temperatuur zijn voordat de laserbehandeling begint.
•
Voorzichtig gebruiken. Kan ernstige brandwonden veroorzaken. Niet op gevoelige delen van de huid gebruiken of wanneer er
een slechte bloeddoorstroming is.
•
Tijdens de behandeling is het belangrijk om feedback van de patiënt te krijgen over zijn/haar comfortniveau. De laser zorgt
voor een rustgevende warmte. Wees voorzichtig in gevallen waarin de patiënt weinig gevoel heeft of niet kan reageren op
temperatuurstijgingen en overweeg dan om met een lagere vermogensinstelling te behandelen. Als de patiënt van enig
ongemak blijk geeft, moet het uitgangsvermogen verminderd worden.
De behandeling moet aan de blootgestelde huid toegediend worden. Niet door kleding of verband
•
behandelen. Het behandelingsgebied moet schoon zijn en vrij van oppervlaktevuil of oliën.
Er kan een isopropylalcohol-oplossing (70% alcohol) gebruikt worden om alle oppervlakken van het
•
instrument te reinigen die met de patiënt in contact komen (Zie Hoofdstuk 5.1 voor reiniging). Zorg
ervoor dat de oplossing verdampt is voordat u de laseremissie start.
•
Voor een optimale toediening van de dosis houdt u de behandelkop recht boven (loodrecht op) het
huidoppervlak. Beweeg de behandelkop continu met een snelheid van ongeveer 3-10 cm/sec (1-3
in/sec).
Om voor een gelijkmatige verdeling van de dosis naar het behandelingsgebied te zorgen, beweegt u
•
de behandelkop continu over het gebied, eerst horizontaal heen en weer bewegen en vervolgens
verticaal heen en weer bewegen in een rasterpatroon (zie Afbeelding ). Zorg ervoor dat het hele te
behandelen gebied wordt bedekt met deze "schilderbeweging".
•
Behandelingen kunnen toegediend worden in combinatie met uitrek- of lichte bewegingsoefeningen.
5. Onderhoud
Waarschuwing: Probeer NIET om toegang te krijgen tot interne onderdelen. Dit kan ernstig en/of onherstelbaar letsel tot gevolg
hebben. ER ZIJN IN DIT APPARAAT GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN.
5.1.
Schoonmaken
Waarschuwing:
•
Het wordt aanbevolen om het lasersysteem altijd uit te schakelen en het netsnoer uit het stopcontact te halen voordat u het
systeem gaat schoonmaken.
Gebruik altijd een veiligheidsbril en handschoenen bij het reinigen en desinfecteren van apparatuur.
•
•
Reinig de contactbehandelkoppen (Rolpen, grote en kleine massagebal) tussen de behandelingen om kruisbesmetting en
infecties te voorkomen.
GEEN behandelkop gebruiken onmiddellijk na het schoonmaken met een alcoholoplossing. Wacht totdat de in de
•
reinigingsprocedure gebruikte oplossing volledig verdampt is. Door het niet volledig te laten verdampen kan de laser de
alcoholoplossingen of dampen laten ontbranden.
Let op: Maak de lens in het handstuk NIET schoon. Als u dit toch doet, kan de lens tijdens de laseremissie beschadigd raken.
RSR-000885-000 (6)
Afbeelding 24
Pagina 12 van 20